C.W. Stoneking betovert Paradiso

C.W. Stoneking betovert Paradiso

Een Australiër die blues, rock-‘n-roll en andere oude muziek speelt, kan dat? Nou en of, bewees C.W. Stoneking gisteren in Paradiso.

Het mag een wonder heten dat C.W. Stoneking nog optreedt. Jaren geleden is hij bijna verdronken voor de kust van een eiland in de Bermuda Driehoek. U weet wel, dat gevaarlijke gebied waar boten en vliegtuigen verdwijnen in een bos van algen op de bodem van de oceaan, een onderzees oerwoud dat zo groot is omdat zoveel uitwerpselen uit de VS die kant opspoelen en als mest fungeren. Echt waar, Stoneking heeft het zelf gezien. Hij spoelde overboord, maar bleef drijven. Een wonder, temeer daar iemand op zijn rug sprong in het water. Gelukkig had hij zijn banjo bij zich en kon hij die onverlatene van zich afslaan.

Geen kwaad woord dus over de banjo. Wist u trouwens dat je een banjo ook als een omgekeerd vergrootglas kunt gebruiken? Als iets niet goed wilt zien, hou je gewoon een banjo voor je ogen en presto! Veel muzikanten doen lacherig over de banjo, Stoneking niet, en zo nu en dan wil hij de banjo nog wel ter hand nemen. Bijvoorbeeld in de ‘Jungle Blues’, een nummer dat geïnspireerd is op zijn verblijf op het eiland in de Bermuda Driehoek waar hij destijds is aangespoeld.

Vervlogen tijden

Maar het liefste speelt Stoneking gitaar. Bijzonder trots is hij op zijn metalen National Duolian gitaar uit 1931, een akoestisch instrument dat zoveel geluid voortbrengt dat hij geen versterker nodig heeft. En als het toch versterkt moet, dan heeft hij gelukkig zijn USA Fender Jazzmaster en zijn Gibson es 330 uit 1962, die hij in zijn Brownface Fender Princeton inplugt. Nou ja, een replica is het eigenlijk, maar het klinkt als een versterker uit lang vervlogen tijden. Precies zoals Stoneking het wil: de muziek moet oud klinken, als een nummer uit pakweg de jaren tien tot begin jaren zestig van de vorige eeuw. Zelfs als hij een nieuw nummer speelt, klinkt het als een nummer dat 100 jaar oud had kunnen zijn – luister maar naar hoe hij Seven Nation Army van The White Stripes binnenstebuiten keert.

Oude blues, daar houdt hij van, en hij kan zingen alsof hij jarenlang op een katoenplantage heeft doorgebracht – met een negroïde stem die je niet zou verwachten van een blanke Australische jongeman. Oude jazz, daar is hij ook ol op, vooral op dixielandmuziek – en als hij eens geld heeft (Stoneking doet alles in eigen beheer), dan trommelt hij zijn Primitive Horn Orchestra op en componeert hij een paar nummers die zo uit het New Orleans van het begin van de vorige eeuw hadden kunnen stammen.

Maar net zo lief speelt hij oude rock-‘n’-roll, en ook dat kan hij als geen ander. Oude countrymuziek? Waarom niet, Stoneking kan jodelen als Jimmie Rodgers in zijn beste dagen. Evenmin draait Stoneking zijn hand om voor gospel of vroege soul, zoals Ray Charles die in zijn vroege jaren maakte – Stoneking treedt soms zelfs op met twee achtergrondzangeressen, zijn eigen Raylettes, en wat klinken ze goed, alsof ze zijn muziek vleugels geven.

Voodoo

Een vernieuwend artiest is Stoneking misschien niet. Maar wat is hij goed thuis in de geschiedenis van de oude muziek, wat beheerst hij veel stijlen, en wat weet hij een onweerstaanbare nummers te schrijven. Opmerkelijk voor iemand die ooit in een grot werd gevonden door Aboriginals – zo wordt gezegd, al ontkent Stoneking dit, en houdt hij bij hoog en laag vol dat hij zijn muzikale kennis heeft opgedaan door naar de platen van zijn vader te luisteren, een Amerikaanse onderwijzer die naar Australië was geëmigreerd. Zou Stoneking bij de Aboriginals magische krachten hebben opgedaan? Misschien heeft hij net als Robert Johnson een pact met de duivel heeft gesloten, en in één keer meester was over de muziek uit de eerste helft van de vorige eeuw. Hoe dan ook, C.W. Stoneking is geen gewone muzikant, maar een tovenaar. Gelooft u het niet? Maar hoe had hij dan anders de Bermuda Driehoek kunnen overleven, met leeuwen kunnen spreken. Hoe had hij anders aan zombies kunnen ontsnappen?

Nog niet overtuigd? En als u weet dat hij thuis is in de voodoo? “Je hebt een kledingstuk of een haar nodig van degene die je wilt betoveren”, legt hij uit. “Of beter nog, een lichaamsdeel. Als je met iemand samen in de keuken werkt, moet daar goed aan te komen zijn, dan kun je zogenaamd per ongeluk zijn vinger eraf snijden. Dan zit je goed, dan is de bezwering des te krachtiger.” En waartoe Stoneking met zijn duistere voordoo-krachten aanwendt? Ook daarvoor is hij in de muziekgeschiedenis te rade gegaan, ‘I put a spell on you’ van Screamin’ Jay Hawkins is bij Stoneking gereïncarneerd tot ‘Love me or die’.

Voorzover bekend is er nog niemand overleden en is iedereen die met C.W. Stoneking en zijn muziek in aanraking is gekomen dol op hem. Ook Paradiso lag gisteren aan zijn voeten. Nou dan.

Deel:

Geef een reactie