De schrijver en de programmeur (Ter nagedachtenis aan Gerrit Krol)

De schrijver en de programmeur (Ter nagedachtenis aan Gerrit Krol)

Wat maakt een schrijver tot een schrijver? Dat hij schrijft, zou je zeggen. Maar om te kunnen schrijven moet hij ook observeren: zich verhouden tot de wereld om hem heen, tot de werkelijkheid. De schrijver moet tenslotte ook iets hebben om over te schrijven. Ook moet hij (al is het maar in beperkte mate) kunnen nadenken. Hoe zou hij anders de zaken die hij ziet met elkaar in verband kunnen brengen?

Want dat doet hij: voorzover hij niets nieuws opschrijft, dan legt hij toch zeker nieuwe relaties tussen bekende feiten. Met andere woorden: hij spint een web van woorden, waarin hij de lezer probeert te vangen. Door een schijnwereld op te roepen creëert hij een val voor de lezer. En wie verstrikt raakt in die wereld, kan er nooit meer aan ontkomen. Dan verandert zijn zienswijze op de werkelijkheid voorgoed: hij kan nooit meer zo waarnemen als vroeger, in de tijd dat hij nog niet in aanraking was gekomen met het werk van de schrijver. Het is alsof de schijnwereld van de schrijver tussen de lezer en de werkelijke wereld is komen in te staan.

De schrijver schrijft – en verblindt de lezer.

Erg zinvol is dat werk niet, en het betaalt ook niet al te best.

Daarom doet een schrijver er goed er nuttig werk bij te zoeken: programmeren. Programmeren kunnen we definiëren als: niet schrijven tegen betaling.

Maar misschien wel een betere definitie is: schrijven in vermomming.

Het werk van de programmeur stemt immers in hoge mate overeen met dat van de schrijver. Ook de programmeur moet observeren. Ook hij moet zich rekenschap geven van de werkelijkheid en de verbanden daarbinnen – de bedrijfsprocessen, functionele gebieden, de organisatiestructuur. En ook hij roept een schijnwereld op, een web om de gebruiker in te vangen. Hij is, net als de schrijver een misleider en een verleider.

Een verschil is er natuurlijk wel. Waar de schrijver met zijn werk tussen de lezer/afnemer en de wereld in gaat staan, brengt de programmeur diezelfde afnemer/gebruiker juist dichterbij de wereld. Zijn programma leert de gebruiker dat divisie X beter presteert dan divisie Y, en dat ontslagen in divisie X dus aan te raden zijn. Of andersom natuurlijk, dat hangt een beetje van de bui van de programmeur af toen hij zijn programma schreef. Hoe dan ook: zijn programma brengt de gebruiker zo dichtbij de wereld dat hij deze kan veranderen. Zijn stempel erop drukken.

Waarop de schrijver weer verslag kan doen van die veranderingen, stempel en al.

En zo houden ze elkaar bezig, de schrijver en de programmeur. Tot aan de dood toe.

Deel:

Geef een reactie