Spel zonder grenzen (Eye on Las Vegas)

Spel zonder grenzen (Eye on Las Vegas)

“Alle cultuur is geboren in een spel op de grens van scherts en ernst”, schreef de historicus Johan Huizinga ooit. Het zou betekenen dat we het spel kunnen opvatten als cultuuruiting, als afspiegeling van allerlei maatschappelijke denkbeelden en gewoonten? Wie het spel altijd heeft gezien als zinloze tijdsbesteding kijkt misschien op van deze serieuze benadering. Waarom zou men het spel ernstig nemen (Huizinga zei zelfs: “Men de ernst kan loochenen, maar het spel niet.” Waarom de spelende mens (‘de Homo Ludens’) ook maar een blik waardig gunnen? Waarom zou een spel meer dan zomaar een spelletje zijn?

Om een eerste argument aan te stippen: menig spel is bevorderlijk voor de gemeenschapszin. Ga maar na: spellen speel je met familie, vrienden en kennissen bij wijze van sociale bezigheid. Als er niet al een band was, ontstaat die wel. En als de band er wel was, dan wordt die door het spel versterkt. Zoals bij de multi user games die de laatste tijd zo aan populariteit winnen (zoals World of Warcraft of Habbo Hotel).

Natuurlijk is niet elk spel bevorderlijk voor een ‘community gevoel’. Maar ook dan is een spel vaak een uitdrukking van de verbeeldingskracht en creativiteit van de deelnemer en biedt menig game hem de gelegenheid zijn speelse geest de vrije loop kan laten. En uiteraard kunnen spelers ook allerlei vaardigheden ontwikkelen – vaardigheden die voorzover ze niet van maatschappelijk nut zijn, toch altijd nog bij het ‘gamen’ zelf van pas komen. En wie bedreven is een spelletje, lachen de knikkers soms tegemoet. Neem de Nederlandse professionele gamer Sander Kaasjager, die bij de laatste Cyberathlete Professional League World Tour een recordbrekend totaalbedrag van maar liefst 232.000 dollar won. Zo te zien een Homo Ludens die ook een heuse Homo Economicus is.

Er zijn (leert een korte studiereis naar Las Vegas) twee soorten gamers.

De eerste (de grootste) is de groep die het liefste passief achter een ‘one armed bandit’ zit. Liefhebbers van kansspelen in elk geval. Veel troosteloos uitziende ouderen en lichamelijk minder bedeelden, mensen die in het werkelijke leven een slechte hand kaarten hebben in elk geval, en die hopen dat de portie geluk waar ieder mens tenslotte recht op heeft zich ergens in het casino ophoudt. De tweede groep (uitgelaten vakantiegangers, zakenmensen zoals wij) neemt het liefste tegen een croupier of de bank op. Hun voorkeur voor behendigheidsspelen zal er wel mee te maken hebben dat ze geleerd hebben dat je het geluk afdwingt. Slechte kaarten? Gewoon doorspelen, uit het leven halen wat er in zit. Als het geluk je niet toelacht, dan kietel je het geluk maar.

Daarmee vormt de wereld van het spel een afspiegeling van de werkelijke maatschappij. Of nee, eerder is het andersom. Het lijkt er eerder op dat de ‘echte werkelijkheid’ steeds meer trekken krijgt van een fantasiewereld, of dat de virtuele werkelijkheid en de ‘echte wereld’ bij elkaar inspiratie opdoen. Steeds televisieprogramma’s hebben een spelkarakter (van Expeditie Robinson tot Peking Express), zelfs programma’s met een documentaire-achtige opzet (met Big Brother als meest sprekende voorbeeld). Games worden voor communicatie, educatie en voorlichting ingezet door zulke uiteenlopende organisaties als Veilig Verkeer Nederland en het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking.

Het hele leven wordt zo langzamerhand een spel zonder grenzen. Echt en onecht zijn niet meer van elkaar te onderscheiden, de grens tussen scherts en ernst waarop alle cultuur wordt geboren is volledig vervaagd. We worden zo langzamerhand als Truman in de film The Truman Story: mensen die in een kunstmatige wereld leven, een decor zelfs, waar eenvoudige (spel)regels gelden. In de film weet iedereen behalve Truman dat er buiten hen een wilde, woeste, echte, niet zo plezierige maar wel erg waarachtige wereld is. Totdat Truman op een goede dag het decor van de schijnwereld doorprikt. Wie in de werkelijke wereld volgt dit filmpersonage?

Deel:

Geef een reactie