Lege levens

Lege levens

Het ontbreekt de mensen die in de onderklasse leven – zoals de mensen die we de afgelopen weken in Frankrijk auto’s in brand hebben zien steken – niet aan materiële welvaart. Ze hebben genoeg geld om te eten en te drinken, en velen hebben dankzij illegale activiteiten de nieuwste elektronische gadgets en de hipste sportkleding weten te bemachtigen. Maar hun levens zijn leeg en doelloos.

Gedeeltelijk komt dat door de verzorgingsstaat die deze mensen in de onderklasse als huisdieren in leven houdt door hun uitkeringen te verstrekken waarmee ze kortstondig genot kunnen beleven. De enige middelen waarmee de onderklasse haar verveling bestrijdt, zijn het consumeren van grote hoeveelheden drank en drugs, het opzoeken van steeds gewelddadiger en misdadiger kicks, en het aangaan van steeds weer nieuwe seksuele relaties, waardoor de meeste kinderen geboren worden in gezinnen waarin het woord ‘vader’ geen betekenis meer heeft, behalve dan in strikt biologische zin.

Maar een nóg belangrijker oorzaak voor de leegte in de levens van miljoenen mensen in de westerse wereld is te danken aan de intellectuelen die bezeten zijn geraakt van het idee dat alle cultuurschatten uit het verleden moeten worden vernietigd, of ‘gedeconstrueerd’, zoals dat in postmodern jargon heet. Daardoor is er geen standaard meer van beschaving waaraan mensen in de onderklasse zich kunnen optrekken. Het ontbreken van zo’n standaard doet volgens de politiek-correcte opvatting iets goeds: het garandeert dat niemand meer tekort kan schieten. Maar het opheffen van standaarden in het onderwijs zorgt bijvoorbeeld voor desastreuze gevolgen.

Theodore Dalrymple, schrijver van ‘Beschaving of wat er van over is’, geïnterviewd in Trouw

Deel:

Geef een reactie