‘Smart’: de toekomst van de Nederlandse industrie?

‘Smart’: de toekomst van de Nederlandse industrie?

De Nederlandse industrie moet slimmer worden, vinden het ministerie van Economische Zaken, onderzoeksinstituut TNO, werkgeversorganisaties VNO-NCW en FME en de Kamers van Koophandel. Zij hebben zich verenigd om bedrijven over te halen de ‘Smart Industry’ te omarmen. “Bedrijven moeten wel. Anders verdwijnt de industrie straks uit Nederland.”

1. Smart Industry, wat is dat eigenlijk?

De term is bedacht door onderzoeksinstituut TNO en werkgeversorganisatie FME, geïnspireerd door de ontwikkelingen rond het Duitse ‘Industry 4.0’. Bij beide begrippen draait het om hoe ICT kan worden toegepast om de maakindustrie te verbeteren, zegt Arnold Stokking, managing director TNO Industrial Innovation. “Alleen is het begrip ‘Industry 4.0’ beperkter dan ‘Smart Industry’. In Duitsland wordt er gekeken hoe bedrijven met behulp van ICT beter kunnen samenwerken binnen een bepaalde keten. Wij gaan er vanuit dat productie in toenemende mate in losvaste samenwerkingsverbanden plaatsvindt. Wij kijken of de productie slimmer kan worden door nieuwe ontwikkelingen in de ICT.” Door gebruik te maken van big data, bijvoorbeeld, van het Internet of Everything – waarin alles en iedereen met elkaar verbonden is – van 3D-printing, van robotisering, kunstmatige intelligentie en cloud computing zou er een Smart Industry in Nederland kunnen ontstaan.

2. Hoe ingrijpend is de komst van de Smart Industry?

Zeer ingrijpend. Doordat in netwerkverband wordt geïnnoveerd en kennis via platforms wordt uitgewisseld, kan er zeer snel worden geschakeld en zijn er ‘explosies’ aan nieuwe toepassingen mogelijk, aldus Stokking. De veranderingen grijpen in op alle fasen van de productie: van ontwerp, assemblage tot aan ‘after sales’. Niet alleen kunnen productieprocessen veel efficiënter worden ingericht en wordt het makkelijker klantspecifieke, op maat gemaakte producten te fabriceren.

Ook ontstaan er nieuwe verdienmodellen en dus nieuwe kansen voor de bedrijven. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat productiebedrijven straks (ook) diensten verkopen en/of een ‘pay per use’ model hanteren (voorbeeld: ‘Philips verkoopt straks geen lampen meer, maar verhuurt ze, waarbij de gebruiker alleen betaalt voor gebruik van licht’). Of het leidt tot bedrijven die op afstand onderhoud uitvoeren, eventueel volautomatisch (dankzij het Internet of Everything kunnen machines immers met machines communiceren) of andere die diensten bieden (het overbekende voorbeeld van de ijskast die wordt aangevuld op het moment dat de voorraad op is). Mogelijk zullen bedrijven met geheel nieuwe business modellen verrijzen, zoals ontwerpmarktplaatsen op internet. Of die waarde toevoegen aan bestaande producten en diensten. Zakelijke dienstverleners bijvoorbeeld, die diepgravende analyses verrichten op basis van big data van binnen en buiten de bedrijven die zij adviseren.

3. Welke kansen brengt de Smart Industry mee voor Nederlandse productiebedrijven?

Kansen in overvloed, zegt Stokking. Ongeacht de strategie van het bedrijf, kan aansluiting bij de Smart Industry volgens hem een bijdrage leveren aan het succes – of een bedrijf er nu naar streeft naar de beste producten, naar de laagste kosten, of naar een intensieve band met klanten.

“Wil je als een bedrijf een ‘product hero’ zijn, dan kun je streven naar een foutloos productieproces, zonder afvalmateriaal (zero defects, zero scrap), naar 100 procent ‘up time’ of met behulp van feedbackloops van en naar klanten proberen perfecte producten te fabriceren. Streef je naar de laagst mogelijke kosten, dan kun je de samenwerking in de keten optimaliseren, de arbeidsproductiviteit enorm verhogen en het productieproces stroomlijnen. Als je strategie ‘customer intimacy’ is, zul je zien dat je veel beter kunt contact leggen en onderhouden met klanten, dat je met big data analyses kunt maken, dat je trends kunt ontdekken in het gedrag van je klanten – en daar op inspelen natuurlijk, zoals Zara doet door de kleding in luttele weken aan te passen op basis van de veranderende wensen van klanten, zodat het aanbod in de winkel altijd is afgestemd op hun wensen.” Vooral de hightech-, chemie- en agro-foodsectoren lenen zich om te worden omgevormd tot een Smart Industry, volgens het consortium dat de Nederlandse Smart Industry wil bevorderen – initiatiefnemer FME, TNO, VNO-NCW, KvK, het ministerie van EZ en (sinds dit jaar) de vijf Regionale Ontwikkel Organisaties. Maar, zegt Ineke Dezentjé, voorzitter van FME en van het Team Smart Industry: “Elke sector wordt beïnvloed door de digitalisering en kan dus ‘smart’ worden.”

4. Zijn er ook bedreigingen?

Toch wel. Vernieuwing leidt tot vernietiging van banen en van bepaalde functies, zeker als het zo snel gaat als met de Smart Industry. De econoom John Maynard Keynes waarschuwde al in 1930 voor wat hij ‘technologische werkeloosheid’ noemde, die optreedt als het tempo waarin nieuwe mogelijkheden worden ontdekt om menselijke arbeid te vervangen door machines, veel hoger ligt dan het tempo waarin nieuwe toepassingen voor menselijke arbeid wordt gevonden. Volgens een onderzoek van Deloitte uit 2014 zouden zelfs 2-3 miljoen banen in de komende 10 tot 20 jaar door de verdergaande automatisering komen te vervallen, niet minder dan een derde van het huidige aantal. Waar in het verleden laagwaardig werk verdween naar lagelonenlanden, zijn het nu vooral banen op mbo-niveau die verdwijnen, zoals van receptionistes, typistes en medisch secretaresses. Maar ook accountants en andere hoogopgeleiden zijn hun arbeidszame leven niet zeker. Wie de Deense serie ‘Real Humans’ heeft gezien, kan zich er wel iets bij voorstellen. Daar zien we veel robots die bijvoorbeeld in de bouw worden ingezet voor ‘dangerous, dull, dirty work (de zogeheten ‘drie D’s) of als bus- of taxichauffeur dienst doen. Maar ook intelligente robots die verantwoordelijker en veeleisender werk kunnen verrichten, en hele fabrieken bemannen, met slechts een enkele menselijke opzichter.

5. Moet de Nederlandse industrie dan wel ‘smart’ worden?

“Ja”, zegt Dezentjé, al was het maar omdat binnen vier jaar een groei van het BBP van 1 procent mogelijk is. We moeten ook wel, zegt Stokking: “Zonder slimme automatisering en robots verdwijnt de industrie straks uit Nederland.” En dat zou een ramp zijn voor onze welvaart. Immers de export is grotendeels afhankelijk van onze industriële productie. Verder is er heel veel dienstverlening in Nederland vanwege de industrie, denk aan logistiek, financiële dienstverlening en zo meer. Naarmate ze slimmer worden, kunnen bedrijven beter concurreren met lagelonenlanden en er weer ruimte ontstaat voor onze economie om te groeien.

En al verdwijnen er banen door de komst van de Smart Industry, er ontstaat ook nieuw werk. Oud-secretaris van Financiën Willem Vermeend, een van de voorvechters van de Smart Industry, schreef onlangs in ‘de Volkskrant’: “In het verleden hebben we veel van dit werk ge-outsourced naar het buitenland, dat halen we met robottechnologie weer terug en dat zorgt in Nederland voor extra werkgelegenheid.”

Wat voor banen er dan bij komen? Het zal eerder gaan om functies voor hoogopgeleiden dan voor middelbaar of laagopgeleiden, zoveel lijkt zeker, en eerder om werk waarvoor typisch menselijke, moeilijk weg te automatiseren vaardigheden nodig zijn, zoals creativiteit, empathie, passie en communicatief vermogen. Dezentjé verwacht meer data-analisten, hard- en software-ontwerpers voor robots. “En ook een ander type managers, die goed in staat zijn hun bedrijf aan te passen aan snel veranderende omstandigheden.” In het Deense ‘Real Humans’ zie we onder andere sexbots, robots die huishoudelijk werk verrichten of als winkelbediende optreden. In de futuristische film ‘Her’ is een besturingssysteem zo intelligent dat het zich als een soort geavanceerde ‘Siri’ volledig voegt naar de behoeften van de gebruiker – en zelfs liefdesverdriet kan genezen.

6. Hoe waarschijnlijk is het dat Nederland zich aanpast?

Zeker is het niet dat de Nederlandse productiebedrijven en masse de Smart Industry zullen omhelzen. Nederland heeft op zich een gunstige uitgangspositie, lezen we in de ‘Actieagenda Smart Industry’ van het consortium. De Nederlandse economie is sterk, innovatief, heet het, en zo gemengd dat er voor de Smart Industry zo belangrijke kruisbestuiving tussen verschillende sectoren kan plaatsvinden. Bovendien zijn Nederlandse bedrijven eraan gewend om samen te werken. “Zij opereren veelal in clusters en als toeleverancier in de waardeketen. Het internationale aspect wordt gewaarborgd door de sterke exportpositie van de Nederlandse industrie. Nederland is een sterke partner voor de Duitse industrie, waarbij Nederlandse bedrijven meestal hoogwaardige toeleverancier zijn.” Tot slot beschikt Nederland over een hoogwaardige ICT-infrastructuur.

‘Schokkend laag’ is daarentegen volgens Stokking de bereidheid van het Nederlandse bedrijfsleven om snel te innoveren. Zo staat Nederland – toch een van de top-10 economieën van de wereld – op een op een schamele 21e positie in het Global Information Technology report van het World Economic Forum (WEF) uit 2014, een positie die erop wijst dat het Nederlandse bedrijfsleven matig presteert als het erom gaat nieuwe technologieën in te zetten.

Nog een drempel die genomen moet worden: de cultuurverschillen tussen de virtueel ingestelde wereld van de ICT en de ‘fysieke’ wereld van de maakindustrie. “Die zijn aanzienlijk”, weet Stokking. “Terwijl die twee werelden juist nauw moeten samenwerken, wil de Nederlandse Smart Industry werkelijk meetellen.”

7. Hoe kan de Nederlandse industrie worden gestimuleerd?

Actie! In het ‘Actieagenda Smart Industry’ uit november 2014 valt te lezen dat tientallen organisaties zich hebben verenigd om bedrijven over te halen de Smart Industry te omarmen. Momenteel heeft volgens een onderzoek van de Kamers van Koophandel 15 procent van de ondernemers wel eens van het begrip ‘Smart Industry’ gehoord en is 14 procent volop actief om ‘smart’ te worden. Het is de bedoeling dat het percentage bedrijven dat bekend is met de Smart Industry in 2018 stijgt naar 80 procent en het percentage bedrijven dat in de praktijk van alledag in de weer is met met Smart Industry te laten stijgen naar 40 procent in 2018. “En we hopen dat deze bedrijven als inspirerend voorbeeld gaan gelden voor de rest”, aldus Stokking. En zo moet Nederland tegen 2018 zijn gestegen naar een positie in de top-15 van het Global Information Technology report van het WEF.

Diverse overheden en bedrijven hebben geld (nu al rond de 60 miljoen euro) beschikbaar gesteld om deze doelstellingen te bereiken. Het actieprogramma is nauw verweven met het topsectorenbeleid, er zijn voorlichtingsbijeenkomsten, er zijn ‘field labs’ (proeftuinen waarin bedrijfsleven en kennisinstellingen samen werken aan een slimme industrie), er zijn programma’s ontwikkeld om het onderwijs af te stemmen op de behoeften van de Smart Industry, er wordt gewerkt aan vraagstukken op het gebied van het beheer en delen van data, veiligheid en er worden standaarden ontwikkeld voor de uitwisseling van data.

Dit klinkt allemaal misschien als toekomstmuziek, maar is het zeker niet, zegt Stokking. “Er zijn allerlei regionale kennissessies en andere initiatieven waarvoor ondernemers zich nu al kunnen aanmelden. De field labs staan open voor wie met andere bedrijven wil mee-innoveren of aansluiting zoekt bij het onderwijs. De Nederlandse Smart Industry komt nu van de grond – en iedere ondernemer kan vandaag al instappen.”

1. Smart Industry in beeld

De Actieagenda Smart Industry richt zich op de brede industrie, van agro-food tot logistiek en van chemie tot de high-tech.

– bijna 320.000 bedrijven

– 1,4 miljoen werkzame personen

– € 145 miljard toegevoegde waarde

– € 6,4 miljard R&D uitgaven

– € 173 miljard export

– € ruim 440 miljard productiewaarde

Dit betekent:

• productiegroei groter dan gemiddeld in Nederland (11% vs 6%)

• bovengemiddelde bijdrage aan de export van Nederland

• arbeidsproductiviteit hoger dan de Nederlandse economie als geheel (105 duizend vs 82 duizend euro per werkzame persoon)

• ruim 40% van de totale Nederlandse investeringen in kapitaalgoederen

• innovatie-aandeel hoger dan gehele bedrijfsleven (50% vs 38%)

Bron: CBS – Monitor Topsectoren 2014

2. Hoe zegt u?

Heeft u wel eens gehoord van ‘Smart Industry’?

Ja 14.26 %

Misschien, als u toelicht wat daar onder

wordt verstaan 39.88 %

Nee 45.45 %

Weet niet 0.41 %

Heeft u al actie ondernomen om kansen te verzilveren of bedreigingen tegen te gaan?

Enigszins mee bezig 22.11 %

Niet mee bezig 48.76 %

Volop mee bezig 13.84 %

Wel van plan, maar nog niet mee bezig 15.29 %

Bron: KvK, onderzoek in juli 2014 onder 484 ondernemers

3. Fieldlabs: de kraamkamers van de Smart Industry

Een belangrijk speerpunt in het actieprogramma om de Nederlandse Smart Industry te stimuleren zijn de fieldlabs, praktijkomgevingen waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken. Een overzicht.

Fieldlabs Campione: Onderhoud voor chemiebedrijven 100% voorspelbaar maken waardoor de productiviteit, beschikbaarheid en veiligheid van productiemiddelen significant en tegen lagere kosten wordt verbeterd. Trekker: World Class Maintenance (o.a. Tata, Sitech, Spie, Stork en NedTrain).

Smart bending Factory: Wereldwijd toonbeeld van innovatie worden in maatwerk voor de metaalindustrie om kleine series 25% goedkoper en 5 keer sneller op de markt te brengen. Trekkers: 247TailorSteel, CO2BO.

North and East Netherlands: Region of Smart Factories: Foutloze productie en ’first time right’ producten procesontwikkeling leiden tot een succesvolle vraaggestuurde maakindustrie. Trekkers: Philips Drachten, Fokker Hoogeveen, TenCate Almelo, Noordelijke Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij.

Smart Dairy Farming 2.0: Het verhogen van de duurzaamheid van de melkveehouderij door het real-time monitoren van melkkoeien en het delen van data in de keten. Consortium: Friesland Campina, CRV en Agrifirm, Wageningen UR, TNO, Universiteit Utrecht, Van Hall Larenstein.

Designing Ultra Personalised Products and Services: Het ontwikkelen van radicale nieuwe productproposities voor de maakindustrie door innovatief gebruik van data en door producten volledig op maat te maken. Consortium: CLICKNL|DESIGN ,TU Delft, Universiteit Twente, TU Eindhoven, Hogeschool van Amsterdam, Saxion Hogeschool, Design Academy Eindhoven, Holst Centre, ArtEZ, TNO.

Multi-materiaal 3D-printen: Het ontwikkelen van volledig nieuwe waardeketens, op basis van de volgende generatie 3D-printtechnologieën en de daarbij behorende datamanagementsystemen. Trekkers: TNO, High Tech Systems Centre (TU Eindhoven).

SMARTfood: Nederlandse industrie tot wereldleider maken in slimme oplossingen voor volledig geautomatiseerde productie, teelt en distributie van vers fruit en groente. Trekkers: InnovationQuarter, Lacquey, TU Delft, TNO.

Secure Connected Systems Garden: veilig uitwisselen van data Smart Industry voorzien van maximaal veilige data-uitwisseling in de complete waardeketen. Trekker: Thales Nederland.

Flexible Manufacturing: in kleine series flexibel en volledig geautomatiseerd produceren door robots en zonder programmeringstijd. Consortium: Philips, Brainport Industries, NMT, De Cromvoirtse, Saxion, TNO, Roboned, BOM, Oost NV, InnovationQuarter.

De digitale fabriek: Smart networked high-tech supply chain: wil de beste ‘ge-netwerkte’ digitale fabriek van de wereld worden, waar bedrijven samenwerken aan de ontwikkeling en fabricage van complexe hightech machines. Trekker: Brainport Industries.

(Artikel voor het themanummer ‘Made in NL’ van Management Team, april 2015)

Deel:

Geef een reactie