Terug naar af (Boekenweekgeschenk 2008)

Terug naar af (Boekenweekgeschenk 2008)

Dat Maria een bijzonder kind was, kon niemand ontgaan. Op haar achtste zag ze eruit als een tachtigjarige en toen haar klasgenootjes naar de middelbare school gingen, leek zij rijp voor het bejaardenhuis. Haar vreemde uiterlijk stond een gelukkige jeugd niet in de weg. Ja, volwassenen hadden een instinctieve afkeer van haar, zoals aan alles wat herinnert aan de vergankelijkheid van het bestaan. Maar kinderen waren dol op haar vanwege haar grootmoederlijke uitstraling en haar engelengeduld. Terwijl hun ouders altijd gehaast waren, was zij een en al rust, een vast ankerpunt in hun woelige bestaan.

Naarmate Maria ouder werd, kreeg ze het alleen maar makkelijker. Haar vrienden kregen hun eerste vetrollen, ze werden ontsierd door rimpels, haaruitval, aderverkalking en een uitdrogende huid, terwijl hun pas stroever werd, hun zicht minder scherp en hun geheugen zompiger. Maria daarentegen zag er met de dag jeugdiger en sterker uit, tot ze er – rond haar 37e – jong begon uit te zien voor haar leeftijd en rond haar 60e zelfs oogde als een jonge meid.

Gevraagd naar haar geheim, zei ze dat ze altijd de tijd had genomen. De meeste mensen waren doelgericht en gehaast ergens op weg naar toe, waardoor het leven in een steeds hoger tempo aan zich voorbij leek te trekken. Maria had echter het kinderlijke vermogen behouden om ‘in het hier en nu’ te leven en elk moment te beleven, om het leven als het ware stil te zetten. Sterker nog, ze had dit vermogen aangescherpt, waardoor ze achteruit kon leven, en de tijd kon uitrekken. De meeste mensen gingen gehaast voorwaarts en verouderden; zij ging geduldig achteruit, waardoor haar leven één geslaagde verjongingskuur was geworden.

Haar laatste jaren, toen ze heel oud of liever gezegd heel jong was geworden, bracht Maria het liefste door in het gezelschap van kinderen. Sommige volwassenen hadden in de gaten dat ze met een wel heel ouwelijk kind te maken hadden, de meesten hadden het veel te druk om iets bijzonders aan Maria op te merken of dachten dat ze enigszins achterlijk was (en ‘achterlijk’ was misschien ook wel een juiste typering, zij het dan niet in de gangbare betekenis van het woord). De kinderen waren dol op haar, en door haar levenservaring kon ze hen helpen op weg naar puberteit, volwassenheid en dood.

Haar eigen dood ging onopgemerkt voorbij. Ze was er opeens niet meer: terug bij af, klaar om opnieuw te beginnen.

Deel:

Geef een reactie