Adviseur en advisee (Wie is de risee van de twee?)

Als je enkele jaren meeloopt in het bedrijfsleven, word je nog wel eens gevraagd als adviseur. Soms kun je iemand ook werkelijk van een nuttig advies voorzien, maar meestal weet de ondernemer in kwestie veel meer dan jij en heb je geluk als je niet door de mand valt. Adviseren is vooral je onwetendheid maskeren.

Zo was ik laatst was ik op een borrel waar een bevriende webdesigner annex tekstschrijver ondernemer mij om advies vroeg. Hij wil zich richten op sportclubs, om te beginnen voetbalverenigingen. Wat ik ervan vond?

Slecht idee advisee, grapte ik meteen. Het Nederlandse voetbal zit in het slop, dat is toch algemeen bekend. En weet je hoe dat komt? Door de hoge omloopsnelheid van de spelers. In mijn tijd was het opzienbarend nieuws dat Cruijff na bijna tien jaar bij Ajax vertrok; tegenwoordig kijk je ervan op als een speler één seizoen aanblijft. Gevolg: je weet niet meer wie er in het veld staan. Gevolg: Of Ajax nu wint of niet, je band met de club is verbroken. Gevolg: Je blijft thuis, in plaats van je geld naar de Arena te brengen. Gevolg: Ajax heeft minder geld te besteden aan marketing en PR. Gevolg: je kunt het wel schudden met je voetbalsite.

Aardig bedacht, maar klinkklare onzin. Mijn advisee moest zijn best doen om beleefd te blijven. Als je kijkt naar de bezoekersaantallen in het betaalde voetbal is die trend al lang gekeerd, zei hij. En bovendien wil hij zich eerder op de semi-professionele en amateurclubs richten. Dus…

Nog slechter idee advisee, probeerde ik het weer. Daar is de publieke belangstelling enorm teruggelopen, dat is toch algemeen bekend. En weet je hoe dat komt? Door de opmars van de allochtone voetballer. Begrijp me goed, ik heb niets tegen allochtonen, maar voor het voetbal zijn ze de dood in de pot. Nederlandse voetbalamateurs betrekken hun hele familie bij hun sport: vriendin in de bediening, moeder in de kantine, vader in het bestuur – dat idee. De allochtoon is daarentegen een solist, die na de wedstrijd niet eens blijft hangen in het clubgebouw. Geen familie, geen achterban, geen publiek. En dus geen inkomsten, en al helemaal geen budget om jouw dure sites te bekostigen

Aardig bedacht, maar mijn advisee liet zich niet uit het veld slaan. Kijk eens naar de ontwikkelingen in de Verenigde Staten, zei hij. Negen van de tien basketbalspelers zijn zwart – en zijn zwarten niet de allochtonen van de VS!? – en toch weten zij zich een blank publiek aan zich te binden. Geen familie, geen achterban, maar toeschouwers in overvloed. Interessante parallel, vond hij, interessant om eens dieper in te duiken. Misschien dat het hem nog commercieel bruikbare ideeën zou opleveren. Mijn advisee dankte me.

Soms lukt het je als adviseur niet om je onwetendheid te maskeren. Maar sommige ondernemers weten nog goud te maken uit jouw modder. En zolang jij jouw modder voor goud kunt verkopen, zit je als adviseur gebakken.

Geïnspireerd op het boek ‘Hoe gooi ik een adviseur eruit?’ van Martijn van Oorschot en Michiel Hogerhuis, Scriptum Uitgeverij.

Deel:

Geef een reactie