Beul en slachtoffer (Niet helemaal verloren onschuld)

Beul en slachtoffer (Niet helemaal verloren onschuld)

Slachtoffers van een misdrijf beklagen zich er wel eens over: de overheid heeft volop aandacht voor de daders, terwijl de slachtoffer zelf maar voor nazorg moeten zorgen. Begrijpelijk, maar helemaal terecht zijn die klachten niet. De daders vormen tenslotte een gevaar voor de samenleving. En de slachtoffers? Daar heb je geen last meer van – dus waarom zou je er naar omkijken als handhaver van rust en orde?

In het bedrijfsleven is het net andersom: veel aandacht voor het slachtoffer, naar de dader wordt nauwelijks omgekeken. Zo lijkt het tenminste als je de berichtgeving over allerlei fusies en overnames, reorganisaties en ontslagrondes op een rij zet. Wordt er ergens een bedrijfsonderdeel afgestoten? Niet zonder inspraakavonden, gespreksrondes en werknemersoverleg. Moeten er mensen afvloeien of worden overgeplaatst naar een ander bedrijf? Niet zonder zorgvuldige begeleiding.

Maar hoe zit het met de mensen die al deze vaak pijnlijke maatregelen moeten nemen? Voor hen is er geen opvang, geen praatgroepje, geen klankbordcommissie. Terwijl het helemaal niet meevalt om als bedrijfsbeul op te treden. Aardig doen is makkelijk, met harde hand optreden valt zwaar. Het bedrijfsbelang is erbij gebaat, het betaalt goed en je verwerft er aanzien mee – maar het valt niet mee om de knoet te hanteren. Op zijn manier is de beul ook een slachtoffer, zoals Marquis de Sade een van zijn personages (een beul) laat uitroepen in Salo of de 120 dagen van Sodom (in de film althans, als ik het me goed herinner, het is al weer een tijd geleden dat ik hem zag en een groot gedeelte van de tijd zat ik weggedoken, zodat ik nogal wat van de ondertitels heb gemist).

Elke beul is een slachtoffer, want hij heeft zijn onschuld verloren. Zijn naïviteit is verdwenen, zijn onbevangenheid, zijn geloof in een betere wereld, zijn rotsvaste vertrouwen in de medemens – dat soort zaken. Iedere volwassene is zo’n beul annex slachtoffer, zou je kunnen zeggen, en is het kind in hem kwijt geraakt ergens op weg naar volwassenheid kwijt geraakt – hij is wereldwijs geworden, heeft zijn verstandelijke vermogens ontwikkeld, om maar te zwijgen van zijn lichamelijke ontwikkeling. En daarmee zijn de poorten tot het paradijs dat hij vroeger bewoonde gesloten. Althans tot op zekere hoogte: de ene mens is meer kind af dan de andere, in elk van ons leeft het kind wel voort en steekt het af en toe de kop op (al is het maar tijdens voetbal op zondagmiddag).

En al kunnen we onze kindertijd niet overdoen, we kunnen misschien wel voorkomen dat het kind helemaal afsterft. De beste manier is wellicht de omgang met kinderen (en kinderlijke volwassenen) op te zoeken. En natuurlijk verdorven volwassenen mijden. Hoe je die herkent? Hoe je kunt voorkomen dat zij jou verder in het verderf storten? Dat is niet zo moeilijk. Een kwestie van goed om je heen kijken en je verstand gebruiken (hetzelfde verstand dat je van je kind-zijn beroofde, kan je dus ook redden!). Ga mensen die de boeken van Marquis de Sade lezen uit de weg. Voorkom dat ze je promotie kunnen aanbieden. Word niet te veel beul, word niet te veel slachtoffer – en geniet van je laatste restje onschuld.

Vandaag werd Marquis de Sade geboren (1740 – 1814)

Deel:

Geef een reactie