De dromen van Lenya

De dromen van Lenya

‘The Hatch’ van de Nederlandse Lenya (pseudoniem van Julia Reinhold) staat vol dromerige muziek. Muziek die zeer prettig is om naar te luisteren. Maar ‘easy listening’ wordt het nooit. Daarvoor zit er teveel spanning in haar nummers, zegt Lenya.

Eigenzinnigheid. Dat is in één woord wat haar muziek typeert, zegt zangeres en componist Julia Reinhold. Die eigenzinnigheid blijkt al uit de keuze van haar artiestennaam, Lenya. Gekozen uit bewondering voor Lotte Lenya, wereldberoemd van (vooral) de Dreigroschenoper en ongetwijfeld zeer invloedrijk. Maar vrijwel niemand klinkt zoals zij, zeker niet in de klassieke muziek. Te apart, te bijzonder, te – inderdaad – eigenzinnig. “Dát spreekt vooral in haar aan. Haar muziek vind ik ook prachtig, daar niet van. Maar belangrijker voor mij is dat ze altijd haar eigen gang is gegaan.”

Die voorliefde voor eigen kijk op de zaken, eigen keuzes, ja zelfs eigen werelden keert terug op het nieuwe album ‘The Hatch’ van de Nederlandse Lenya. Uit veel nummers spreekt een verlangen naar afzondering. “Dat wordt vaak gezien als iets zieligs, maar ik wil juist laten zien dat het juist prettig is om veel alleen te zijn. Het is vaak veilig en beschut. En je komt op de beste ideeën als je alleen bent.” De hoes van ‘The Hatch’ onderstreept dit nog eens. We zien een kind met een soort zwart geschilderde pop, gemaakt door fotografe Ilse Leenders. “Een imaginaire vriend, zoals zoveel kinderen en andere mensen ook wel hebben”, licht Lenya toe. De fantasiewereld van mensen die dromen niet zien als bedrog: in die wereld houdt Lenya zich ook graag op.

Kamerpop

Op ‘The Hatch’ creëert Lenya zo’n droomwereld voor zichzelf samen met producer Jakob Sigmond (bekend van Blaudzun). Je zou de nummers van Lenya kunnen aanduiden als kamerpop – tegenwoordige een genre dat geassocieerd wordt met Rufus Wainwright, maar dat z’n wortels heeft in het werk van uiteenlopende artiesten, van Frank Sinatra en Burt Bacharach met hun weelderige orchestraties tot The Beatles in hun Eleanor Rigby-modus, The Zombies, The Beach Boys en nog wat van die groepen. Smaakvolle en melodieuze nummers zijn het in elk geval, gedragen door strijkers en blazers, en zo gearrangeerd dat ze neigen naar klassieke muziek. Lenya heeft er goed naar geluisterd, bevestigt ze. Daarnaast noemt ze zelf noemt onder andere de Vier Letzte Lieder van Strauss, Ryan Adams, Carel Kraayenhof en Oost Europese volksmuziek als inspiratiebronnen. Dromerige muziek. Muziek die zeer prettig is om naar te luisteren.

Maar hoe aangenaam het ook in het gehoor ligt, ‘easy listening’ wordt het nooit. Het schuurt hier en daar, er zit een spanning tussen de sobere stem en de rijke instrumentatie, de dissonanten krijgen af en toe de overhand. Alsof Lenya zich er maar al te zeer van bewust is dat ze uit de prettige droom kan worden gewekt. Of op z’n minst alsof ze zich er van bewust is dat er ook een (al dan niet boze) wereld buiten die droom is. Alsof ze ook oog heeft voor de realiteit, met andere woorden, en de werkelijkheid door de dromen heen schemert. Anders dan bij een kind dat volledig opgaat in zijn dromen en zich volledig verliest in zijn fantasieën.

Relatiestrubbels

Zelf herinnert Lenya zich hoe ze vroeger vanuit haar zolder ook regelmatig naar buiten keek. Dat ze juist het contrast tussen de beschutte ruimte en de open lucht heerlijk vond, dat ze het zo mooi vond dat zonlicht naar binnen scheen in de donkere ruimte – kortom, dat die twee werelden naast elkaar bestonden en elkaar soms raakten of zelfs gedeeltelijk samenvloeiden. Of juist slecht met elkaar te verenigen zijn. Dat is het onderwerp van een nummer als ‘Split Love’: “Dat gaat over dilemma’s hoe je je liefde voor afzondering kunt combineren met je liefde voor een persoon.”

Een variatie op dit thema biedt het geestige ‘Song to the Other Girl’, een lofzang op een concurrent in de liefde dat getuigt van realiteitsbesef: “Een man in wie ik wel wat zag, voelde meer voor haar dan voor mij. Dit is mijn commentaar daarop.”

Zo wordt ook de titel van het album duidelijk. “‘The Hatch’ – het luik – kan worden gezien als een passage tussen droom en realiteit”, zegt Lenya. De ‘door of perception’, die de dromer de mogelijkheid biedt om af te dalen naar de werkelijkheid of ons juist in staat stelt van het leven van alledag op te klimmen nar de zolder van onze verbeelding. En zoals Lenya als meisje al wist: daar is het aangenaam verblijven.

‘The Hatch’ verschijnt op 12 maart. De presentatie is in V11, Rotterdam

Deel:

Geef een reactie