Pokey LaFarge blaakt van het zelfvertrouwen op ‘Something in the Water’

Pokey LaFarge blaakt van het zelfvertrouwen op ‘Something in the Water’

‘Something in the Water’ is onmiskenbaar een plaat van Pokey LaFarge, vol onweerstaanbare, op traditionele Amerikaanse muziek geïnspireerde nummers. Toch klinkt het net ietsje anders dan het vorige album. “Een paar jaar geleden had ik misschien nog het gevoel dat ik precies zo moet klinken als mijn oude voorbeelden, maar dat is steeds minder het geval. Ik heb nu meer zelfvertrouwen, en durf nu beter te maken wat ik wil.”

Niet dat Pokey LaFarge vaak recensies leest, maar toevallig viel zijn oog laatst op een bespreking in de Australische Rolling Stone van ‘Something in the Water’, zijn laatste album. Een op zich welwillend artikel, zij het dat er volgens de recensent ‘geen vooruitgang’ viel te bespeuren ten opzichte van zijn vorige album. “Geen vooruitgang?! Ik ontwikkel mezelf juist voortdurend.” Inderdaad, ‘Something in the Water’ klinkt duidelijk anders dan het ‘Pokey LaFarge’, mede dankzij producer Jimmy Sutton (vooral bekend van zijn werk met J.D. McPherson). “De drumpartijen zijn beter uitgwerkt, we hebben er alles aan gedaan om ze ‘cool, groovy and sexy’ te laten klinken. En we hebben meer aandacht besteed aan de zang: er komt veel meer samenzang op deze plaat voor en de harmonieën zijn veel complexer.”

Het zou overdreven zijn om te zeggen dat LaFarge het roer helemaal heeft omgegooid: hij put nog steeds uit de blues, jazz, bluesgrass, swing, oude country en andere traditionele Amerikaanse muziek. Maar ‘Something in the Water’ klinkt voller en gepolijster dan zijn vorige albums – luister maar naar ‘Cairo, Illinois’, een nummer dat Pokey Lafarge in 2008 ook al heeft opgenomen en nu veel minder schetsmatig klinkt.

Big Bill

‘Something in the Water’ neigt ook meer naar dixieland dan naar blues en country, met een grote rol voor zijn nieuwe blazerssectie ten koste van mondharmonica en wasbord. Maar ‘Spark’ is weer een Rhythm and Blues-song en ‘Barcelona’ lijkt met z’n castagnetten wel geïnspireerd op een Spaans of Mexicaans volkswijsje. Twee covers – ‘When Did You Leave Heaven’ (vooral bekend in de uitvoering van Bob Dylan, maar LaFarge kent het nummer van Big Bill Broonzy) en ‘All Night Long’ (vooral bekend van Chicago blues-muzikant Tampa Red) – hadden daarentegen zo op zijn vorige album kunnen staan.

“Mijn muziek valt steeds moeilijker te categoriseren”, denkt LaFarge. “Een paar jaar geleden had ik misschien nog het gevoel dat ik precies zo moet klinken als mijn oude voorbeelden, maar dat is steeds minder het geval. Ik spiegel me nu vooral aan een artiest als Big Bill Broonzy. Iemand die ongelofelijk krachtige nummers zoals ‘When you’re Black’ kon schrijven, en country blues, Chicago blues of folkmuziek speelde, precies zoals het hem uitkwam. Ik heb nu meer zelfvertrouwen, en durf nu beter te maken wat ik wil, net als ‘Big Bill’. Ik sta ook meer open voor invloeden van andere muzikanten dan enkele jaren geleden. Ook een kwestie van zelfvertrouwen. Vroeger was ik bang dat mijn muziek z’n identiteit zou kwijtraken, nu geloof ik juist dat mijn muziek er beter van wordt.” En voor muzikale kruisbestuiving zoekt hij het niet alleen het verleden, maar luistert hij ook naar eigentijdse folk, Americana en country. “Er wordt tegenwoordig zoveel mooie muziek gemaakt, ik laat me daar maar al te graag door inspireren.”

Geen rust
Sinds het verschijnen van ‘Something in the Water’, heeft LaFarge al tientallen flarden van nieuwe songs geschreven. De tijd ontbrak tot dusver om veel nummers af te ronden – Pokey LaFarge en zijn band treden bijna avond aan avond op, vorig jaar hadden ze niet minder dan 250 optredens – maar in augustus wil hij er voor gaan zitten. “Ik heb nu geen rust. Gek word ik ervan, al die onuitgewerkte ideeën.” De nieuwe nummers zullen eerder in het verlengde liggen van die van de huidige plaat dan van zijn vorige, zo lijkt het. “Reken op krachtige melodieën met veel samenzang en een uitgebreide rol voor de blazers. En ik wil ritmisch meer experimenteren.”

Misschien wel de belangrijkste verandering: “Ik wil dat in mijn teksten meer maatschappelijk engagement doorklinkt. Er gebeurt veel in de VS op dit moment; ik zou dat sterker is mijn nummers naar voren willen laten komen.” LaFarge heeft grote affiniteit met de ‘Makers Movement’ in de VS, een beweging van vaklieden die een kleinschalig alternatief willen bieden voor de fabrieksmatige massaproductie die grotendeels is verdwenen uit steden zoals Detroit, Chicago en zijn eigen stad St. Louis.

“Ik zou wel een spreekbuis willen zijn van die beweging. Al ben ik bovenal een artiest, en wil ik me niet als pamflettist opwerpen. Maar misschien kan ik mensen inspireren om ook in moeilijke tijden hun verantwoordelijkheid te nemen. En ze te laten zien dat je succes kunt hebben als je een ambacht beheerst en liefde voor je vak hebt. Zoals mijn mede-muzikanten en ik: wij zijn echt vakmensen, die gek zijn van onze muziek. We hebben er nooit naar hebben gestreefd om ‘cool’ te zijn, maar zijn nu wel mooi the biggest thing’ uit St. Louis.”

Deel:

Geef een reactie