Lof der saaiheid (Nu ik er over nadenk een boeiend onderwerp)

Lof der saaiheid (Nu ik er over nadenk een boeiend onderwerp)

‘Ik heb één regel voor mezelf: het mag nooit, nooit, nooit saai zijn’, kopt de Volkskrant van afgelopen zaterdag in interview met de schrijver Jeroen Olyslagers. “Mijn werk heeft een hoog spektakelgehalte, het moet echt van de bladzijden afspatten”, zegt hij verderop. “En dan krijg je natuurlijk weleens te horen: het is overdadig, of: je bent wel heel aanwezig, Jeroen. Maar dat vind ik allemaal prima. Het predicaat ‘overdaad’ vind ik zelfs heerlijk. Dan voel ik me een soort banketbakker die iemand op dieet een tafel vol lekkers serveert. Maar als iemand zou zeggen: jouw boek is eigenlijk nogal saai. Ai. Dat is de ergste kritiek die ik kan krijgen.”

Interessant.

Ik zou hier tegen in willen brengen dat saaiheid niet bestaat. Het is niet iets objectiefs, bedoel ik, boredom is in the eye of the beholder. Ik vind vliegtuigspotten, hengelen en sudoku saai. Andere mensen naar het schijnt niet. Zij vinden Star Trek The Next Generation ‘saaaaai’, snappen niet dat iemand de Tour de France volgt en mijden het Concertgebouw met z’n klassieke muziek (‘old shit’, zoals Miles Davis zei).

Ieder z’n meug, zou je kunnen zeggen, over smaak valt niet te twisten. Ik zie dat iets anders, en ben geneigd te denken dat iemands saaiheidsbeleving samenhangt met zijn kennisniveau.

Hoe meer je van iets af weet, hoe interessanter het volgens mij wordt. Je komt er gaandeweg achter dat een onderwerp rijker is dan je in eerste instantie had gedacht. Misschien dat je er aanvankelijk door werd afgeschrikt, maar als je de eerste drempel eenmaal over bent en je interesse is gewekt, blijf je meestal wel geboeid.

En blijken saaie mensen niet meestal helemaal niet zo saai als je ze wat beter leert kennen? Zijn het niet meestal introverte wateren met diepe gronden? Dieper dan de flapuits met wie je je eerst dacht kostelijk te kunnen amuseren. Schijnsaaie mensen in elk geval. Misschien dat ze daarom ook niet zo nodig op de voorgrond hoeven te treden en zich minder saai voor te doen dan ze zijn: omdat weten dat ze veel te bieden hebben en geen behoefte voelen hun saaiheid te verbergen. Zij zijn niet saai, alleen weten niet veel mensen dat – omdat ze niet de moeite hebben genomen hen te leren kennen.

Zeker, er zijn zaken die vrijwel iedereen saai vindt. De ‘eyes’ van de beholders’ lijken op elkaar (ik vermoed dat dit zeker geldt voor de vrienden van Jeroen Olyslagers). Je hebt boeken waar vrijwel niemand doorheen kan komen. Er zijn mensen die een reputatie hebben dat er ‘weinig van uit gaat’, dat ze ‘geen persoonlijkheid’ zijn, dat ze ‘charisma’ ontberen. Van nature vinden we de kleur grijs saai (grauw, monotoon, duf). Maar dat bewijst natuurlijk allemaal niets, intersubjectieve saaiheidsbeleving is ook saaiheidsbeleving.

Trouwens, misschien is die saaiheidsbeleving wel heel functioneel – en draagt een beetje saaiheid bij tot een heleboel onsaaiheid. Ik vond grote gedeelten van De Toverberg van Thomas Mann oersaai, waardoor de boeiende gedeelten er des te meer uitsprongen. Ik kan me best voorstellen dat Mann bewust functionele saaiheid heeft aangebracht in zijn boek. Het is geestdodend werk om de uitgesponnen gesprekken tussen Settembrini en Naphta te moeten doorploegen. Maar zonder die gesprekken zou je minder onder de indruk zijn van de natuurbeschrijvingen, de compositie van het boek en de bespiegelingen over het verstrijken van de tijd. Meesterlijk allemaal – bij de gratie van de saaiheid van de rest van het boek, die fungeert als een soort camouflage of contrast. Iemand die de saaiheid mijdt, zoals Olyslagers met z’n werk met een hoog spektakelgehalte, zal hierdoor al snel juist enorm saaie literatuur voortbrengen. Vergelijk het met een maaltijd waarbij je alleen taarten van een banketbakker krijgt voorgeschoteld (om de analogie van Olyslagers aan te houden): voor je weet komen die taarten je neus uit, toch? Afwisseling van spijs doet eten – ook wat droog brood graag.

Wie iets of iemand saai vindt en daarom afhaakt, berooft zichzelf van de kans zichzelf te ontwikkelen. De verveling waaraan hij probeert te ontsnappen, slaat vroeg of laat onvermijdelijk toe. Want zoals gezegd: iets is boeiender naarmate je er meer vanaf weet. Als je saaiheidstolerantie zo gering is dat je zelf geen enkele inspanning wilt verrichten – tja, dan vergaat het je als de televisiekijker die wegzapt zodra hij een programma hem even niet zint. Zo iemand schakelt van het ene programma naar het andere, zonder ooit iets uit te kijken. Totdat hij doodmoe, overprikkeld en afgestompt de televisie maar uitzet. Weer in de saaiheidsval getrapt.

En is dat niet het lot van elke luie, egocentrische, saaiheidsmijdende consument? Dat het aanbod aan afleiding oneindig groot is, maar het verlangen om – wat is het? op te gaan in iets? gefascineerd te worden? zichzelf te vergeten? maar niet wordt vervuld? ‘To be here now’, zo definieerde John Lennon de rock’-‘n’-roll ooit, en is dat niet precies waar die consument naar streeft? Alleen is hij niet, nergens, nooit.

 

Deel:

Één gedachte over “Lof der saaiheid (Nu ik er over nadenk een boeiend onderwerp)

  1. “Bij correspondentie die wel bonafide is, maar waar ik toch geen touw aan kan vastknopen – met de verzekeraar waar ik een arbeidsongeschiktheidsverzekering probeer af te sluiten, of met de financiële administratie van de uitgeverij van deze krant bijvoorbeeld – word ik bevangen door een diepe desinteresse die een wezenlijker niet-begrijpen verhult, een gevoel van overweldiging door iets wat eindeloos groter, ingewikkelder en machtiger is dan ikzelf.”

    Frank Heinen in de Volkskrant van 12 januari 2022

Geef een reactie