Voorheen Vinken (Een anekdote)

Voorheen Vinken (Een anekdote)

Wat typeert iemands uitzonderlijkheid beter dan dat er allerlei anekdotes over hem de ronde doen? Over mensen die je kent, kun je honderduit vertellen – je was er zelf bij toen hij dit of toen zij dat. Maar dat je verhalen kent over iemand die je nooit hebt ontmoet, dat is nog eens bijzonder. Kennelijk vonden andere mensen het de moeite waard ze door te vertellen aan anderen. En kennelijk waren die verhalen zo boeiend dat ze ook buiten een kleine kring aansloegen. De persoon over wie het verhaal gaat moet wel een zeer bijzonder mens zijn.

Dit geldt, als ik de verhalen mag geloven, zeker voor de vorige week overleden Pierre Vinken, de man die (voorheen) Elsevier heeft groot gemaakt. Via via – ik heb geloof ik wel eens een kerstpakket ontvangen van Vinken maar heb de man zelf niet gekend – hoorde ik onlangs nog een verhaal, dat ik elders nog niet ben tegengekomen.

Het speelt enkele jaren voordat Elsevier opging in het conglomeraat Reed Elsevier, eind jaren tachtig, begin jaren negentig. De medewerkers van Elsevier zaten destijds over heel Amsterdam verspreid, in lang niet altijd even goed onderhouden panden. Vinken had zijn morrende personeel echter beloofd dat hij een representatief pand voor ze zou laten bouwen, in de omgeving van het Station Sloterdijk. Het pand leek er inderdaad te komen: in de loop van jaren verrees er een groot grijzen gebouw dat veel weg had van een staand, opengeslagen boek. Een pand waarvan de medewerkers zich goed konden voorstellen dat het het perfecte onderkomen voor hun prestigieuze uitgeverij zou gaan worden.

Zij vergisten zich. Achter hun rug om, had Vinken met de Belastingdienst onderhandelingen gevoerd om het pand in aanbouw. En kort voordat het pand in gebruik zou worden genomen, verkocht hij het met grove winst aan de Belastingdienst. Zo had hij jarenlang zijn personeel aan het lijntje weten te houden en nog wat verdiend ook.

Degene die mij dit verhaal vertelde sprak vol ontzag over Vinken, en misschien wel terecht. Vinken schijnt de succesvolste van alle leiders van de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen uit helft van de 20e eeuw te zijn geweest. Of liever gezegd: onder zijn bewind schijnt de beurskoers van Elsevier sterker te zijn gestegen dan van welk ander Nederlands bedrijf ook in die periode.

Toch kun je afvragen of zijn stijl van managen niet erg gedateerd is. Hij was typisch een representant van het denken in aandeelhouderswaarde, en daar moet je vandaag de dag niet meer mee aankomen. Zeker niet als je in je streven de beurskoers op te pompen zo overduidelijk je eigen personeel tekort doet. Ook zijn idee dat je vooral ‘hoog in informatiepyramide’ moet zitten en als uitgever het meest verdient met wetenschappelijke uitgaven en – in mindere mate – vakbladen doet ouderwets aan. Juist dit soort informatie leent zich immers uitstekend voor gratis verspreiding via internet, iets wat Vinken nooit had voorzien.

Nee, als Vinken iets blijvends heeft achtergelaten, dan is het toch vooral het beeld dat via de tekenaar Peter van Straaten tot ons is gekomen. Op een borrel waren Vinken en Van Straaten met elkaar aan de praat over een man die nietsvemoedend naast hen stond. “Die man…”, zei Vinken. “…die man ga ik morgen ontslaan. Maar hij weet nog van niets.” En hij lachte erbij alsof hij net een goede grap had verteld.

Deel:

Geef een reactie