Avondvierdaagse (Het grote gebeuren 2006)

Avondvierdaagse (Het grote gebeuren 2006)

Nadat er twee doden waren gevallen, werd de Avondvierdaagse wandeltocht afgelast. Maar drie wandelaars zetten door, in de hoop de tweede, derde en vierde avond wandelend tot een goed einde te brengen.

De tweede avond liep de psycholoog Maslow voorop. Hij had goed gegeten en gedronken, had zijn onderdak geregeld, had een goede ziekte- en levensverzekering, een lieve vrouw en vele vrienden. Hij genoot bovendien dankzij zijn wetenschappelijke publicaties enig aanzien, al kon niet iedereen zich in zijn werk vinden. Hij voelde zich kortom gezond en wel. Toch ontbrak er iets in zijn leven. Hij had zichzelf nog niet helemaal verwezenlijkt. Daarom nam hij deel aan de Avondvierdaagse: als hij maar ver genoeg liep, zou hij dat doel ook nog bereiken, dacht hij. Of hij gelijk had, heeft hij niet achterhaald. De tweede avond zakte hij ineen, als een slecht gefundeerde piramide.

De derde avond liep de mensenredder Augustinus voorop. Hij had enige tijd geleden groot onderhoud aan de Nederlandse snelwegen gepleegd, in de veronderstelling dat mensen dan wel ‘van A naar Beter’ zouden gaan. Maar de files werden alleen maar langer en de mensen ontevredener. Zijn wereldse werken waren zinloos gebleken. Op een tweesprong besloot hij zijn goede werk op te geven, zich af te keren van de mensen en zich in meditatie onder te dompelen, als voorbereiding op de hemelse staat. Hij sloeg links af, terwijl de route van de Avondvierdaagse naar rechts leidde. Even later zakte hij ineen, als iemand wiens kruis te zwaar is geworden.

De vierde avond liep de schrijver Belcampo voorop. En ook achterop, dacht hij, met de hem kenmerkende eigenzinnigheid. Hem konden ze niet vastpinnen! Hij had filosofisch werk geschreven waarbij vergeleken de theorieën van Maslow onbeholpen waren, hij had zich verdiept in heiligenlevens waarbij vergeleken de ervaringen van Augustinus verbleekten. Maar hij was nooit in de ban geraakt van een bepaalde levensbeschouwing of wereldbeeld, of het moest zijn “Je wordt geboren, je leeft een tijdje, je begrijpt er geen bliksem van en je gaat dood.”

Zijn werk was absurd maar alledaags, surrealistisch maar herkenbaar, vol levenslessen maar vooral vermakelijk, zijn taal is doorzichtig als glas – al moet het taalgebruik van Belcampo een kwelling zijn voor iedereen die in strenge taalwetten gelooft; misschien dat hij door al die tegenstrijdigheden nooit begrepen is door de literaire kritiek, al werd hij wel altijd bewonderd.

Zijn verhalen (een ‘oeuvre’ kun je het moeilijk noemen) wekken de indruk dat hij zijn hele leven teruggetrokken in Rijssen doorbracht, maar Belcampo heeft heel Europa doorgewandeld. Een reiziger, de enige die dit jaar de Avondvierdaagse kon uitlopen. In hetzelfde duivelspak dat hij in ‘Het grote gebeuren’ droeg, alsof hij zijn einde voorvoelde en wist dat hij die vijf engelen zou ontmoeten die hij destijds had beschreven:

“Wij zoeken Belcampo, wij hadden speciale opdracht!”
Dat was meer dan ik ooit had durven dromen. Met een: Daarissie-dan! rukte ik mijn masker af en bevond mij op het zelfde ogenblik door vijf jubelende engelen omringd.
En bij de heldere tonen van een vijfstemmig koraal werd ik in de zachtste, blankste armen met rustige vleugelslagen opwaarts gevoerd.

(Geïnspireerd op het leven en werk van Herman Pieter Schönfeld Wichers (Belcampo, 21-7-1902 – 02-01-1992))

Deel:

Geef een reactie