Ongezonde zorgen (Over de stijgende kosten van de gezondheidszorg)

Ongezonde zorgen (Over de stijgende kosten van de gezondheidszorg)

Als bijna-oudere moet het me toch van het bijna versleten hart: die hele discussie over de stijgende kosten van de gezondheidszorg wordt wel bijzonder eenzijdig gevoerd. De ziektekosten stijgen want er komen steeds meer ouderen en die hebben het meeste zorg nodig – dat is in het kort de redenatie. Soms wordt er nog de ziekte van Baumol bijgehaald: de kosten stijgen omdat de lonen in de gezondheidszorg stijgen, terwijl hun productiviteit niet of nauwelijks toeneemt. Verpleegsters en artsen willen niet achterblijven bij werknemers in andere sectoren, maar gaan niet meer hartoperaties uitvoeren of gebroken benen spalken.

Dramatisch, wordt er dan aan toegevoegd. Als de vergrijzing doorzet, gaat straks een derde (of meer) van ons inkomen op aan gezondheidszorg. Lees: wordt er een derde over de balk gegooid, om het zinloze leven van die overjarige om niet te zeggen overbodige ouderen te rekken.

In mijn bijna oude en bijna versleten hersenen wil het er niet in, deze ramptijding.

Wat zou het namelijk dat de kosten in de gezondheidszorg stijgen? Als de productiviteit in andere sectoren wél stijgt, kunnen we ons dat best veroorloven. Al gaat er 60 procent van wat we verdienen naar de gezondheidszorg (in 2100 is het misschien al zo ver), zolang de resterende 40 procent genoeg is om in onze overige levensbehoeften te voorzien, is er geen reden tot paniek (en het is heel goed denkbaar dat die 60 procent in 2100 meer is dan de huidige 100 procent). Zolang de productiviteitsstijgingen over de hele linie groot genoeg zijn om de achterblijvende productiviteit in sectoren zoals de gezondheidszorg te compenseren, kunnen we die ziekte van Baumol gerust blijven meedragen – zegt William Baumol overigens zelf, in zijn nieuwe boek The Cost Disease: Why Computers Get Cheaper and Health Care Doesn’t.

Nog een reden dat ik alle zorgen over de dure gezondheidszorg overtrokken vind: er wordt alleen naar de kosten gekeken en niet naar opbrengsten. Ouderen draaien maar al te vaak nog mee in de maatschappij. Voorzover ze geen betaald werk verrichten (wel eens gekeken naar de gemiddelde leeftijd van een commissaris bij een beursvennootschap?), dan verrichten ze maar al te vaak vrijwilligersarbeid, passen ze op de kleinkinderen of doen ze huis-tuin-en-keukenklusjes voor de buren.

Maar al te vaak is het werk dat ouderen verrichten onbezoldigd, maar daarom is het nog niet waardeloos. Eigenlijk zou je er een waarde aan moeten toekennen, en deze salderen met de kosten die ze maken voor gezondheidszorg. Of je zou ouderen gewoon moeten inzetten en betalen – wat is dat voor onzin dat mensen rond hun 65e met pensioen moeten gaan, terwijl ze in veel functies op hun 70e of 80e nog gewoon kunnen meedraaien? Wat zeg ik, voor veel soorten werk zijn ze beter geschikt dan jongeren. Ze zijn misschien wat trager, maar ook niet zo onbesuisd, rustiger en invoelender ook – eigenschappen waar ze zeker in de gezondheidszorg dringend behoefte aan hebben.

Deel:

Geef een reactie