De BW’er (De Bekende Werkloze Terry Gilliam)

De beroemdste werkloze van de wereld is wellicht Terry Gilliam, de Engels-Amerikaanse filmregisseur die de animaties maakte voor Monty Python en daarna films als 12 Monkeys, Brazil, Time Bandits en Baron von Münchausen. Laatst was er een thrillerachtige documentaire op tv over zijn pogingen om een film te maken over Don Quichotte. Na tien jaar ploeteren om de financiering voor de film rond te krijgen, de juiste cast bij elkaar te zoeken en andere voorbereidingen te treffen, kon hij eindelijk aan de slag. De documentaire toonde veelbelovende beelden van de magische wereld van een groot visueel kunstenaar: prachtige kostuums, fantasievolle decors en een hoofdrolspeler met precies de juiste druipsnor en trieste blik.

Maar toen het filmen zelf. In de eerste week werd de filmploeg al overvallen door een stortbui, en dat in een gebied waar het jarenlang niet of nauwelijks had geregend. De Spaanse woestijn veranderde in luttele uren in een modderbad. En toen de hemel eindelijk opklaarde, was het landschap onherkenbaar veranderd zodat alle opnames die tot dan toe waren gemaakt over moesten – alleen was een groot gedeelte van de filmapparatuur weggespoeld, zodat het nog wel even zou duren voordat dit kon.

Met Don Quichotte is het daarna niet meer goed gekomen. Het project sneuvelt voortijdig door problemen met de verzekeringsmaatschappij (is een storm een ‘handeling Gods’? Zo ja, dan wordt er uitgekeerd, zo nee, dan niet) en een hoofdrolspeler die overvallen wordt door een geheimzinnige ziekte, mogelijk door de stress. Terry Gilliam heeft zijn (niet helemaal terechte) reputatie als financiële brokkenpiloot versterkt en het lijkt erop dat hij Don Quichotte nooit meer zal verfilmen. Sterker nog, het is zeer de vraag of hij ooit nog een ‘big budget’ film zal kunnen maken.

De gangbare visie op werkloosheid kan misschien het beste worden omschreven als een combinatie van twee schijnbaar tegenstrijdige opvattingen: het Sociaal-Darwinisme en het Christendom. Darwinistisch is het idee dat er een soort ‘struggle for survival is’; op de arbeidsmarkt beconcurreren allerlei aanbieders (werkzoekenden) elkaar immers. Het ligt voor de hand dat niet iedereen werk zal vinden, evenmin als in de natuur alle dieren overleven. De ‘besten’ overleven echter, en belanden als de juiste m/v op de juiste plaats. Typisch Christelijk is het idee dat wie geen werk vindt daar op een of andere manier ‘schuld’ aan zou hebben: te lui geweest, te dom, te wat dan ook.

In dit Darwinistisch/Christelijke beeld is geen plaats voor het idee dat toeval een rol kan spelen. Terwijl één regenbui het verschil kan uitmaken tussen succes en falen. Eén wolkbreuk en het kan gebeuren dat de ‘beste’ zijn potentieel niet verwezenlijkt: dat een meesterwerk onvoltooid blijft en de maker niet meer aan de slag komt.

Deel:

Geef een reactie