Kleine geschiedenis van het stalken (Heleen Mees in historisch perspectief)

Kleine geschiedenis van het stalken (Heleen Mees in historisch perspectief)

Typisch iets voor deze tijd, dacht ik, toen me de berichten over de stalkingpraktijken van Heleen Mees (geboren Nijkamp) bereikten. Zij is, leek me, zo iemand die volledig gericht is op één doel en zich niet laat weerhouden om dat doel te halen. Nou ja, een paar doelen misschien, maar ze komen allemaal voort uit een enorme geldingsdrang, een rücksichtsloze ambitie. De innerlijke rem – zo ze die al ooit had – is versleten en niet vanwege veelvuldig gebruik: in het leven van Heleen Mees draait het om Heleen Mees. Heleen Mees leeft voor zichzelf, zonder rekening te houden met anderen, desnoods ten koste van anderen.

Typisch iets voor deze tijd, zoals gezegd. Niet eens zozeer omdat de Mees-achtige eigenschappen in andere tijdperken minder vaak voorkwamen. Nee, vooral omdat we leven in een maatschappij waarin een winnaarsmentaliteit wordt aangemoedigd maar ontsporingen ervan niet worden gecorrigeerd in de onze prestatiegerichte maatschappij. Al onze aandacht is gericht op degene die zijn ambities waarmaakt, zonder dat we ons realiseren dat diezelfde ambities een gevaar kunnen vormen en hem/haar te gronde kunnen richten. Ga maar na. De ene dag ben je dankzij al je inspanningen een succesvolle carrièrevrouw, de volgende dag ben je in je pogingen om het aan te leggen met iemand die hoger in de voedselketen staat dan jij een narcistische stalker.

Vroeger zou een stalker als Mees niet zijn voorgekomen, dacht ik. Voorzover mensen niet van huis uit enige bescheidenheid hadden meegekregen, dan hadden ze vroeger toch altijd wel familie, vrienden en bekenden om zich heen die hen corrigeerden als ze aan kapsones leden, een te grote mond hadden of overambitieus waren – de ‘reality check’ die in onze geïndividualiseerde maatschappij ontbrak. Vroeger had je tenminste nog sociale controle. Vroeger, ja vroeger, toen nog niet iedereen z’n gang kon gaan, met alle rampzalige gevolgen van dien. Dacht ik en slaakte een diep, weemoedige zucht.

Maar wanneer was dat ‘vroeger’ eigenlijk?, bedenk ik me nu. Wanneer is de eerste stalker uit de kast gekomen? Klopt mijn theorie wel dat stalking een bijverschijnsel is van de moderne tijd?

Een korte speurtocht op internet leert dat stalking in juridische zin pas bestaat sinds 1990, toen de eerste anti-stalkingswet in de VS werd aangenomen – dit naar aanleiding van de moord op de actrice Rebecca Schaeffer door haar stalker Robert Bardo (“I have to eliminate what I cannot attain”).

Uiteraard had menige stalker in de jaren daarvoor al van zich laten spreken, al werd hij (meestal een hij) nog niet zo door de wet aangemerkt. Bekend is Robert Hinckley, de stalker van Jodie Foster die geïnspireerd door de film Taxi Driver in het begin van de jaren tachtig een aanslag op Ronald Reagan pleegde (dat was dan weer wel een misdrijf). Maar ook daarvoor moeten er stalkers zijn geweest. Ik herinner me dat in de film Play Misty for Me (1971) van en met Clint Eastwood een vrouwelijke stalker voorkomt – lang voordat Fatal Attraction (1987) de aanzet zou geven tot een hele hausse aan films over stalkers. Voorzover ik kan nagaan is Play Misty for Me de eerste film over stalken, wat me tot de voorzichtige conclusie brengt dat stalken een erfenis van de jaren zestig of zeventig is.

Let wel: voorzichtige conclusie. Volgens een vriend van me blijkt uit de film Girl with a Pearl Earring dat Johannes Vermeer werd gestalkt door een model (al wist hij dat niet meer zeker, en al helemaal niet hoe waarheidsgetrouw die film is). En was Othello van Shakespeare niet ook in wezen en stalker? Met andere woorden: misschien is stalken wel honderden jaren oud. Of zelfs iets van alle tijden. De oorsprong van het woord ‘stalken’ lijkt daarop te wijzen: stalken komt uit het Middel Engels (1250-1300), waar de term zoveel betekende als stiekem te bewegen (stealthily), en is verwant aan het woord ‘steal’ (stelen, dus). In de 16e eeuw wordt stalker synoniem voor ‘prowler’ (dief, maar ook roofdier). Het woord bestond dus al lang, voordat het in de 20e eeuw z’n huidige betekenis kreeg.

Maar goed, dat zegt allemaal misschien niet zoveel. Misschien dat stalkers door de eeuwen heen altijd hebben bestaan. Dan nog kunnen stalkers ’typisch voor de moderne tijd’ zijn en een ‘erfenis uit de jaren zestig of zeventig’, zoals ik vermoed. Dit geldt helemaal voor de vrouwelijke stalker, vrees ik. Want hoe wrang het ook klinkt: de emancipatie heeft zelfstandige vrouwen opgeleverd en voor vrouwen geldt net zo goed als voor mannen dat ze niet allemaal even goed zelfstandigheid overweg kunnen.

Ik bedoel maar: Heleen Mees had honderden jaren geleden ondanks al haar egocentrisme en al haar ambities nooit een proefschrift kunnen schrijven met een opdracht voor iemand die ze even later hinderlijk zou achtervolgen om de doodeenvoudige reden dat ze nooit carrière had kunnen maken. O, en ze had ook nog gewoon Heleen Nijkamp geheten.

Beeld: Deviantart.com, Faejala

Deel:

Geef een reactie