Advocaten, rechters en criminelen (Soprano-stijl)

Advocaten, rechters en criminelen (Soprano-stijl)

Er zijn eigenlijk maar twee soorten mensen, betoogde ik ooit tegen vriend R., terwijl we naar de Sopranos keken (die aflevering waarin Ralphie een vriendin tot moes slaat): type advocaat en type rechter.

Advocaten zijn mensen die opkomen voor hun ‘client’: hun vriend, hun zakenrelatie, hun zoon of dochter, hun ouders, hun buren, hun partner. Ongeacht of die nu zo verstandig of goed denkt, spreekt en handelt. De advocaat behartigt de belangen van zijn client, zonder oog voor anderen en al helemaal niet voor een mogelijke tegenpartij.

Die trouw lijkt misschien mooi, maar heeft zijn prijs. Om te beginnen is het algemeen belang er niet altijd mee gediend. Wat te denken van de gevolgen als een misdadiger vrijspraak krijgt omdat hij zich een hele goede advocaat kan veroorloven? Zoals eerder gezegd: die advocaat werkt in feite mee aan een maatschappelijke misstand.

En dan is er in strafzaken nog een rechter aanwezig die de strijd kan beslechten. Wat als die rechter ontbreekt? Wat bijvoorbeeld bij een huiselijke ruzie? Verwijten vliegen over en weer, borden worden stukgeslagen, de ramen trillen. Indien de ruziënde partijen hun advocaten inschakelen (lees: hun eigen vrienden, ouders, noem de belangenbehartigers maar op), zal zo’n huiselijk conflict alleen maar escaleren. Hard tegen hard, oog om oog, tand om tand.

Wat er dan gebeurt, kun je nu zien in de Sopranos. De zwakste partij gaat ten onder, de sterkste overwint, met dank aan zijn advocaten – in dit geval de maffiose vrienden van de sadistische Ralphie, die toezien hoe de vrouw klap na klap incasseert en haar botten kraken. Willen we dat conflicten zo worden opgelost? Ik denk van niet. Het behoeft geen betoog dat de zwakste partij er bij inschiet. Maar ook de sterke partij is lang niet altijd gebaat bij zijn eigen overwinning. Want wat dreigt er bij iemand die te vaak gelijk krijgt terwijl hij geen gelijk heeft? Dat hij een overjarig, verwend kind wordt. Wat kritiek op z’n tijd is zo slecht nog niet, dat vormt het karakter.

Bij het tweede type, de rechter, is de blinde, onvoorwaardelijke trouw van de advocaat ver te zoeken. De rechter staat boven de partijen; hij oordeelt zonder aanzien des persoons, of het nu zijn vriend, kind, partner of wie dan ook betreft. Hij gaat uit van het algemeen belang. Of op z’n minst treedt hij op als een bemiddelaar en luistert hij naar beide partijen, leeft zich in elk van beiden in en oordeelt dan pas. Wellicht is er een compromis mogelijk (‘jullie hebben allebei een beetje gelijk’). Of wellicht zijn er gemeenschappelijke doelen, de overeenkomstige uitgangspunten, wensen en wat al dies meer zij, en kan er een ‘win-win’-situatie worden nagestreefd (‘en de onderlinge verschillen laten we nu voor wat ze zijn, ruzie maken kan altijd nog’).

Je begrijpt dat ik de voorkeur geeft aan de rechter annex moderator boven de advocaat, zei ik tegen R. Conflicten zijn onvermijdelijk, maar je hoeft ze niet op z’n advocaats te laten escaleren, je kunt ze ook op z’n rechters aanwenden om ook mensen nader tot elkaar te brengen. Maar helaas, besloot ik, terwijl Tony Soprano en zijn maffiosi het lijk voor de Bada Bing club opveegden. Helaas: er zijn advocaten te veel en rechters te weinig.

En te weinig misdadigers, vulde R. mij aan. Want of het nu rechters zijn of advocaten, zonder criminelen waren ze nergens.

Deel:

Geef een reactie