John Paul Keith: ‘Home away from home’

John Paul Keith: ‘Home away from home’

Gitarist componist en zanger John Paul Keith belijdt in zijn muziek zijn grote liefde voor de jaren vijftig en zestig. Vooral voor de rock ’n roll, al verwerkt hij steeds meer invloeden in zijn puntige songs. Zijn volgende plaat wordt waarschijnlijk zelfs een countryalbum. Maar eerst nog een Europese tour afronden. “Bepaald geen straf.”

“Ik speel in een bar band. Een rock ‘n’ roll bandje, zoals er zo vele zijn in Memphis”, zegt gitarist extraordinaire, componist en zanger John Paul Keith. Enige nederigheid is hem niet vreemd. “Ik ben gewend om avond aan avond drie uur lang op te treden. Eigen nummers, maar ook veel covers. Waarom niet? Daar leer je als instrumentalist en componist enorm veel van.”

Om vervolgens de lof te zingen van Chuck Berry, Willie Nelson, Harlan Howard, de broodschrijvers van Motown en uit de Brill Building, voor Jimi Hendrix en de 13th Floor Elevators en nog een hele rits artiesten uit de jaren vijftig en zestig.

De gouden jaren van de popmuziek, volgens Keith, hoewel hij ook grote waardering heeft voor veel muziek uit de periode daarvoor: “Ik ben ook gek op artiesten als J.D. McPherson en de Alabama Shakes. Ongelofelijk hoe zulke jonge mensen zulke tijdloze muziek kunnen maken. Maar mijn instrument is de elektrische gitaar, en die is pas in de loop van de jaren vijftig uitgegroeid tot het belangrijkste instrument in de populaire muziek.” Tegelijkertijd waren de jaren vijftig en zestig ‘een ongelofelijk innovatieve, creatieve en vruchtbare periode, met muziek die werd geschreven door vakmensen, die wisten hoe je een pakkende song moest schrijven.’

Eind jaren zestig is daar volgens Keith verandering in gekomen: “Door The Beatles en Bob Dylan werd je als uitvoerend artiest meer niet serieus genomen als je niet ook je eigen nummers schreef. Terwijl iemand die goed kan zingen of gitaar spelen natuurlijk niet per se ook een goede componist hoeft te zijn. Niet iedereen is een Hank Williams.”

Hybride muzieksoort

Daarna is het volgens Keith nooit meer goed gekomen, althans niet met de ‘mainstream’ pop: die is te glad en te voorspelbaar geworden naar zijn smaak. Geen wonder dat hij enkele jaren verhuisde van het door de grote platenlabels gedomineerde Nashville naar de commerciële luwte van Memphis. “Hier zitten sinds het faillissement van Stax geen grote platenlabels meer. Wel zijn er een paar opnamestudio’s en heel veel fantastische muzikanten. De muziekscene in Memphis is veel vrijer dan in Nashville: wij staan open voor allerlei invloeden. Net zoals vroeger: de rock ’n roll is ook een hybride muzieksoort.”

In zijn laatste, in de befaamde Sun Studio’s opgenomen plaat, Memphis at 3 AM, valt goed te horen hoe Keith zelf allerlei muzikale invloeden verwerkt in zijn muziek. Terwijl een nummer als True Hard Money neigt naar simplistische rock ’n roll van zijn eerste CD (het met feestnummers bezaaide Spills and Thrills, staat New Year’s Eve stijf van de soul en laat You Catch Me Staring zich beluisteren als hommage aan Roy Orbison. Het laaste nummer (een van de hoogtepunten) Baby, We’re a Bad Idea doet eerder denken aan The Ventures of Link Wray.

Volgens Keith zelf is Memphis at 3 AM minder een thematische eenheid dan zijn lyrisch ontvangen vorige album The Man That Time Forgot. “Daar stonden veel nummers op over muziek en hoe het is om muzikant te zijn. Ik was me daar destijds niet van bewust: ik schrijf nummer voor nummer, en op een gegeven moment heb ik genoeg voor een album. Is streef dus niet naar een bepaalde eenheid. Dat die er in The Man That Time Forgot toch is, komt waarschijnlijk doordat ik toen net besloten had om me helemaal te richten op mijn eigen muziek, terwijl ik tot dan toe ook andere muzikanten begeleidde. Bij Memphis at 3 AM speelde de euforie over mijn artistieke vrijheid niet meer zo sterk. Wel is de plaat in twee etappes geschreven: ik ben gescheiden en heb een tour gemaakt terwijl ik pas de helft van de nummers af had. De rest heb ik daarna geschreven. Misschien dat de plaat hierdoor wat fragmentarischer is dan de vorige.”

Muzikale ober

De komende plaat, werktitel: Motel Mirrors, belooft juist weer een veel homogener geheel te worden. Motel Mirrors is een project van John Paul Keith en zangeres/bassiste Amy Lavere. De eerste zeven nummers, uitgebracht op een 10-inch album, op YouTube (Meet me on the corner, de evergreen You’re the Reason our kids are Ugly) laten horen dat John Paul Keith zich heeft ondergedompeld in de klassieke country en western muziek. Het is de bedoeling de zeven nummers de komende tijd aan te vullen tot een heel album.

De komende weken zal het er niet van komen, want John Paul Keith moet zijn Europese tour nog afmaken. Bepaald geen straf, voegt hij toe: “Hier hebben ze echt nog respect voor muzikanten. In Amerika word ik behandeld als een ober die toevallig muziek serveert in plaats van eten. In Europa ben ik eerder een gast, in elk geval doet iedereen zijn best om het ons naar de zin te maken. In Spanje is dat misschien logisch: daar zijn veel liefhebbers voor Americana, en treed ik avond aan avond op voor honderden mensen. In Nederland ben ik minder bekend, maar ook hier is de ontvangst bijzonder gastvrij. Europa is echt ‘home away from home’.”

(Op 26-4-2014 verschenen op www.altcountryforum)

Deel:

Geef een reactie