Voor de verspilling (Gevaarlijke ideeën)

Voor de verspilling (Gevaarlijke ideeën)

Laatst moest ik weer eens denken aan dat verhaal over een uitgehongerde zwerver die een ploeg reclamemakers vroeg of hij de restanten van hun lunch mocht hebben. Zij waren die dag ongewoon laat begonnen, toen vrijwel iedereen al op eigen gelegenheid had geluncht. Weinig leden van de crew had nog trek in een broodje. Waarom dan niet aan de zwerver gegeven?, zou je zeggen. Het kost jou niets en je doet er een ander plezier mee.

Het verhaal schoot me te binnen toen ik in NRC Handelsblad een artikel las over de jaarlijkse wedstrijd van het webtijdschrift The Edge, waarin wetenschappers aangeven wat zij als ‘gevaarlijke ideeën’ beschouwen. Zoals het idee dat we geen vrije wil hebben, dat veel van ons gedrag onbewust wordt aangestuurd, en dat we er achteraf een verantwoording bij verzinnen. Daar zijn steeds meer wetenschappelijke aanwijzingen voor. Maar kunnen we die gedachte ooit echt toelaten zonder gek te worden, vraagt cognitiewetenschapper Thomas Metzinger zich af. Erger nog, onze hele samenleving is gebaseerd op het idee van persoonlijke verantwoordelijkheid van mensen voor hun gedrag.

Mijn ‘gevaarlijke idee’ – ik kom zo terug op die zwerver – is misschien wel het idee dat alles zin moet hebben. In het leven doet zich een ongelofelijke hoeveelheid volstrekt zinloze verspilling voor, maar wij hebben het daar maar moeilijk mee. De evolutietheorie is hier het mooiste bewijs van. Evolutie kun je zien als de trektocht door de tijd in plaats van de ruimte: de tocht die een soort aflegt over verschillende generaties, waarbij die soort gaandeweg verandert. Daarbij worden allerlei rare zijpaden en doodlopende wegen ingeslagen, maar dat is voor ons moeilijk te bevatten. Zoals bekend zijn er vogels die ringtones van mobiele telefoontjes nabootsen. Misschien wel zomaar. Alleen wij willen er per se een overlevingsstrategie in zien.

Waarom is die angst voor verspilling gevaarlijk? In elk geval omdat juist verspilling leidt tot vernieuwing. De analogie met de evolutie moge duidelijk zijn. De natuur voert onophoudelijk, blind experimenten uit en af en toe lukt er eens eentje; je hebt vele zinloze ideeën nodig om tot één goede inval te komen. Zonder verspilling, zonder diversiteit bereikt je geen enkel doel. Geen verspilling, dan verstarring. Wie wel eens een bedrijf heeft meegemaakt dat in alles efficiënt, doelgericht en zakelijk verantwoord wil zijn, kan zich er misschien wel wat bij voorstellen. Daar kan die krampachtige angst voor verspilling zelfs veel kwalijker effecten hebben dan alleen verstarring.

Zoals bij dat reclamebureau met z’n overtollige broodjes. Reclamemakers zijn sowieso vaak mensen die niet zo zeer goed zijn in het verkopen van een product als wel in het verkopen van zichzelf, en dat gold helemaal voor deze mensen. Veel overleg dus, veel ’takes’, veel duurmateriaal, want de klant mag vooral niet denken dat we ons er van af maken. En vooral geen opzichtige en onprofessionele verspilling. De klant mocht eens door hebben dat we het geld over de balk smijten.

Dus nee, de zwerver heeft z’n broodjes niet gekregen. Die werden stiekem weggegooid in een container toen de klant even niet oplette.

Deel:

Geef een reactie