De Nederlandse taal: gering rendement, grote waarde

De Nederlandse taal: gering rendement, grote waarde

In het Bijbelse verhaal van de Toren van Babel lijkt het te gaan lukken een toren te bouwen die reikt tot aan de hemel zolang de mensen één taal spreken. Het enige wat god hoeft te doen om te zorgen dat het project mislukt, is zorgen voor spraakverwarring. Wat je ook van deze mythe mag vinden, er blijkt duidelijk uit dat mensen al heel lang begrijpen dat ze samen meer bereiken als ze dezelfde taal spreken.

Er valt veel voor te zeggen dat juist in deze tijd samenwerking tussen over de hele wereld belangrijker is dan ooit. Ooit werd de wereld beheerst door conflicten tussen individuen, door dorpstwisten, concurrentie tussen steden of de rivaliteit tussen een paar landen. Nu niet meer. De wereld is een dorp geworden. De hele mensheid heeft te lijden onder internationaal georganiseerd terrorisme. De verandering van het klimaatverandering is niet aan landsgrenzen gebonden. Welvaart, vrede, vrijheid en wetenschappelijke vooruitgang in het ene land hangen nauw samen met de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Samenwerking tussen zoveel mogelijk landen is belangrijker dan ooit. En om die te bevorderen, is het ook belangrijker dan ooit dat de mensheid één gemeenschappelijke taal heeft.

Speak you English?

Het Engels is de beste kandidaat om die wereldtaal te worden. Engels is niet, zoals vaak wordt gedacht, de meest gesproken taal ter wereld: dat is Mandarijn Chinees. Dat wil zeggen, 1 miljard 248 miljoen mensen hebben Mandarijn Chinees als eerste taal, tegen ‘slechts’ 372 miljoen ‘native’ sprekers van het Engels. Wel hebben tussen de 500 miljoen en 1,8 miljard mensen Engels als tweede taal. Grote kans dus dat er meer mensen zijn die goed of vloeiend Engels spreken dan mensen die Mandarijn Chinees beheersen.

Nog waarschijnlijker is het dat Engels makkelijker kan uitgroeien tot dé wereldtaal. Engels kenmerkt zich door een combinatie van een simpele grammatica en een enorm vocabulaire. Weinig regels, veel woorden: een simpele en toch zeer rijke taal. Makkelijk te leren – je hebt het zo onder de knie, het Engels is de gitaar onder de talen – terwijl je zonder veel moeite kunt uitdrukken wat je wilt. Weet je niet hoe je je gedachten onder woorden moet brengen? Even het woordenboek erbij pakken en je kunt weer verder (als ik me niet vergis, schreef de Joseph Conrad zo z’n romans, zonder het Engels werkelijk meester te zijn – ondenkbaar in het Mandarijn Chinees, een taal met tienduizenden lettertekens en waarin zinnen hemelsbreed in betekenis kunnen verschillen als de woordvolgorde net iets anders is).

Ik meen ooit te hebben gelezen dat de verspreiding van het Engels wellicht ook wordt bevorderd door de vele open klanken en het ontbreken van lastige gutturalen e.d. – hierdoor zou popmuziek in het Engels zo goed klinken en makkelijk te onthouden zijn. Bovendien is Engels de taal van de wetenschap en technologie. Een pleidooi voor ‘vooruitgang’, staat bijna gelijk aan een pleidooi voor het Engels. Wil je een moderne, hooggeavanceerde Toren van Babel bouwen, dan zul je algauw een voorstander zijn van invoering van het Engels. Desnoods ten koste van een andere taal.

Nederlands: een  tweederangstaaltje

Dat is in Nederland aan veel universiteiten al gebeurd. Het Engels is als officiële voertaal ingevoerd, het Nederlands heeft een tweederangspositie gekregen.

Dit valt niet los te zien van het idee dat alles ‘nuttig’ moet zijn, dat alles ‘rendement’ moet opleveren. Engels verdient de voorkeur boven het Nederlands omdat je er meer aan hebt. Je wordt eerder een wereldburger als je Engels spreekt; je beweegt je makkelijker in internationale gezelschappen, je wisselt makkelijker kennis en ervaring uit.

Misschien geldt dit nog niet allemaal voor de huidige generatie studenten die Nederlandstalig is opgevoed. Die heeft een harde dobber aan het Engels waarin colleges worden gegeven. Nederlandse studenten begrijpen Engelstalige publicaties ook minder goed dan ‘native speakers’. Maar dit soort problemen kan over enkele jaren de wereld uit zijn, als iedereen vloeiend Engels spreekt. Meteen beginnen: voer het Engels als verplichte eerste taal in vanaf de basisschool, en we zijn binnen enkele decennia van het Nederlands af.

Tegen dit soort redenaties valt weinig in te brengen. Tenzij je vindt dat er meer is in het leven dan rendement alleen. Nederlands mag dan veel minder nuttig zijn dan Engels, het rendement mag dan veel lager liggen – is dat werkelijk waar het om gaat?

Niet bij rendement alleen

Ik heb ooit in een bioscoop gewerkt waarvan de bedrijfsleiding vond dat het leven om geld draaide. “Sommige mensen houden van thrillers of van westerns of van horrorfilms. Ik houd van kaskrakers”, zei hij. Het argument dat een filmmaker rekening moet houden met zijn publiek is best redelijk, al was het maar omdat film een duur medium is en financiers afhaken als ze het idee hebben dat er te weinig mensen naar de bioscoop zullen komen om alle investeringen terug te verdienen.

Maar als het alleen om een zo hoog mogelijk rendement gaat, betekent dat het einde voor persoonlijke, voor een klein publiek bestemde films. Wie een film als een gewoon gebruiksvoorwerp ziet – zoals mijn vroegere bedrijfsleider – zal daar niet rouwig om zijn. Wie film als kunstvorm beschouwt wel. Die vindt dat je kunst geen recht doet met een bedrijfsmatige benadering. Het ‘nut’ en het ‘rendement’ van kunst mag dan hoogst twijfelachtig zijn, je kunt niet alles in geld uitdrukken. Er is meer in het leven. Ook wat een gering rendement oplevert kan grote waarde hebben (al is het maar voor een beperkt aantal mensen).

Actieve euthanasie

Zo kun je ook redeneren als je het over taal hebt. Als het aan de rendementsdenkers in beleidskringen en in de universitaire wereld ligt, wordt er actieve euthanasie gepleegd op de de Nederlandse taal. Volkomen terecht, als je vindt dat een taal vooral rendement moet opleveren. Maar als je vindt dat er meer is in het leven dan rendement, waarom zou het Nederlands dan moeten sneuvelen? Een alternatief voor het rendementsdenken is er misschien niet. Maar moet het hele leven daarom doortrokken zijn van het Engels? Waarom zouden mensen die van onze taal houden, deze niet kunnen koesteren? Misschien zelfs aan de universiteit Nederlandse les volgen en lessen in het Nederlands volgen over – dat ligt tenminste voor de hand – de Nederlandse cultuur.

Rendementsdenkers zullen er misschien bewaar tegen hebben om de particuliere hobby van deze taalliefhebbers te sponsoren. Maar zij kunnen gerust zijn. Ook een hobby kan enig rendement opleveren. In dit geval zeker. Want of iemand nu Engels spreekt of niet, wie in Nederland woont of werkt, wordt ondergedompeld in de Nederlandse cultuur. Zolang die niet helemaal is verdwenen, heb je er wat aan om die Nederlandse cultuur te begrijpen. Zo goed mogelijk begrijpen: in het Nederlands, aan de universiteit. Al is het maar bij een vakgroep Nederlands die wordt gedomineerd door studenten die Engels als eerste taal hebben. Zodat de bouw van de Toren van Babel nog beter kan vlotten.

Beeld: Wikipedia/Hill

Deel:

Geef een reactie