Democratie, dat lusten ze nie (Chinese toestanden)

Democratie, dat lusten ze nie (Chinese toestanden)

Is er een verband tussen economische en politieke vrijheid? Het is een van de 125 grote vragen die de wetenschap nog niet heeft beantwoord, althans zo valt te lezen in het nummer dat Science vorige week uitbracht ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het blad. Helaas geeft Science op slechts 25 van deze vragen een begin van een antwoord en deze vraag zit er niet bij. Wel geeft Science een hint: “China might provide an answer.”

Aha, China. Het land met economische vrijheid (lees: concurrentie) zonder politieke vrijheid (lees: een al dan niet parlementaire democratie met alles d’r op en d’r aan, inclusief medezeggenschap in bedrijven).

Waarom zouden de twee ook altijd moeten samengaan? Economische groei is best mogelijk zonder democratie. Sterker nog: misschien staat democratie de economische groei wel in de weg. Misschien dat China (in navolging van Japan en de Aziatische ’tijgers’) wel zo hard groeit omdat de vrijheid van meningsuiting en al die andere politieke vrijheden aan banden zijn gelegd.

Het ligt wel voor de hand: discussies, inspraak, overleg, gepolder – noem het wat je wilt, het werkt allemaal vertragend en dat is niet handig als je welvaart wilt creëren. Vandaar ook dat bedrijven omwille van de slagvaardigheid beslissingen ook zo veel mogelijk ‘en petit comité’ nemen; in feite bestaat in de meeste bedrijven een meritocratie of een aristocratie. Tussen bedrijven mag dan wel concurrentie bestaan, binnen bedrijven niet.

Zeker in complexe organisaties, waarbinnen allerlei partijen met deelbelangen bestaan, is deze beknotting van de politieke vrijheid welhaast noodzaak.

In kleine organisaties ligt het heel anders. Hier kun je beslissingen veel democratischer tot stand laten komen, met veel meer inspraak van betrokkenen. En daar leiden discussies, inspraak, overleg en gepolder eerder tot grote betrokkenheid bij het algemene belang dan tot organisatieconstipatie.

Met andere woorden: economische vrijheid (en welvaart) en politieke vrijheid gaan gelijk op in kleinere landen, bedrijven en andere organisaties. Binnen grotere organisaties is het verband eerder omgekeerd. Hieruit kun je overigens misschien opmaken dat landen met een democratische traditie zoals Nederland gebaat zijn bij veel kleinschalige bedrijvigheid.

Deel:

Geef een reactie