Virusbestrijding volgens Paul McCartney (Over The Beatles: Get Back)

Virusbestrijding volgens Paul McCartney (Over The Beatles: Get Back)

Leiderschap is schipperen. Een middenweg zien te vinden tussen wat zou moeten gebeuren en waar animo voor bestaat. Het goede nastreven en proberen daar de handen voor op elkaar te krijgen. Niet – zeker niet in crisistijd – alleen doen waar ‘draagvlak’ voor bestaat, maar juist ‘draagvlak creëren’ – mensen motiveren, kritiek uitdelen en incasseren, begrip tonen en wekken en meer van dat soort weinig inspirerende zaken. Geven en nemen, om het hoogst haalbare te bereiken. Leuk is anders, het vreet tijd en je maakt jezelf er niet geliefd mee. Al willen veel mensen maar al te graag leidinggeven, een leider is niet te benijden. Maar ja, iemand moet het doen.

In het geval van The Beatles in 1969 is Paul McCartney de leider. Tegen zijn zin, zoals hij uitvoerig uitlegt in de nieuwe documentaire The Beatles: Get Back van Peter Jackson. Een onwillige leider, die na de dood van de manager van de groep de teugels maar in handen heeft genomen. Want hoewel The Beatles toen besloten hebben zichzelf te managen, heeft verder niemand enige interesse om daar invulling aan te geven. John Lennon is afgehaakt, George Harrison en Ringo Starr hebben nooit leiderschapsambities gehad.

Nu is het virus van de lamlendigheid over hen neergedaald. Ze moeten er in drie weken 14 nummers voor een nieuw album uitknallen, maar het loopt voor geen meter. McCartney dringt aan op een strak werkschema. Hij komt zelf met het ene na het andere lied. Hij smeekt John ook wat aan te leveren. Hij legt George uit dat het vruchtbaarder is om eerst de ruwe versie van een nummer onder de knie te krijgen en er dan pas aan te schaven.

En krijgt het verwijt te dominant te zijn. “I’ll play whatever you want me to play. And if you don’t want me to play, I won’t play at all”, is de passief agressieve reactie van Harrison (mooi om de beroemdste ruzie uit de popmuziek voor het eerst uitvoerig in beeld te zien). Lennon wijst hem terecht: toen hij nog de baas was, kauwde hij anderen nooit voor wat ze moesten doen. “And then there were two”, verzucht McCartney als Harrison is opgestapt en Lennon weer eens niet is komen opdagen in de kille filmstudio waar ze dagelijks moeten repeteren. We zien de tranen in zijn ogen opwellen.

Maar het geduw en getrek van McCartney betaalt zich uit. Een goed gesprek met Harrison en een nieuwe koers (nieuwe locatie, Billy Preston erbij) waar iedereen zich in kan vinden doen wonderen. Harrison en Lennon krijgen de geest. McCartney hoeft zich over hen voorlopig geen zorgen te maken. Dat komt wel goed met dat nieuwe album.

Wat een documentaire! Ik weet niet of iedereen ervan zal genieten (de speeltijd van bijna acht uur zal voor de meeste mensen een uur of zes te lang zijn, vermoed ik). Maar voor Beatlesfans is het een geschenk uit de hemel (van mij had het nog wel een uur of zes mogen doorgaan). Iedereen met ook maar enige interesse in leiderschap kan ik The Beatles: Get Back ook van harte aanbevelen. 

Beeld: de hoes van Let it be – Naked. (Let it be zoals het album bedoeld was – nou ja, bijna dan – en net zoals de documentaire Get Back een oefening in eerlijkheid. Precies het tegenovergestelde van de opgesmukte versie van het album uit 1971, vandaar de negatieven).   

 

Recensie van Matt Williamson (A lot to unpack here)

Recensie van Mary Spender (Frustrated and excited)

Recensie van Elliot Roberts (It has never been a better time to be a fan of The Beatles)

Recensie van Matthew Street (Not an insult, just an observation…)

Deel:

Geef een reactie