Neuken en verneukt worden (Over kiezen, geloof ik)

Advocaten zijn mensen die hun handen in onschuld wassen maar ondertussen op de stoel van de rechter zitten. Dat was zo’n beetje de strekking van een recent Bletzpraatje over advocatuur. Vriend E. sprak mij er laatst op aan. Precies eenzelfde verhaal kun je over ‘de’ journalistiek ophangen, zei hij. De media vormen een krachtig leger (Watergate! Vietnam!). En als individuele journalistieke soldaat draag je bij aan de strijd (om de waarheid! de democratie!). Of niet natuurlijk, maar niet kiezen is ook kiezen, zoals Jean-Paul Sartre al wist te melden. Een opportunistische advocaat kan besluiten willekeurig wie te verdedigen (kinderverkrachters! oorlogsmisdadigers!), een journalist kan besluiten er met de pet naar te gooien en slappe praatjes te verkopen in tweederangsblaadjes of nog verder afzakken (reclame! voorlichting!).

De media zijn lang niet zo invloedrijk als mensen wel denken, riposteerde ik. Onder druk van het voortdurende streven naar winst leggen de mediaconcerns zich steeds sterker toe op entertainment en non-informatie. Overheden zijn gedrild in het afhouden en misleiden van de media (de golfoorlogen!). En vergeet de gemakzuchtige afnemers niet. Wie heeft er nu behoefte om te weten wat er in de rauwe werkelijkheid speelt? Ja, de mondige burger die zich ten tijde van Watergate en Vietnam opeens roerde. Maar is zijn plaats niet al lang ingenomen door de tevreden consument die liever naar ‘Patty’s Posse’ kijkt dan naar het journaal?

Ga daar maar eens aan staan als individueel journalistje. Een advocaat geniet tenminste nog wettelijke bescherming: zelfs als hij opkomt voor non-vermogenden weet hij zich verzekerd van een goed belegde boterham. De journalist moet maar zien dat hij zijn eurocentjes bij elkaar tikt. Vind je het dan gek dat zo veel journalisten voorlichter worden, reclamefoldertjes gaan vullen en sponsored magazines maken? Zij kunnen het zich niet veroorloven idealist te zijn.

De volgende dag verscheen in Het Parool de column van ene Heleen van Royen over de seksuele escapdes van de (toen nog) Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk. Ik moest meteen denken aan de discussie met E. Kiezen, niet kiezen – is dat niet waar het in deze zaak om draait? De columniste had ervoor gekozen vertrouwelijke informatie over een publiek persoon naar buiten te brengen; had ik in haar positie hetzelfde gedaan?

Ik heb jarenlang in de Amsterdamse hoerenbuurt gewoond, en zal de wallen wel altijd eerder met geluidsoverlast associëren dan met wellust. Wij woonden naast een bordeel (In den ouden lichtekooy), boven een sexshop annex videotheek (met kijkhokjes van waaruit sigarenrook ons huis in trok, vergezeld van de ooh’s en aahs van de slecht nagesynchronizeeerde pornosterren), naast een Liveshow (favoriete muziek van de directie: I’m your private dancer van Tina Turner), voor een kroeg, tegenover de sexclub ‘Casa Rosso’, te midden van de boeren als er een Landbouw RAI was, te midden van de voetbalsupporters als Ajax thuis speelde, te midden van de Rob Oudkerks als de gemeenteraad vergaderde.

Het went. Eén boer, één voetbalsupporter, één Oudkerk meer of minder, het valt je op den duur niet meer op. Mannen gaan naar de hoeren, ja. Het is toch wat. Verder nog echt nieuws? Mooie tractor gezien op de Rai? Heeft Ajax nog gewonnen? Welk lintje mag Rob morgen doorknippen?

Dus nee, als Rob Oudkerk mij zijn hoerenlopen had opgebiecht, had ik er niet over geschreven. Als niet in Almere woonachtige journalist had ik er de nieuwswaarde eenvoudigweg niet van ingezien. Waarmee ik (geloof ik) maar wil zeggen: kiezen en niet kiezen, neuken en verneukt worden – je hebt het niet altijd voor het kiezen en al helemaal niet voor het (ver)neuken.

Deel:

Geef een reactie