Ik geloof niet in hem (In memoriam André Hazes)

Ik geloof niet in hem (In memoriam André Hazes)

Precies een jaar geleden overleed de zanger André Hazes, een mooi moment om stil te staan bij zijn muzikale erfenis.

Hazes was de eerste volkszanger die heel het volk aansprak. In Nederland (anders dan in de Angelsaksische landen) is er altijd een scherpe scheidslijn geweest tussen traditionele volksmuziek en rock & roll; tussen smartlap en Nederpop. Die scheiding bestaat nog steeds, maar voor Hazes gold deze niet: hij hoorde in beide kampen thuis.

De liefhebbers van de volksmuziek zagen in hem een nieuwe Johny Jordaan. Opmerkelijk, want Hazes was een heel ander soort zanger. Jordaan ging het er vooral om een lied zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen. Als hij de Westertoren bezong, dan zag je deze bijna voor je. Bij Hazes ging het (ook omdat hij zijn eigen nummers schreef) eerder om zijn eigen gevoelsleven, om zijn emoties. Het lied is ondergeschikt aan de zanger; als hij de Westertoren bezingt met zijn loeiende en vibrerende stemgeluid dan zie je toch vooral de André Hazes en zijn blaasbalgwangen voor je. Het kan niet anders, of daarin ligt ook de verklaring voor zijn populariteit: zijn persoonlijkheid (harde bolster, blanke pit, maar wel gezellig hoor en op zijn manier zo gewoon gebleven), zijn innemende of eerder meelijwekkende uiterlijk – om de muziek zelf was het deze fans in elk geval niet primair te doen.

De andere groep Hazes-liefhebbers zag in hem … ja wat eigenlijk? De Nederlandse Elvis Presley? De Johnny Halliday van de lage landen? In de documentaire ‘Zij gelooft in mij’ zie je Hazes optreden in een studentensociëteit. Er wordt gejuicht en gejoeld, maar het wordt er wel erg dik bovenop gelegd. Het is een ironisch, corpsballerig, om niet te zeggen post-modern enthousiasme dat daar wordt geëtaleerd: kijk mij eens volks zijn, maar niet heus. Ze lachen hem uit, hij heeft het niet door, de onnozele. Tegelijkertijd bewonderen ze dat pure en rauwe van die man wel – die onschuld, die zij zelf al lang voor hun ontgroening zijn kwijtgeraakt. Ook hen gaat het uiteraard niet om de muziek van Hazes, maar om de man zelf of nog niet eens, om het fenomeen.

De liefhebbers volksmuziek en de corpsballen hebben dus één ding gemeen: de muziek van Hazes was voor hen eigenlijk niet zo belangrijk, het ging om ‘The singer, not the song’. Nu hij er niet meer is, zal zijn muziek ook wel snel worden vergeten.

Deel:

Geef een reactie