Mijn laatste woorden (Eindejaarspraatje)

Ik weet het, jullie mogen mij niet. En hoewel liefde zich niet laat dwingen, voel ik toch een sterke aandrang om me te verdedigen. Nee, jullie harten zal ik er niet mee veroveren. Maar misschien dat ik jullie wel kan tonen hoe onredelijk jullie haat is. Misschien kan ik enige twijfel zaaien. Als me dat lukt, heb ik toch wat bereikt voordat ik mijn laatste adem uitblaas: geen liefde, maar wat minder haat.

Die haat verdien ik namelijk niet. Want wat heb ik jullie misdaan?

Ik lees over een economische malaise die tot bezuinigingen dwingt. Maar ik zie geen malaise, ik zie afnemende groei. Moet een bedrijf (of land) bezuinigen als de omzet en winst in een wat lager tempo toenemen dan voorheen? Er is geen econoom die dat durft te beweren. Trouwens: Nederland is de wereld niet en de wereldeconomie staat er helemaal niet zo slecht voor. Vooral de Amerikaanse economie heeft de groeistuipen weer te pakken. En ik hoef jullie niet te vertellen dat de Nederlandse economie vanzelf zal worden meegesleept in de ‘slipstream’ van de Amerikaanse.

Ik word ervan beschuldigd dat ik er politiek een potje van heb gemaakt. De media verwijzen naar de moord op Fortuyn, de geïmproviseerde verkiezingen, de verdeeldheid binnen de LPF (een partij die net als zijn naamgever in ontbinding verkeert) en de val van het kabinet. Maar jullie hebben toch veel geleerd? Fortuyn heeft een idealistische belangstelling voor de politiek gewekt. Die belangstelling heb ik de nek om gedraaid. Ik heb laten zien dat de politiek er is voor carrièremakers en niet voor idealisten. De politicus begint bij de wereld en verbetert zichzelf, de idealist verbetert de wereld en begint bij zichzelf – dat weten jullie nu, dankzij mij.

Een laatste verwijt is dat ik allerlei sluimerende sociale en religieuze tegenstellingen aan het licht heb gebracht. Dat kan ik niet ontkennen. Maar die tegenstellingen waren er al lang, ik heb ze alleen in het volle licht gezet. Voordat ik verscheen, was het ‘not done’ om te spreken over alle spanningen die verschillen in ras, geloof en afkomst opleveren: ’15 miljoen mensen, die laat je in hun waarde’. Dankzij mij kan er tenminste openlijk over worden gepraat, er is zelfs discussie of de ene ‘cultuur’ superieur is aan de andere. Ik geef toe: fraai is het allemaal niet, het doet denken aan een puist die wordt opengeknepen. Maar tussen ons zelfbeeld en de werkelijkheid gaapte nu eenmaal een enorme kloof.

Ik wil maar zeggen: Nederland is een rijk land, veel rijker dan alle sombere berichten willen doen geloven. En dankzij mij hebben jullie enige politieke waarheidszin en sociale zelfkennis opgedaan. Wend al deze middelen ten goede aan. En denk niet te slecht over mij: beschouw mij niet als een rampjaar, maar als een jaar van inzicht.

Deel:

Geef een reactie