‘Kunst kent geen destructie an-sich’

‘Kunst kent geen destructie an-sich’

Kunst kent geen destructie an-sich. Alles bij kunst is constructief, – ook bij antikunst is dat zo. Voor het destrueren van kunst voelen zich dan ook uitsluitend derden geroepen; derden die zich letterlijk buiten de kunst geplaatst voelen en met Stanleymessen kunstwerken te lijf gaan en aan flarden snijden. Een onwezenlijke situatie.

Het destrueren van kunstwerken is uitsluitend de kunstenaar zelf voorbehouden. Hij, en niemand anders, is bij uitstek de aangewezen figuur om zijn in het kunstwerk geïnvesteerde energie teniet te doen. Hij is het die het meesterlijke geordende alsnog mag en kan dé-ordenen, want ook dit dé-ordenen is een onlosmakelijk aspect van het scheppen van kunst. De destructeur daarentegen is per definitie een ander: iemand die van buiten af het geordende om welke reden dan ook frontaal wenst te attaqueren.

Het samenvallen van ordonneur en destructeur bij kunst in een en dezelfde figuur is zo bezien niet van betekenis ontbloot. En dit te meer, daar ware kunst eerder op de kunst van het weghalen en weglaten berust dan op die van het toevoegen. Er is dus iets bijzonders aan de hand met de relatie destructie en kunst.

Dick Raaijmakers in Raster

Deel:

Geef een reactie