Les in succes 2 (Over hard werken)

Les in succes 2 (Over hard werken)

Wat ik nu weer hoor: vriend N. heeft zijn baan moeten opgeven omdat hij overspannen is. Achteraf verbaast het me niet, maar ik had het niet zien aankomen en zuur is het wel. N. is – pardon, was – wat je noemt een harde werker. Niet de beste schrijver die ik ken, maar wat een productie! Zijn toetsenbord hanteerde hij met de snelheid van een mitrailleur, en al troffen niet al zijn woorden doel, hij schreef brochures, tijdschriften en boeken vol. Een veelschrijver, die zelden een deadline miste. Een zegen voor het PR-bureau waar hij werkte.

Wel merkte je de laatste jaren dat hij erg onder druk stond. Zijn laatste interviews hadden nog het meeste weg van losse flarden uit gesprekken waaraan hij toevallig had deelgenomen en in zijn achtergrondverhalen en bedrijfsreportages was de kop hopeloos op zoek naar de staart. Maar goed, vrijwel niemand die het merkte: de meeste mensen hebben nu eenmaal geen oog voor compositie, en zolang er geen spelfouten in staan vinden zij het al lang goed (en aangezien zijn teksten altijd door opdrachtgevers werden gecontroleerd, waren zelfs zijn beroerdste verhalen foutloos). Zijn werkgever mocht zich in zijn handen knijpen met zo’n wandelende tekstfabriek.

Het merkwaardige is dat N. nooit echt op waarde is geschat. Zijn collega W. kreeg bijvoorbeeld net zo veel betaald, terwijl er veel minder uit diens handen kwam. Het leek wel of W. het ‘less is more’ tot professioneel motto had verheven, zo miniem was zijn ‘output’. Wel waren zijn teksten net ietsje beter geschreven dan die van N. In de ogen van opdrachtgevers tenminste, die minder correctiewerk hadden aan werk van de luie maar zorgvuldige W. dan aan dat van de overbelaste en daardoor slordige N.

Maar wat dan nog? De waarde van iemands productie kun je definiëren als kwantiteit x kwaliteit. In dit geval: een veel hogere kwantiteit x een ietsje lagere kwaliteit = een veel hogere waarde. Al met al betekende N. voor het bedrijf veel meer dan W.

Het geval van N. staat niet op zich. Met buffelen kom je er niet in het bedrijfsleven, eerder is het goed voor een enkele reis richting burn out. Ook nogal wat economen hebben de mond vol van productiviteit (‘kwaliteit’), maar vergeten dat er ook uren moeten worden gedraaid (‘kwantiteit’). Met ‘hard werken’ redden we het niet in de 21e eeuw, we moeten ‘slim werken’ om te concurreren met Azië, heet het dan. Terwijl we natuurlijk én slim én hard moeten werken. Maar daar hoor je nooit iemand over.

Sterker nog, om een of andere reden wordt er gedacht dat wie hard werkt wel niet zo slim zal zijn. En waarom zou je eigenlijk ook hard werken als dit de heersende mening is – dan ís het ook helemaal niet slim om hard te werken.

Beeld: picryl.com

Deel:

Geef een reactie