Oneliners

‘Ich bin ein Berliner’, ‘There’s nothing to fear but fear itself’, ‘Read my lips’. Zoiets zoek ik. Vervelend dat de Nederlandse taal zich zo slecht leent voor kernachtige formuleringen. Wie Engels spreekt heeft vleugels, in het Nederlands moet je door het mulle zand.

Ik heb het verzamelde werk van Annie M.G. Schmidt nog eens nagelezen. En ik moet zeggen, ik heb er veel aan gehad. Zo kort en krachtig als ze formuleert. Dát is nou hoe Jip en Janneke het doen, heb ik tegen Ad gezegd, zo moet het. Anders begrijpt de kiezer je niet. Want de kiezer is dan wel niet dom, snel afgeleid is hij wel.

Ad heeft dat goed opgepikt. We hebben samen dat laatste debat geanalyseerd. Fortuyn had de lachers op zijn hand, dat geef ik onmiddellijk toe. De zaal barstte zeven keer in lachen uit toen hij aan het woord was. Maar Ad was goede tweede. Het publiek moest drie keer om hem lachen! Drie keer! Net zo vaak als om Rosenmöller, die toch algemeen als winnaar van het debat is uitgeroepen. Het gaat de goede kant op met Ad, dat wil ik maar zeggen. Beter dan met Dijkstal. Die heeft zijn Jip en Janneke niet goed bestudeerd! Heb je hem gehoord? Wat een lange zinnen. Werkt niet: je moet erover nadenken voordat je het begrijpt. De kiezer is dan wel niet achterlijk, lang nadenken wil hij niet.

Alleen die oneliners gaan Ad niet makkelijk af. Wie herinnert zich ook maar één gedenkwaardige uitspraak van Ad? Sowieso heeft de Nederlandse politiek weinig oneliners voortgebracht. Ik kom niet veel verder dan ‘Müssert of Moskou’, en daar heb ik deze campagne natuurlijk weinig aan. Fortuyn heeft er volgens mij ook moeite mee. ‘Je moet oneliners verzinnen die erin gaan als een Scudraket’, zegt hij, maar hij vuurt voornamelijk verbale losse flodders af. En als hij eens doel treft, dan is het met munitie die anderen hebben aangeleverd. ‘At your service’ is nota bene bedacht door de SGP: ‘Tot uw dienst’. En al die andere bon mots komen direct uit het Prisma-citatenboek. Dat is mijn eer te na, ik vind dat Ad met iets beter moet aankomen.

We hebben laatst een brainstormsessie gehad, Ad en ik, om een paar goede one-liners te verzinnen. Lastig. Politieke slogans worden wel eens vergeleken met de ‘pay offs’ van reclameleuzen, maar die vergelijking gaat niet op. Beleid ís geen product als ieder andere. Je worstelt in de politiek met een veel bredere doelgroep: de hele bevolking. Ga daar maar eens aan staan in deze tijd van niche-marketing en segmentatie. Vaak willen onze afnemers onze producten niet eens hebben: alle impopulaire maar helaas noodzakelijke wetten, algemene verordeningen en andere maatregelen. En dan heb je nog het probleem dat je in de politiek af en toe met een inhoudelijk argument moet komen. Ik zou willen dat we elke aanval op het Paarse beleid konden pareren met een oneliner die inslaat als een Scud, maar zo werkt het natuurlijk niet.

Gelukkig zijn we erin geslaagd een paar anti-Fortuyn oneliners verzonnen: ‘Fortuyn is aan het pimpampetten met het Nederlandse volk’, ‘Hij stelt een pimpelpaars beleid voor’, ‘Straks dansen we op de puinhopen van Pim’. Ze zullen de komende tijd breed worden uitgemeten in de media. Ad wilde ook een paar slogans in de trant van ‘Melkert moet’ of ‘Even Ad bellen’. Iets waar onze eigen kracht uit naar voren komt. En dat is natuurlijk veel moeilijker. Niet dat we geen eigen kracht hebben, maar breng die maar eens naar voren.

Artikel verschenen in een serie columns voor Writers Block over de Verkiezingen van 2002

 

 

Deel:

Geef een reactie