De kleren van The Karate Kid en Cobra Kai (Uren met Netflix – 4 )

De kleren van The Karate Kid en Cobra Kai (Uren met Netflix – 4 )

Ik zou niet weten wat mijn lievelingsfilm is, maar de slechtste film aller tijden is wat mij betreft The Karate Kid.

Werkelijk alles aan die film staat mij tegen.

De keuze van dat schattige jongetje als hoofdpersoon, om te beginnen. Gatverderrie! Wat een misse, valse, doorzichtige truc van de makers om kinderen de bioscoop in te lokken. Wat een laffe, doortrapte, goedkope manier om hun ouders het geld uit te zak te kloppen. Wat een flauw, onorigineel en ongevaarlijk idee om een underdog als je protagonist te kiezen. Want hee, als je het echt niet meer weet, dan maar het verhaal van iemand die gepest wordt, want met zo’n zielenpoot sympathiseert iedereen wel. Of zal zichzelf en anderen wel wijsmaken dat z’n sympathie bij die zielenpoot ligt.

Zeker als die stakker een kwetsbaar kind is, en al helemaal als dat kwetsbare kind tot een minderheidsgroepering behoort (soort van). Niemand zal toegeven dat hij dat kind eigenlijk niet kan uitstaan of dat hij z’n bekomst heeft van al die underdogs in al die Hollywood-films. Niemand zal durven opperen dat hij die pestkoppen veel interessanter vindt, en best wel benieuwd is wat hun nou eigenlijk drijft. En iedereen koopt een kaartje voor de film, al is het maar als bewijs van goed gedrag. De kleren van The Karate Kid, zeg ik!

In de jaren tachtig zwommen bioscoopgangers in de fuik van die laffe, talentloze, commercieel gedreven makers van dat misbaksel van een film. Een al vele malen verteld verhaaltje met wat afgekloven ‘flat characters’. Want natuurlijk wint die sukkel het van z’n kwelgeesten. Op het laatste moment dan hè, zoals een flutterige formulefilm betamt. Want natuurlijk durven de makers niet af te wijken van de obligate ‘Hollywood Ending’. Dat zou neigen naar originaliteit, en originaliteit kost geld. We zijn geen artiesten, hebben de makers gedacht. We maken een film, geen kunstwerk.

De bedorven oude wijn van het verhaaltje van The Karate Kid werd wel in een nieuwe zak verpakt. Soort van nieuw dan, hè. De makers was opgevallen dat de films van Bruces Lee en de serie Kung Fu met David Carradine in de jaren zeventig enorm succes hadden gehad, maar dat hier nooit een ‘follow-up’ op was gekomen. Dan doen wij dat toch, dachten ze – een luie, makkelijke keuze, waar iedereen met enig talent voor was teruggedeinsd. Zij niet. Gewiekst en op geld belust als ze waren, gaven ze hun clichématige verhaal een Aziatische verpakking mee. Een wegwerpverpakking, mogen we wel stellen, met wat vrijblijvende semi-Oosterse quasi-wijsheden. “Balans… het gaat om de balans. In alles wat je doet: zoek de balans.” Holle frasen die diepzinnigheid moeten suggereren. Blehhh!

Misschien wel het verwerpelijkste vind ik dat een in elkaar geflanste film als The Karate Kid allerlei vervolgfilms heeft opgeleverd. The Karate Kid 2. The Karatekid 3. Een tekenfilmserie. Een ‘Next Karatekid’ met een vrouwelijke hoofdrolspeler. Nog één afgrijselijke remake, godbetert met dat antipathieke zoontje van Will Smith in de hoofdrol. En dan zijn er ongetwijfeld allerlei films die meeliftten op het succes van The Karate Kid – fletse kopieën van een toch al kleurloze imitatie. Ik ben er gelukkig in geslaagd ze te mijden.

Had ik trouwens al verteld dat ik ook The Karate Kid nooit heb gezien?

De nieuwe reboot van al die remakes van die kloterige Karate Kid-film wel.

Cobra Kai.

In één woord: GEWELDIG!

Deel:

Geef een reactie