Zien en kennen (Voorbij Newton en Descartes)

Zien en kennen (Voorbij Newton en Descartes)

‘Zien is kennen’, was de titel van een vogelboekje dat ik lang geleden heb gekregen van mijn vader. Hij had het als jongen gebruikt om bij te houden welke vogels hij allemaal had gezien. Nummer 76 (de sperwer), nummer 71 (de bruine kiekendief), nummer 243 (het gekraagde roodstaartje) – ze staan alle omcirkeld. Toen ik het boekje kreeg heb ik zo’n beetje alle vogels die hij had gezien meteen aangekruist, plus een aantal zeldzame vogels die hij nooit gezien had.

Uiteraard had ik ze ook niet gezien. Evenmin als de meeste van de vogels die hij vroeger had gezien, althans niet bewust. Ik weet helemaal niets van vogels; ik kan misschien net een mus van een meeuw onderscheiden, maar daarmee houdt het wel op. En omdat ik niets van vogels weet, kan ik de ene soort ook niet onderscheiden van de andere. Ik zie vleugels, ik hoor gesnater, maar het zegt me zo weinig. Je ziet het pas als je weet, zoals Cruyff zegt. Ik weet niets en zie dus niets. Maar omdat ik niets zie, kom ik ook niets aan de weet.

Hoe kom je aan nieuwe kennis? Het schijnt dat er zes of zeven denkstijlen zijn (volgens Alistair Crombie in Styles of Scientific Thinking in The European Tradition: de deductieve stijl (op grond van eerste beginselen uitspraken doen die van toepassing zijn op bijzonder situaties), de inductieve, experimentele stijl (op grond van bijzondere waarnemingen algemeen geldende conclusies trekken), de analogisch-hypothetische, de taxonomische, de statistische en de evolutionaire stijl. Eventueel is de technische stijl (beeldend) nog een zevende.

De eerste twee zijn meteen ook de belangrijkste. Ze lijken tegengesteld. De deductieve stijl – die we mogen associëren met Descartes – probeert door redeneren tot kennis te komen, op basis van zekerheden oftewel axioma’s (‘Kennen is zien’, zou je kunnen zeggen). De inductieve stijl (van Locke) stelt het waarnemen centraal. Locke zei: we worden geboren als een onbeschreven blad, een tabula rasa. We weten bij geboorte helemaal niets; alle kennis die we hebben danken we aan onze zintuiglijke indrukken. Hier geldt inderdaad ‘Zien is kennen’.

De wetenschap is combinatie van de twee stijlen: je beredeneert iets, en toetst of dit inderdaad zo is in een bijzondere situatie. Of andersom, je ziet iets en kijkt of je hier iets algemeens uit kunt afleiden. Deductie en inductie wisselen elkaar af.

Het probleem is in beide gevallen dat je als wetenschapper nooit helemaal onbevangen bent. Je zit vast aan een bepaald model. Met op z’n minst twee gevaren:
Gevaar 1 is dat je een theorie onvoldoende toetst, een probleem dat zich vooral voordoet in de sociale wetenschappen. Hier is het vaak: er is een theorie en er wordt alleen gekeken naar zaken die de theorie bevestigen.
Gevaar 2: ook als je theorie wel toetst, loop je gevaar. Namelijk: dat je slechts een gedeelte van de werkelijkheid in kaart brengt, zonder oog te hebben voor de rest; alleen de regels en niet de vele uitzonderingen, alleen het algemene, niet het unieke. Dit is het bezwaar van William Blake tegen Newton – zie het schilderij: Newton heeft zich afgewend van de natuur om zich te concentreren op zijn mathematisch modellen. De pracht van de natuur ontgaat hem volledig. Hij kijkt wel, maar ziet bijzonder weinig.

Is er een alternatief? Kun je iets leren kennen door leren te zien of leren te zien door te leren kennen? Het is niet eenvoudig, maar het kan denk ik wel. Door niet te veel te theoretiseren. Door open te staan door voor nieuwe ervaringen. Door je eigen vooroordelen even opzij te zetten (moeilijk, want hoe sterker je vooroordelen, hoe minder je je ervan bewust bent). Door je ‘model’ te laten voor wat het is. Of juist door – al is het maar tijdelijk – zaken vanuit een ongebruikelijk perspectief te zien, en een andere denkstijl toe te passen(een techniek die in het ‘laterale denken’ heel gebruikelijk is). Door je ergens in onder te dompelen, door zelf zaken te ervaren (‘sensing’ en ‘feeling’, zoals het heet in de bekende leercurve van Kolb), door actief deel te nemen (‘doing’).Door niet te doen alsof je vogels hebt gezien die je niet eens kent.

En, bovenal, door goed te luisteren: beter leren zien door beter te luisteren.

Deel:

Geef een reactie