De tragiek van Tinbergen

De tragiek van Tinbergen

Jan Tinbergen hoopte als econoom te kunnen bijdragen aan een betere wereld. Dat was een wereld waarin arbeiders meer te besteden hadden, een wereld waarin mensen niet in armoede hoefden te leven, een wereld waarin mensen zinvol werk konden doen. Als de economie optimaal functioneerde, was dat doel te bereiken, dacht hij. Hij was iemand van het traditionele verheffingsideaal – het actief meenemen van de minderbedeelden naar een betere wereld. Hij dacht dat je daar met rekenen vanzelf zou komen. Maar is het niet zo dat die focus op cijfers júíst de bijl heeft gezet aan de wortels van het socialisme?

Je zou kunnen zeggen dat de rekenaars het gewonnen hebben. De overheid, ook de sociaal-democratische partijen, vond dat de markt het best in staat was om de economie zo doelmatig mogelijk in te richten. Daar zaten immers de rekenaars die – op jacht naar winst – voor de meest efficiënte bedrijfsvoering zouden zorgen.

Veel staatsbedrijven werden geprivatiseerd en er kwam meer ruimte voor marktwerking in de zorg en de woningmarkt. Dit wordt vaak neoliberalisme genoemd, een ideologie die verweten wordt dat ze de economie depolitiseert, sterk van bovenaf stuurt en daardoor weinig democratisch is. Maar het was de generatie beleidsexperts van Tinbergen die ervoor had gezorgd dat de economische deskundigen zo belangrijk en machtig waren geworden. Het idee dat beleid kon worden ingezet om de economie de gewenste richting in te sturen bleef, maar die richting was niet langer die van Tinbergen.

Biograaf Erwin Dekker (Jan Tinbergen. Een econoom op zoek naar vrede) in ‘Jan Tinbergen hield niet van biefstuksocialisme’ in NRC Handelsblad van 25 mei 2021. Foto: Rob Croes/Anefo via Wikimedia Commons

Deel:

Geef een reactie