Beste Richard (Hoe je een goed concert geeft zonder dat het extra moeite hoeft te kosten, tenminste als je Richard Thompson bent)

Beste Richard (Hoe je een goed concert geeft zonder dat het extra moeite hoeft te kosten, tenminste als je Richard Thompson bent)

Beste Richard,

Dank voor het mooie concert van de week! Als ik je een cijfer zou moeten geven zou dat een 8 min zijn. 8 min op de schaal van Richard Thompson, welteverstaan. Als gitarist ben je uiteraard ‘hors concours’, aangezien toch vrijwel niemand zich met jou kan meten. En dan nog geweldige nummers schrijven ook, die je ook nog eens zeer overtuigend weet te brengen (al merk ik dat niet iedereen weg is van jouw stem). Ook heb je altijd een zeer gelukkige hand bij het kiezen van begeleiders. Het was gisteren dus eigenlijk weer voortreffelijk. Maar ik kan je moeilijk elke keer weer een tien met een gouden griffel geven, dus sta me toe je enkele verbeterpunten voor te stellen.

Ik zou bovenal willen pleiten voor wat meer variatie.

De meeste nummers die je speelt voltrekken zich volgens het zelfde patroon: goed te volgen, traditioneel opgebouwde ‘songs’ met onnavolgbare gitaarsolo’s. Na verloop van tijd – na de zoveelste briljante solo – dreigde het concert wat voorspelbaar te worden. Dat gold zeker tijdens nummers die eigenlijk niet goed genoeg zijn om een uitgebreide solo te rechtvaardigen. Ik merkte tenminste dat mijn aandacht herhaaldelijk verslapte, zeker tijdens Sally B. en Good Things Happen to Bad People (beide van het nieuwe Electric).

Jij hebt die dreigende monotonie proberen te ondervangen door enkele akoestische nummers in te lassen. Een wijs besluit, vind ik. Vooral Al Bowlly’s in Heaven was magistraal, met jouw meesterlijke Django Reinhardt-achtige gitaarsolo en de smaakvolle solo’s van drummer Michael Jerome en bassist Taras Prodaniuk: het muisstille publiek dompelde zich vergenoegd onder in de klanken van een eigentijdse Hot Club de France! Maar waarom niet wat meer akoestische nummers?, vraag ik me af. Je zou bijvoorbeeld nummers die we alleen in een elektrische uitvoering kennen in een akoestisch jasje kunnen steken (het aloude concept van MTV Unplugged) – dat werkt wellicht verfrissend. Of misschien kun je het instrumentarium uitbreiden? Ik heb begrepen dat ook in huizen Thompson de crisis heeft toegeslagen en daarom met slechts twee muzikanten toert in plaats van een voltallige groep zoals tijdens de tournees ter promotie van Sweet Warrior en Dream Attic. Je zou eens kunnen experimenteren met samples of ingeblikte muziek uit de synthesizer. Dat is misschien vloeken in de puristische folkkerk, maar daar moet jij toch boven staan?

Ook de selectie van nummers kan beter, afwisselender.

Je hebt vrijwel alle nummers van je nieuwste plaat gespeeld, afgewisseld met ouder materiaal – waarbij recente albums als Sweet Warrior, Front Parlour Ballads en The Old Kit Bag volledig werden genegeerd. Al deed de selectie wat willekeurige aan, op zich is zo’n aanpak wel begrijpelijk. Jij wilt je nieuwe materiaal onder de aandacht brengen, het publiek wil kunnen meedeinen,- neuriën en zingen met bekende nummers. Maar of dit wel zo’n slimme formule is? Het viel vooral op hoe bleek de nieuwe nummers afstaken tegen de oudere publieksfavorieten. Geen wonder, trouwens. Het zijn tenslotte nummers die de tand des tijds hebben doorstaan, terwijl het maar afwachten is welke nummers van Electric over pakweg tien, twintig jaar nog meetellen. Bovendien ken jij die oudere nummers door en door, en weet je hoe je live er het maximale uit kunt halen en hoe je ze met een onverwachte solo of een aparte frasering net een beetje extra kunt geven. Met de nieuwe nummers is dat veel minder het geval, en is het nog een beetje experimenteren.

Mijn voorstel is heel eenvoudig: speel minder nieuwe nummers. Of liever gezegd: speel elke avond steeds een paar andere nieuwe nummers. Je kunt je dan tegelijkertijd zelf vertrouwd raken met je eigen recente composities en je kunt testen welke nummers het beste vallen bij het publiek (en dus kunnen uitgroeien tot klassiekers in de Richard Thompson-canon).

Wat te doen met de gaten die vallen als je maar twee of drie nummers van Electric speelt?

Het eenvoudigste is het natuurlijk om het concert wat in te korten. Wat mij betreft zou dat geen onoverkomelijk bezwaar zijn. Heeft iemand jou ooit wijsgemaakt dat een concert niet minder dan anderhalf uur mag duren? Die had het dan mooi mis! Wat korter is helemaal geen bezwaar, zeker niet wanneer er zo intens en geconcentreerd wordt gemusiceerd als van de week. Houd het gerust wat korter, dan gaat het publiek hongerig voor meer terug naar huis en niet oververzadigd zoals nu (ik spreek voor mezelf).

Daarnaast zou je oude nummers uit je enorme oeuvre kunnen spelen en herinterpreteren. Nu verraste je met Easy There, Steady Now van Mirror Blue. Een nummer dat ik jarenlang verwaarloosd heb – ten onrechte, hoorde ik toen ik het vanochtend opzette.

Ook is het wellicht een idee om meer verzoeknummers in te lassen. Je staat erom bekend dat je een soort menselijke jukebox bent, die honderden nummers van jezelf en van anderen paraat heeft. Waarom die ongelofelijke vaardigheid niet vaker aanwenden? Gisteren speelde je op aandringen van iemand uit het publiek Persuasion. Prachtig! En merkte je hoe er een golf van opwinding door de zaal ging toen je de eerste noten inzette?

Nog een suggestie: meer covers. Gisteren beperkte je je tot Hey Joe (een van de hoogtepunten van de avond), maar je waarom niet meer nummers die specifiek voor een ‘Power Trio’ zijn geschreven? Je noemde zelf Cream; ik had graag eens jouw uitvoering van White Room willen horen! Je zou de avond trouwens ook kunnen verluchtigen met beproefde covers van nummers als Oops! I did it again (Britney Spears), Season of the Witch (Donovan), Honky Tonk Blues (Hank Williams) of Legal Matter (The Who). Kunnen mensen ook weer eens horen hoe veelzijdig je bent en hoe makkelijk je willekeurig welk nummer naar je hand kunnen zetten. En heb je meteen weer wat meer contact met je publiek dan gisteren (ook een verbeterpuntje).

Om een lang verhaal kort te maken: met een paar simpele kunstgrepen kun je een geweldig concert geven in plaats van een goed concert. Op naar een 10 op de schaal van Thompson!

Deel:

Geef een reactie