Loon naar werken? Presteren = kunnen * willen

“Onze medewerkers vormen het waardevolste bezit van de onderneming”, lees ik in het ene jaarverslag. “Het menselijk kapitaal is het belangrijkste activum van de onderneming”, zwaait het andere jaarverslag het personeel lof toe. Zo wordt keer op keer aangegeven dat het bedrijf valt of staat met de kennis en vaardigheden van de medewerkers. Ik vraag me dan altijd af wat het personeel dan waard is? En hoe kunnen directies die waarde in de beloning tot uitdrukking te brengen?

Vrijwel elk zichzelf respecterend bedrijf heeft tenslotte wel een functiewaarderings- en beloningssysteem. Alleen… of daarmee ook een correcte beloning tot stand komt, is de vraag. Het loon bestaat hoofdzakelijk uit een vaste beloning, waarvan de hoogte meestal vooral afhangt van de functie, het aantal uren dat men werkt en werkervaring.

De relatie tussen resultaat en beloning is flinterdun. Want wat zegt iemands functie nou nog? Steeds minder, nu organisaties steeds flexibeler worden en de taken en verantwoordelijkheden wisselen. Wat zegt het nou dat iemand veertig uur werkt en zijn collega maar dertig? Weinig. Misschien verzet die man in dertig uur meer bergen dan de ploeteraar die veertig uur vol maakt. En wat zegt het nou dat iemand ruime werkervaring heeft? Onervaren mensen presteren in hun enthousiasme vaak beter dan ervaren rotten.

Iemands prestaties zijn – zo lijkt me – vooral afhankelijk van wat hij kan en wat hij wil. Nauwkeuriger uitgedrukt: presteren is kunnen maal willen oftewel p=k x w. Hoe meer iemand kan en hoe gemotiveerder iemand is, hoe meer hij presteert.

Verder geldt: wat iemand kan, hangt vooral af van zijn talent en (daar komt die factor toch weer om de hoek kijken) zijn werkervaring. Oftewel: kunnen = talent maal ervaring (k=t x e). Iemand met een hoog potentieel presteert algauw evenveel als iemand met minder talent maar meer werkervaring.

De praktische toepassing van de formule p=k x w? Ik zou het niet weten. Daarvoor heb ik zelf te weinig talent en ervaring op het gebied van personeelsbeleid. Q.E.D.

Column voor Freeler

Revisie

18-1-2023: Ik bedacht me onlangs (ik geef het toe, meer dan 20 jaar nadat ik de formule p=k*w had bedacht) dat ik ook wel wat had kunnen opnemen over de vraag. Wat je presteert, hangt tenslotte ook af van in hoeverre er behoefte aan is. Ik denk niet dat er een lineair verband is (hoe groter de behoefte, hoe groter de stimulans om ergens op in te spelen). Maar als er geen behoefte aan is, zul je iets waarschijnlijk niet lang volhouden – en op termijn dus minder presteren. Op z’n minst een voorwaarde dus.

Zie ook ikigai. Een term die ik toen nog niet kende.  

Deel:

Geef een reactie