‘Achter glas’: geslaagde terugkeer van Boudewijn de Groot

‘Achter glas’: geslaagde terugkeer van Boudewijn de Groot

Op zijn eerste album in acht jaar blikt Boudewijn de Groot terug op zijn leven. Verloren relaties, ziektes, de dood, zijn ouders, plaatsen waar hij vroeger heeft gewoond – zijn verleden, kortom. Dat verleden maakt de nodige emoties los bij De Groot. Maar of de luisteraar ook zo wordt meegesleept?

Boudewijn de Groot is ongelofelijk populair, met de nadruk op ‘ongelofelijk’.

Hij heeft als enige Nederlandse artiest op nummer één in de Top 2000 gestaan (met Avond). Nummers als ‘Meneer de President’, ‘Testament’ en ‘Het land van Maas en Waal’ staan in het collectieve Nederlandse geheugen gegrift. En als hij eens een album uitbrengt, dan schiet het meteen naar de top van de hitparade, getuige de zegetocht van het vorige maand uitgekomen ‘Achter glas’.

Waarom dat ongelofelijk is? Omdat de introverte en bedachtzame De Groot niet uit hetzelfde hout is gesneden is als de meeste ‘volkszangers’ met hun jolige voorkomen en platte humor. Omdat hij zich, zeker op vroegere platen, in tamelijk algemeen beschaafd Nederlands (om niet te zeggen ‘algemeen bekakt Nederlands’) uit. En omdat zijn teksten meer vernuft en diepgang hebben dan de meeste bij elkaar gejaste ‘levensliederen’.

Trefzeker

Zoals bekend stonden die teksten in het verleden meestal op naam van Lennaert Nijgh, iemand die op bestelling woorden aan elkaar kon rijgen zodat ze de melodieën van De Groot perfect aanvulden. Voor dit album moest De Groot zijn teksten zelf verzorgen. Dat is hem goed gelukt, al wordt Nijgh wel gemist. De teksten van De Groot blijven niet zo goed hangen als die van Nijgh en zijn wat minder trefzeker.

Maar echt een probleem is dat niet, temeer daar het thema van de plaat zich goed leent voor dromerige, niet al te directe teksten en een aarzelende, omcirkelende benadering: het ‘levende verleden’. Zoals De Groot zegt in een interview met de site haerlemsbode.nl: “Het hele album gaat over relaties die er niet meer zijn, maar nog wel dezelfde emotie losmaken, als toen ze nog wel actueel waren. Bijvoorbeeld een liefdesrelatie die verbroken wordt en het gevoel is er nog steeds, of door tussenkomst van de dood.” En op in een gesprek met kooppunt.be zegt hij dat het gaat over: “Relaties van vroeger, die nog even tastbaar lijken als in het verleden, maar onbereikbaar blijven. Vandaar de titel ‘Achter Glas’: alsof je door een vensterraam of naar een ingelijste foto kijkt.”

Weemoedig

De aangenaam weemoedige stem van De Groot is geknipt om het verleden dat hem zo bezighoudt te bezingen, en in de beste nummers op het album slaagt hij er goed in zijn emoties over te brengen op de luisteraar.

‘Lola is gevallen’, bijvoorbeeld, een jazzy ode aan een overleden hond, is tegelijkertijd komisch en tragisch. ‘Ik ben een zoon’ over hoe zijn moeder in een Jappenkamp stierf en in een kuil werd gegooid is aangrijpend in al zijn afstotelijkheid. En zo zijn er nog meer hoogtepunten: het sobere ‘Piëta’ (waarvan je je kunt voorstellen dat het een begrafenistopper gaat worden), en het titelnummer, dat zo op het meesterwerk ‘Molenbeekstraat’ van de verwante muzikant Ernst Jansz had kunnen staan. Gelukkig staan er meer dan genoeg van dit soort nummers op ‘Achter Glas’ om van een geslaagde terugkeer van Boudewijn de Groot te kunnen spreken.

Suikerzoet

Wel dwaal je als luisteraar nogal eens af, omdat het album met zijn 15 nummers lang duurt, en die nummers ook nogal eens op elkaar lijken. Jammer is ook dat de productie niet altijd even smaakvol is. Iemand (De Groot? Producent Jean Blaute?) vond het nodig om een nostalgisch nummer als ‘Heemstede Dreef’ op te pimpen met een powerpop-achtig gitaargeweld van Golden Earring-gitarist George Kooymans. Ook ‘Witte Muur’ wordt ontsierd door een opdringerige gitaar.

Elders (‘Geen Uitzicht’) is het alsof De Groot het orkest van Rogier van Otterloo uit het begin van de jaren zeventig heeft laten opdraven om zijn nummer van een suikerzoet laagje muzak te voorzien. Waarom toch?, vraag je je af. Zeker, het gaat de monotonie die op dit album steeds op de loer ligt tegen. Maar daarvoor was het niet nodig de nummers te overproduceren, dat had ook gekund door wat minder nummers op de plaat te zetten. En het (sober geproduceerde) restmateriaal snel uit te brengen op een volgend album.

Want weer acht jaar zonder een nieuwe Boudewijn de Groot is natuurlijk veel te veel.

Deel:

Geef een reactie