Topman ten onder

De aandacht van de media richt zich in toenemende mate op mensen aan de top van het bedrijfsleven. Vooral op hun privé-leven, lijkt het wel. Wie wil weten welke muziek de directeur van de Free Record Shop Hans Breukhoven zelf het liefst hoort, kan de managementbladen er zo op na slaan. Het liefdesleven van voormalig Content-directeur Silvia Tóth verloopt volgens diezelfde bladen even wisselvallig als de koers van het aandeel van het veelgeplaagde uitzendbureau. En dankzij de sfeerreportages in NRC Handelsblad weten we dat Joep Schouten van het SFB jarenlang heeft gedroomd van de auto waarin hij nu dagelijks wordt op en af gereden.

Ook binnen de grote bedrijven zelf staan de topmensen steeds meer centraal. Althans in financiële zin. De beloning van menige topmanager is in de afgelopen jaren sterk gestegen, vooral dankzij allerlei optieregelingen, bonussen, premies en wat dies meer zij. Vele miljoenen harken zij ieder jaarlijks bij elkaar. ‘Exorbitant’ en ongepast in de ogen van mensen als premier Wim Kok. ‘Marktconform’ zeggen de superrijke topmanagers, die in het buitenland voor soortgelijke bedragen aan de slag kunnen. Vaak zelfs voor nog meer, want helemaal conform is de zuinige Nederlandse markt nog niet.

Pers en de grote bedrijven wekken misschien de indruk dat het in het zakendoen draait om de top. Alle media-aandacht aan topmensen, alle geldstromen die richting de top vloeien – het doet wellicht allemaal vermoeden op dat zij de dienst uitmaken in het Nederlandse bedrijfsleven. Maar de schijn bedriegt. Zo veel hebben die topmanagers helemaal niet te betekenen. Wie in de afgelopen maanden de verwikkelingen rondom twee toppers een beetje heeft gevolgd, komt zelfs al gauw tot andere conclusies.

De eerste is Roel Pieper. Eind vorig jaar was hij nog de gedoodverfde opvolger van Cor Boonstra, onlangs nam hij ontslag bij het concern – een jaartje nadat hij tot de Raad van Bestuur was toegetreden. De eerste maanden na zijn aantreden was hij uitgebreid in het nieuws: als adviseur van minister Wijers, als een van de initiatiefnemers van het Twinning-netwerk. En niet te vergeten als veelgevraagd spreker op congressen, waar hij uitspraken debiteerde als ‘het gaat in het zakendoen vooral om lef’ – zoals het een topman betaamt. Daarna werd het stiller rondom Pieper, een stilte die onlangs uitmondde in zijn vertrek. Wat ging er mis? Van alles. Uit reconstructie blijkt dat de overige directieleden van Philips Pieper beschouwden als een roekeloze cowboy. Hij wilde van alles – zeker als het ging om activiteiten rondom het Internet – en het liefst zo snel mogelijk. Het bedrijf – aangevoerd en vertegenwoordigd door een voorzichtige directie – had niet zo’n haast. Op verzoek van Boonstra schijnt Pieper nog zijn snor af te hebben afgeschoren om zijn wilde voorkomen te fatsoeneren, maar toen was het al te laat. Pieper had het onderspit gedolven tegen de taaie, gesloten en afwachtende cultuur van het bedrijf.

De andere topman die de laatste tijd sterk in de belangstelling heeft gestaan is Willem de Vlugt, tot voor kort directeur van Van Leer. Nadat bekend was geworden dat het bedrijf zou worden overgenomen door het Finse Huhtamäki, profiteerde hij snel van een koersstijging door zijn opties te verzilveren en werd in één klap 9 miljoen gulden rijker. ‘Exorbitant’ en ongepast, in de ogen van velen – en nu niet alleen van mensen als premier Kok, maar ook van veel mensen binnen Van Leer. Het bedrijf is immers een mengvorm van een publieke onderneming en een filantropische instelling, met de meerderheid van de stemgerechtigde aandelen in handen van de liefdadige Van Leer Foundation. En de actie van De Vlugt – pakken wat je pakken kunt en wegwezen – getuigde van weinig liefdadigheid. De Vlugt had tegen de heersende bedrijfscultuur gezondigd.

Pieper en De Vlugt. Twee toppers die in aanvaring komen met de cultuur van hun bedrijf. Twee toppers die het afleggen tegen diezelfde cultuur. Natuurlijk: zonder er zelf slechter van te worden, dankzij de nodige miljoenen die zij hebben meegekregen. Maar in zekere zin zijn beiden slachtoffers. De pers schrijft er zelden over, en op de balans en resultatenrekening van het bedrijf zoek je er vergeefs naar. Maar in menig bedrijf is niet de topman de baas, maar de heersende cultuur.

Column voor F&O

 

Deel:

Geef een reactie