Mannenvriendschappen (Over de coronacrisis)

Mannenvriendschappen (Over de coronacrisis)

Ik herinner me goed hoe ik voor het eerst werd gekust door een man.

Een vriend van een vriend die ik een maand of twee niet had gezien, begroette me opeens met een zoen op de wang, gevolgd door nog een en nog een. Voordat dat hij me kuste, duwde hij tegen mijn linkerschouder waardoor ik automatisch uitweek en als een tuimelaar weer terug veerde. Hij kuste me meteen na die schouderduw, zodat hij me nog net raakte hoewel mijn hoofd zich al van hem vandaan bewoog. De tweede kus, nadat hij mijn rechterschouder een zet had gegeven, schoor langs mijn andere wang. De derde kus – na weer een schouderduw – miste doel.

Vermoedelijk deed hij het om indruk te maken op een echte vriend.

Ik herinner me ook de eerste omhelzing die ik van een man kreeg bij wijze van begroeting. Zoals ik me ook alle varianten daarop herinner – van de omhelzing met geklop op de rug, via de omhelzing met één, twee of drie (lucht)kussen tot de omhelzing waarbij je aan bij je schouders wordt beetgepakt, waarna je met een blij verbaasde blik wordt bekeken. Naarmate ik vaker werd omhelsd, wende ik eraan. Af en toe omhelsde ik iemand terug, maar zelden zonder een zweem van ironie.

Helemaal ongemakkelijk werd ik van de ‘boks’, die soms gepaard ging met een schouderklop of kus maar soms ook weer niet. Ik heb meer dan eens meegemaakt dat iemand zijn vooruitgestoken vuist net toen ik er tegenaan wilde stompen terugtrok, zodat ik in de lucht stompte terwijl hij met zijn hand op zijn hart klopte.

Ik zal er niet rouwig om zijn als dat allemaal niet terugkomt.

Ik herinner me ook die ene keer, toen een vriend die ik regelmatig zag (en nooit kuste, omhelsde, schouderklopte, bokste) onaangekondigd langskwam en me in vertrouwen nam. Ik wist niet wat ik moest zeggen om zijn pijn te verzachten en pakte zonder er bij na te denken zijn hand.

Zou jammer zijn als dat straks niet meer kan.

Deel:

Één gedachte over “Mannenvriendschappen (Over de coronacrisis)

Geef een reactie