Als ik de baas was… (Over de Miljoenennota 2010)

Als ik de baas was… (Over de Miljoenennota 2010)

De Miljoenenennota wordt volgende week dinsdag gepresenteerd, maar iedere zichzelf respecterende journalist heeft ‘m al ingezien. Ik niet dus. Geen probleem, toch een uitgelezen moment om stil te staan bij wat ik zou doen als ík de baas van Nederland was.

Als ik de baas van Nederland was, dan…

Dan zou ik proberen van Nederland een innovatiever land te maken. Immers: innovatie vertaalt zich in een hogere productiviteit en dus in een stijgende welvaart en (hopelijk) een betere kwaliteit van ons bestaan.

Alleen – een vraag waar ik als ik baas van Nederland ben het antwoord op zou moeten weten – hoe kan de overheid innovatie bevorderen? In het verleden is er flink wat geld uitgetrokken voor industriepolitiek en voor innovatieplatforms en meer van dat initiatieven. Grotendeels verspilling, want de overheid ging te veel ‘op de stoel van de ondernemer zitten’. Wie geen verstand heeft van wat klanten willen, wie niet weet hoe je een commercieel bedrijf leidt, wie het niet gewend is om winst na te streven – die kan zich maar beter verre houden van innovatie. Want dat leidt misschien wel tot nieuwe producten/diensten/processen, maar niet tot betere.

Hoe moet het dan wel? In de column ‘Verlos ons van de industriepolitiek’ verwijst Mathijs Bouman naar het werk van de mij onbekende Franse innovatie-econoom Philippe Aghion: “In zijn ‘Primer on Innovation and Growth’ zet hij de factoren voor een succesvol technologiebeleid op een rij. Bovenaan op zijn lijst staan uitmuntend hoger onderwijs, concurrentie en een flexibele arbeidsmarkt.”

Dat is dus volgens Bouman/Aghion eigenlijk alles de burgemeester/overheid hoeft te doen: wat olie in de starre Nederlandse arbeidsmarkt gooien, zorgen dat bedrijven meer dingen om de gunst van hun afnemers en het onderwijs prestatiegerichter maken (neem ik tenminste aan – de Amerikaanse universiteiten zijn de beste ter wereld, en dat heeft alles te maken met het prestatiegerichte onderwijssysteem).

De maatregelen die ik volgens deze theorie zou moeten nemen, laten zich raden: versoepeling van de ontslagwet, het beste onderwijs voor de meestbegaafden, handelsbarrières wegnemen stoppen met onzinnige subsidies aan concurrentievervalsende bedrijven – noem maar op.

En toch zou ik als baas van Nederland aarzelen. Want is creativiteit niet het meest gebaat bij rust? Is voor innovatie niet vaak tijdrovend onderzoek nodig? Gaat aan menige praktische uitvinding niet jarenlange theoretische studie vooraf? Innovatie is maar al te vaak de uitkomst van diepe gedachten en een lange aanloop – zaken die zich slecht verdragen met de tucht van de markt, prestatie-beoordeling en concurrentiebevordering. Ledigheid is des uitvinders oorkussen, zal ik maar zeggen.

Dus wat zou ik als baas van Nederland doen?

Tja.

Deel:

Geef een reactie