Politiek en scheren (Ode aan Herman Heijnsbroek)

Stram en stroef schuurt de Gillette Mach III langs Jolle’s kin. “Wat heb ik hier toch een hekel aan”, denkt hij. Au! Daar snijdt hij zich in zijn eigen vlees. Hij ziet hoe zijn bloed zich vermengt met oude huidschilfers, baardhaar en enkele onidentificeerbare voorwerpen (voedselresten?). Het scheermes zal wel bot zijn (vreemd eigenlijk: dat je jezelf met een bot mesje eerder snijdt dan met een scherp mesje); hij heeft het apparaat de laatste maanden zo slecht onderhouden.

Hoe lang is het eigenlijk geleden dat hij zich voor het laatst heeft geschoren? Hij zou het niet weten. Dat was wel anders een jaar geleden, toen hij zijn gezicht elke dag een scheerbeurt gaf. Wat een gedoe! En dan moest hij ook dagelijks even langs zijn schedel glijden om die nog gladder te maken (gek eigenlijk: dat je een kale schedel zo vaak moet scheren. Je zou denken dat je haar vaker moet bijwerken als je er meer van hebt. Maar toen Jolle nog veel haar had, mocht er geen schaar of scheermes bij in de buurt komen.) Een jaar geleden moest Jolle bovendien nog elke dag strak in het pak, met zo’n das die hij maar niet in een dubbele Windsor kon knopen.

Jolle heeft er bijna drie heerlijke maanden op zitten. Ongeschoren, ongeknipt, met een slechtzittend pak en open overhemd naar zijn werk – zo wil hij het nog wel eens mee maken. Nu maar hopen dat Herman Heinsbroek weer minister wordt en de invloed van Pim Fortuyn op de mannenmode voorgoed doet vergeten.

Deel:

Geef een reactie