Vijanden voor het leven

De poging van ABN AMRO tot een vijandige overname van Fortis is in de pers al een historisch keerpunt genoemd. Het harde ‘Angelsaksische’ door winstbejag en streven naar aandeelhouderswaarde gedreven handelen zou met de overnamepoging zijn doorgebroken, het softere ‘Rijnlandse’ overlegmodel zou daarmee een zware, wellicht beslissende slag zijn toegebracht.

Een misvatting. Want er hebben zich in Nederland en elders in Europa natuurlijk al eerder vijandige overnames of pogingen daartoe voorgedaan, zij het – toegegeven – minder talrijk dan in de Verenigde Staten of in het Verenigd Koninkrijk. Oudere lezers zullen zich de poging van Elsevier om het Kluwer-concern in te lijven herinneren. Misschien een Angelsaksische uitzondering die de Rijnlandse regel bevestigt, maar toch. Onbekend zijn vijandige overnames hier niet.

Los daarvan is de zakelijke Nederlandse cultuur helemaal niet zo soft en on-angelsaksisch. Misschien wel als het gaat om het interne personeelsbeleid, of het afwegen van de belangen van allerlei bij het bedrijf betrokken ‘stakeholders’. Maar zo zacht als Nederlandse bedrijven van binnen zijn, zo hard zijn ze van buiten – in de omgang met concurrenten. Dan weet de Nederlander het spelletje met elk Angelsaksisch bedrijf mee te spelen.

Vijandige overnames passen precies in deze cultuur van ‘zakendoen is oorlog’. Zeker de vijandige overnames in de meest extreme vorm: tegen de zin van directie en personeel in. Want wat is er nu mooier dan een ander tegen zijn zin opkopen? De ultieme vernedering van een vijand. Overnemen is overwinnen! Er is toch geen duidelijker manier om iemand in te peperen dat hij volkomen in jou macht is? De slavernij is afgeschaft, de vijandige overname is de moderne zakelijke equivalent – net zo vernederend, al draagt de moderne slavendrijver een net pak en is zijn knoet vervangen door een rekenmachine.

Of de overwinningsroes van de vijandige ‘corporate raider’ op zijn plaats is, dat is overigens maar de vraag. Want wat levert de overname nu precies op?

In de ogen van het grote publiek niets als ellende. In de film Wall Street – niet toevallig gemaakt door een regisseur die vooral uitblinkt in bijzonder bloederige oorlogsfilms – leveren de vijandige overnames van de ‘raider’ Gordon Gekko alleen hemzelf miljoenen dollars op. En dat, beste kijkers, weegt niet op tegen het leed dat hij aanricht bij de bedrijven die het slachtoffer zijn van zijn koopwoede. Wat de ‘corporate raider’ precies doet? Hij splitst bedrijven op, zo blijkt uit de film Pretty Woman. ‘Terwijl bouwen veel mooier is dan breken’, bekent de jonge Richard Gere beschaamd.

Het beeld van de vijandige overname als een liquidatiepoging is natuurlijk zwaar overtrokken. Een vijandige overname kan net zo goed als een vriendelijke overname tot wederzijds voordeel strekken. In theorie tenminste. Anderzijds zal er bij een vijandige overname waarschijnlijk minder overleg plaatsvinden tussen overnamekandidaat en koper. Met je een vijand neem je niet even rustig door hoe je hem denkt in te lijven – je doet het gewoon. Het kan bijna niet anders of dat wreekt zich op termijn vaak. Ten minste als het de bedoeling is dat de ‘verliezer’ wordt ingepast in het ‘winnende’ bedrijf en geacht wordt een bijdrage te leveren aan nieuwe overwinningen. Dat wordt moeilijk als het overgenomen bedrijf niet wil meewerken omdat het je als een vijand voor het leven beschouwt. Misschien dat een zelfde softe benadering die Nederlandse bedrijven intern hanteren het daarbuiten ook goed doet. Eerst vriendjes worden, dan wil ik je misschien kopen. Laten we het er nog eens over hebben. Wanneer komt jou het beste uit?

Column voor F&O

 

 

Deel:

Geef een reactie