Getallenkunst (Over statistiek)

Getallenkunst (Over statistiek)

Onlangs gelezen: een artieste is om het leven gebracht toen ze door Europa liftte, terwijl haar bedoeling juist was geweest om aan te tonen hoe ver je wel niet komt als je vertrouwen hebt in je medemens.

Wat een naïviteit, zeggen de meeste mensen die ik dit verhaal vertel (n=3), zo zie je maar weer etc. Een vriend van me vond die conclusie veel te verstrekkend en voorbarig. Dat er eens een lifter om het leven wordt gebracht wil niet zeggen dat de mensheid niet te vertrouwen is. Wie weet overleven de meeste lifters hun avontuur wel. De steekproef was gewoon te klein, te klein in elk geval om uitspraken zoals ‘stap nooit bij vreemde mannen in de auto’ te onderbouwen. Wie weet, zei hij, moeten andere kunstenaars haar experiment gewoon voortzetten.

Het toeval (iets dat volgens een normaalverdeling zeer onwaarschijnlijk is, bedoel ik) wilde dat we de volgende dag een congres bezochten over ‘predictive analytics’ van Ian Ayres, de auteur van de bestseller Number Crunchers. Number Crunchers past in de rij van recente cijferboeken zoals Freakonomics van Stephen Dubner en Steven Levitt, Microtrends: The Small Forces Behind Tomorrow’s Big Changes van Mark Penn en Competing on Analytics van Thomas Davenport en Jeanne Harris. Deze boeken hebben met elkaar gemeen dat ze – zeer stellig, zoals het managementboeken betaamt – een lans breken voor doordachte beslissingen op basis van scenario’s, simulaties, data-analyse en modelbouw.

Ook wanneer de uitkomsten indruisen tegen ‘het gezonde verstand’, ‘het onderbuikgevoel’ of vooroordelen – want dat komt nogal eens voor. Ayres gaf als voorbeeld de titelkeuze zijn eigen boek. Toen zijn boek klaar was, aarzelde hij tussen Number Cruchers en The End of Intuition. Hoewel The End of Intuition zijn voorkeur had, besloot hij de proef op de som te nemen door van elk van de twee een ‘google ad’ te plaatsen. En wat bleek? Dat Number Cruchers vele malen vaker werd aangeklikt dan The End of Intuition. Vandaar de huidige titel.

Daarmee stipte Ayres meteen ook de beperkingen aan van ‘predictive analytics’ en, meer in het algemeen, van statisch onderbouwde beslissingen. “There are lies, damn lies and statistics”, heet het, maar dat is natuurlijk een leugen. Statistieken liegen niet, maar ze zijn eerder geschikt om veronderstellingen te toetsen dan dat ze een alternatief vormen voor ‘het onderbuikgevoel’, het creatieve vermogen of hoe je het noemen wilt. Je moet eerst een titel à la Number Cruchers of The End of Intuition verzinnen voordat je ‘m kunt testen (en je moet ook verzinnen dat je die test via google ads kunt uitvoeren).

Een tweede, misschien wel belangrijker beperking is dat we de conclusies die uit de cijfers best naast ons neer kunnen leggen. The End of Intuition was commercieel gezien een minder goede titel dan Number Cruchers, maar is dat een reden om er dan maar van af te zien? Voor Ayres wel, maar een andere auteur had wellicht zijn ‘onderbuikgevoel’ gevolgd, ook al wist hij dat hij daarmee minder kopers zou trekken. Iemand die voor de volle honderd procent achter z’n boek wilde staan, bijvoorbeeld.

Misschien is het ‘hineininterpretieren’ – wie met statistici omgaat, wordt er door besmet -, maar het zou mij niet verbazen als die artistieke liftster best wist dat ze statistisch gezien een hoog risico liep om vermoord te worden (wellicht zijn er statistieken van, en hoeven er geen levensgevaarlijke steekproeven te worden uitgevoerd – daar had mijn vriend even niet aan gedacht). Ja, ik denk dat ze zich simpelweg niet bij die somberstemmende cijfers wilde neerleggen. Terecht, vind ik, want waarom zou je een slaaf van de statistiek moeten zijn?

Deel:

Geef een reactie