Verlosser en verliezer (Orfeus vs. Jezus)

Als het ietsje anders was gelopen, was niet Christus de belangrijkste invloed geweest op de Westerse cultuur maar Orfeus. En had Mel Gibson misschien een film gemaakt over de wrede moord op Orfeus door de Maenaden, die hem kwalijk namen dat hij geen vrouw meer kon zien nadat zijn Euridyce was gestorven. Of een film over de wraak van Zeus op Orfeus omdat hij de geheimen van de goden aan de mensen had geopenbaard. Of een film die gebaseerd was op een van de vele andere varianten op de Orfeus-mythe (bekendste versie, in telegramstijl: Orfeus’ verloofde Eurydice sterft, hij kan niet meer zingen, mag daarom van de goden afdalen in de onderwereld om haar terug te halen, maar kijkt om zodat de reddingsoperatie jammerlijk mislukt).

Het Orfisme was een religieuze stroming die zich beriep op die mythen over Thracische dichter en zanger Orfeus en vermoedelijk in de zevende eeuw voor Christus is ontstaan op de Balkan. Centraal staat het geloof in een een onsterfelijke menselijke ziel, die aan een rad van de wedergeboorten in een lichaam kan ontsnappen door zich te zuiveren van zonde. Daarmee vertoont het Orfisme sterke gelijkenis met zowel het Boeddhisme (met zijn geloof in reïncarnatie) als het ‘mainstream’ christendom (met zijn geloof dat de individuele ziel wordt geoordeeld en bestemd voor hemel, vagevuur of hel). Een aansprekend geloof, dat zich over heel Europa verspreidde, tot het in de vroege middeleeuwen werd verdrongen door het christendom.

Nu het niet ietsje anders is gelopen, en Jezus de verlosser is geworden en Orfeus de verliezer, neemt niemand er aanstoot aan als de Orfeus-mythe weer eens wordt herschreven. De vroege christenen waren de eersten die de mythe aanpasten. Vrouwvijandig als zij waren, vlakten zij de rol van Eurydice weg: zij werd de wereldse muze van Orfeus, terwijl ze in vroegste versies van de mythe Orfeus als een gevaarlijke schikgodin de dood in lokt. De ware muze is de machtige godin van de onderwereld Persephone, die Orfeus goddelijke krachten kan schenken. Latere herscheppingen van de mythe keren soms terug naar deze oude versie, zoals de film Orphée van Jean Cocteau (1949). Hier is het eerder de verleidelijke dood (een mondaine vrouw die rondrijdt in een Rolls Royce) dan het brave burgermeisje Euridice die Orfeus aanzet tot zijn gedichten. En vindt Orfeus in het dromerige dodenrijk meer inspiratie dan in het al-te-gewone alledaagse leven.

Als het ietsje anders was gelopen, zouden we The Passion of Christ ook kunnen zien als de zoveelste bewerking van een mythe. We hadden het werk dan ook meer op zijn artistieke dan op zijn politieke merites kunnen beoordelen. Ik heb de film van Mel Gibson nog niet gezien, maar ik heb het sterke vermoeden dat dan ook duidelijker was geworden dat de Jezus van Mel Gibson het niet haalt bij de Orphée van Jean Cocteau.

Deel:

Geef een reactie