Eenheid versus verscheidenheid (De Dilbert paradox)

Eenheid versus verscheidenheid (De Dilbert paradox)

Van de week eindelijk eens een boekje uit de veelgeprezen Dilbert-reeks gelezen. De filosofie achter Dilbert laat zich moeilijk samenvatten, maar hierbij toch een poging.

1. Hoe groter een bedrijf is, hoe groter het streven naar eenheid. Outsourcing, offshoring, het onderbrengen van activiteiten in shared service centers, het terugdringen van het aantal activiteiten binnen een onderneming: het zijn allemaal zaken die vooral bij grote ondernemingen spelen. Het zijn welbeschouwd allemaal manieren om soortgelijke activiteiten bij elkaar te clusteren – om activiteiten te centraliseren en van bovenaf opgelegde regels door te voeren.

Dit streven naar eenheid wordt versterkt door allerlei stringente wetten en regels (Dilbert speelt zich zo te zien af in een grote, beursgenoteerde Amerikaanse firma) zoals de Sarbanes-Oxley Act en de Foreign Corrupt Practices Act. Veel van die wetten en regels vinden hun weerslag in de administratieve verplichtingen waaraan bedrijven moeten voldoen. De vrijheid van handelen van werknemers is beperkt, zeker van degenen die belast zijn met een of andere administratieve functie – en er moet steeds meer worden geadministreerd en gecontroleerd.

2. Zo worden de Dilberts onder ons in een keurslijf geperst dat zich slecht verdraagt met hun aard. Hun werk is eenzijdig en beperkt, gericht op een deelgebiedje. Veel verantwoordelijkheden zijn hen ontnomen, wat en hoe ze moeten doen wordt hen van bovenaf opgelegd, en door bureaucratisch ingestelde bazen en bazen-boven-bazen. Het streven naar eenheid van het bedrijf is ten koste gegaan van de behoefte aan verscheidenheid van de werknemers. Nee, het is niet leuk een Dilbert te zijn – weinig meer dan een loonslaaf – en evenmin is het leuk om baas of baas boven baas te zijn (al zijn er een paar slavendrijvers die wel schik hebben in hun werk).

3. De klanten van het bedrijf komen zelden in beeld. Logisch, want de Dilberts zijn vooral bezig met elkaar en hun superieuren. Maar klanten kunnen bijna niet anders dan ontevreden zijn over een bedrijf dat zo in zichzelf gekeerd, zo niet-klantvriendelijk, zo afstandelijk is.

4. Ontevreden werknemers, ontevreden klanten: dit zou er in het echt toe leiden dat de winstgevendheid van een bedrijf zou kelderen. Gevolg: ontevreden aandeelhouders. Op termijn zouden bedrijven als in Dilbert zichzelf te gronde richten. Dilbert-achtige bedrijven kunnen dus niet lang bestaan.

Toch bestaan deze bedrijven.

Deel:

Geef een reactie