Een rechtse hobby (Over kunst)

Een rechtse hobby (Over kunst)

Kunst is misschien geen rechtse uitvinding, maar veel scheelt het niet.

De eerste echte kunst – waarvan de maker bekend was, bedoel ik – werd in opdracht van de Rooms-Katholieke kerk vervaardigd. De enige echte rechtse kerk, met andere woorden, die kunstenaars als Giotto al in de 13e eeuw in staat stelde van hun hobby hun werk te maken en hele dagen met verf en kwast in de weer te zijn.

In de Renaissance kregen de kunstenaars er wereldlijke sponsors bij: koningen, prinsen, hertogen en andere vertegenwoordigers van de adel. Dankzij deze rijke rechtse elite kon de kunst ontsnappen aan het keurslijf van het christendom met z’n religieuze thema’s, en konden kunstenaars aan wereldlijke onderwerpen aandacht besteden. Mona Lisa had niet geglimlacht, David zat nog vast in een blok marmer en Venus was niet uit de zee verrezen zonder het rechtse mecenaat uit de late middeleeuwen.

Met de verburgerlijking – misschien is verrechtsing een beter woord – van de samenleving kregen kunstenaars nog meer mogelijkheden een goede positie in de samenleving te verwerven. We mogen de gegoede burgerij wel dankbaar zijn voor alle werken van Rembrandt, Rubens en Vermeer. Mooie, om niet te zeggen rechtse, kunst voor rechtse mensen.

Nog meer kansen kregen kunstenaars door alle technologische ontwikkelingen en de toenemende alfabetisering (beide mogelijk gemaakt door ondernemers – in het algemeen erg rechtse mensen). Kunstenaars konden steeds makkelijker een massaal publiek bedienen; door de uitvinding van de boekdrukkunst konden schrijvers en graveurs rijkdom en roem vergaren, door de radio, de grammofoonplaat en later de CD gold dit ook voor componisten en musici, door film en televisie ook voor acteurs. Kortom, de kunstenaar was nu zelf ook een ondernemer geworden. Sommige artiesten – denk alleen al aan Andy Warhol en Jeff Koons – ontwikkelden zich tot heuse industriëlen, met een zelfde zakelijke aanpak als hun rechtse afnemers. Salvador Dali (anagram: Avida Dollars) was zelfs bereid om zijn handtekening te zetten onder vervalsingen van zijn werk – hoe rechts kun je zijn?

In het recente verleden kreeg de kunstenaar/ondernemer nogal eens bijstand van rechtse financiers en politici. Denk aan de steun van de eng rechtse Hitler – geen onverdienstelijk schilder, overigens – voor artiesten als Leni Riefenstahl en Albert Speer. Eng linkse collega’s als Stalin en Mao waren daarbij vergeleken maar cultuurbarbaren – Stalin beleed met de mond steun voor sociaal realistische kunst maar keek naar films van John Wayne en Mao had zijn wrede handen vol aan een Culturele Revolutie die deze naam niet waardig was.

Tegenwoordig kan iedereen die zich kunstenaar voelt/waant een publiek voor zich proberen winnen, met of zonder rechts geld (sponsoring) of links geld (subsidie). Allemaal dankzij internet en de andere goedkope multimediale middelen die artiesten nu ter beschikking staan. En wat mij betreft leven we in een mooie tijd. Ik geniet elke dag weer van mijn boeken, platen, schilderijen, beelden, prenten en dvd’s en van al het moois dat internet te bieden heeft. Wat ze ook roepen over mijn rechtse hobby’s.

Deel:

Geef een reactie