Liefde is… hem laten graaien (Veelverdienende topmannen voorzien in een behoefte)

Waar zou zo’n veelverdienende topman zich dagelijks mee bezig houden? Niet met denken, in ek geval. Laat staan met denken over de liefde. Dat is dom, zeker nu er zo veel kritiek is op de hoge inkomsten van ondernemingsbestuurders. In hun onnadenkendheid zien diezelfde bestuurders een argument over het hoofd vóór hoge beloningen.

Want wat is er nu kenmerkend aan de liefde? Toch zeker dat iemand (de aanbieder) zijn liefde betoont aan een ander (de ontvanger). En hoe doet hij dat? Onder andere door zijn wereldse bezittingen te delen met degene van wie hij houdt. Als de ontvanger jarig is, geeft de aanbieder een cadeau; als de ontvanger geen zin heeft om te koken, trakteert de aanbieder op een etentje; als de ontvanger krap bij kas zit, springt de aanbieder graag bij.

Alleen heeft de ontvanger vaak moeite heeft met al dit liefdesbetoon. Hoe duurder een cadeau, hoe luxueuzer het restaurant, hoe royaler de storting van de aanbieder op de gemeenschappelijke rekening – hoe groter de gêne van de ontvanger. Vandaar ook dat de aanbieder zijn liefdevolle geschenken haast terloops moet geven. Geld moet in een envelop worden overhandigd, de aanbieder mag niet opscheppen dat hij het duurste restaurant in de stad heeft uitgezocht – etcetera.

En dan nog is het niet goed. Bij de ontvanger rijst twijfel over de goede bedoelingen van de gulle aanbieder. Is de aanbieder er niet op uit de ontvanger te imponeren? Denkt hij soms dat liefde te koop is. Kortom, de ontvanger twijfelt aan de oprechtheid van de aanbieder. Met als trieste gevolg een breuk tussen de vrijgevige aanbieder en afhoudende ontvanger. En – op macroniveau – een overaanbod aan ongebruikte liefde.

Maar gelukkig zijn er nog enkele mensen die zich niets aantrekken van het bijbelse ‘geven is zaliger dan nemen’ en geen misplaatste schaamte voelen om te ‘ontvangen’ en te ‘nemen’, om niet te zeggen ‘graaien’. Sterker nog, die dit tot levensstijl hebben verheven. Zij helpen het ongebruikte overaanbod aan liefde terug te dringen. Jazeker: de veelverdienende topmannen. Wie hun beloning omlaag wil hebben, dient zich te bedenken dat er tegenover elk aanbod (of het nu gaat om goederen of een immaterieel activum zoals liefde) ook een vraag moet staan. Die vraag is al gering, dan moeten we die toch niet nog verder beperken?

En voor wie niet overtuigd is door deze redenatie: luister eens naar de argumenten van topmensen voor hun hoge beloning. Die zijn helemaal onzinnig.

Deel:

Geef een reactie