Huismannenmonitor (Over echte emancipatie)

Huismannenmonitor (Over echte emancipatie)

Het aantal mannen dat de (hoofd)verantwoordelijkheid draagt voor het huishouden neemt gestaag toe.

Dit blijkt uit de laatste editie van de jaarlijkse Dutch Male Activity Index. Volgens dit onderzoek bedraagt het percentage huismannen nu 21,5%. Bij de vorige meting was dit nog 18%. De toename valt volgens de onderzoekers vooral toe te schrijven aan de crisis (mannen zijn minder in trek op de arbeidsmarkt dan enkele jaren geleden) en aan de voortdurende toename van ‘carrièrevrouwen’.

Ondanks de stijging van het aantal huismannen, ligt het percentage nog altijd beduidend lager dan in de ons omringende landen. In Duitsland zijn 25% van de mannen actief in het huishouden, in de Skandinavische landen zelfs 35%. Ook het aantal fulltime huismannen ligt elders hoger. In Nederland combineert bijna de helft (49,5%) van de huismannen de huishoudelijke taken met huishoudelijk werk buiten de deur. In andere landen is dat nog geen vijfde (17,8%). De onderzoekers leiden hieruit af dat de Nederlandse man nog altijd niet in volle overtuiging voor het huismanschap kiest. “De emancipatie heeft nog een lange weg te gaan”, concluderen de onderzoekers.

Voor de Dutch Male Activity Index zijn ook enkele mannen geïnterviewd.

Hans (35) is een van de weinig fulltime-huismannen in Nederland. “Mensen – mannen én vrouwen – kijken vaak gek op wanneer ze horen dat ik me uitsluitend op het huishouden richt en daarmee bovendien heel gelukkig mee ben. Het is weliswaar nogal monotoon, maar je kunt je werk grotendeels zelf indelen. En je houdt veel vrije tijd over. Ik zou niet meer anders willen. Gek dat niet meer mannen kiezen voor het huismanschap. Gek ook dat steeds meer vrouwen carrière willen maken. Misschien moeten zij er nog achter komen hoe verschrikkelijk dat is.”

Fulltime-huisman Peter (52) zou evenmin anders willen. Maar wat voor hem geldt, geldt niet voor elke man, benadrukt hij. Hij verbaast en ergert zich ook aan de juichverhalen over de ‘mancipatie’. “Waarom moeten we blij zijn dat er meer huismannen komen? We weten toch niet of al die mannen geschikt zijn voor dit veeleisende vak, of dat ze gelukkig zijn. Huishoudelijk werk iets voor mensen – mannen én vrouwen – met een licht autistische inslag, die zich goed kunnen concentreren op eenvoudige taken en geschikt zijn voor een solitair bestaan. In mijn geval klopt dat aardig, maar dat geldt niet voor alle mannen. Het lijkt erop dat daar in de berichtgeving wel van wordt uitgegaan.”

“Nogal simplistisch”, gaat Peter verder. “Als ik vrouw was, zou ik ook niet willen lezen dat het goed is dat er steeds meer vrouwen in topfuncties belanden. En ik zou al helemaal niet willen worden aangenomen voor een baan omdat ik toevallig vrouw was. Misschien is het wel typisch huismannelijk om er zo over te denken, maar ik zou dat als vrouw behoorlijk seksistisch behandeld voelen.”

Deel:

Geef een reactie