Problematische denkwijze

Het is pas sinds ongeveer 1900 dat ‘probleem’ de verzamelnaam is geworden voor alles wat een mens zo’n beetje dwars kan zitten.

De oorsprong – ongeveer vijf eeuwen voor Christus – is militair: ‘problemen’ waren verdedigingswallen die je opwierp tegen de vijand. Die nuance bestaat nog steeds: een probleem kun je opwerpen en je kunt je er uitstekend achter verschansen. Pas laat in de negentiende eeuw krijgt ‘probleem’ een meer existentiële lading. De neokantianen benadrukken dat de mens in staat is om feiten als problemen te beschouwen. Het vermogen om te problematiseren duikt op als een grondmoment in het denken: het vragenstellende bewustzijn is een klein wonder. De wetenschap ontwikkelde zich tot een objectieve en onpersoonlijke strategie om oplossingen voor alle problemen te vinden, een hoogmoed die de wereld in hoge mate onttoverd heeft.

Carnap en Wittgenstein hebben ieder op hun eigen manier geprobeerd de wetenschap weer enigszins aan banden te leggen door problemen te beperken tot kwesties die oplosbaar zijn. Dat vereist echter een keihard onderscheid tussen zinvol en zinloos en daar zijn wij inmiddels veel te sceptisch voor. Daarom is voor ons alles weer een probleem, een vorm van pretentieloosheid die wij steevast met bescheidenheid verwarren.

René Gude in de Filosofie Scheurkalender 24-11-2002

Deel:

Geef een reactie