Goudkoorts

Goudkoorts

“U weet wie ik ben. U kent me aan mijn goud…”

“Ja ja ja uw goud ja. En uzelf? Wie bent u? Een spook, een geest, een mens, een wonder, een tovenaar, een magiër of…”

“Ziek ben ik. De goudkoorts brandt in mijn borst.”

“Goudkoorts ja. Maar wat ik wil weten: wat is dat voor iets? Wat bedoelt u daarmee? Wat voelt u?”

“Voelen!” Een dierlijk geluid kwam scheurend naar buiten. “Pijnnn, aan mijn ziel.”

De dokter drukte zijn bril vaster op de neus. “Zo zo zo, merkwaardig merkwaardig… eh waar zit dat?”

Paul Biegel in De vloek van Woestewolf

Deel:

Geef een reactie