De universiteit als boksring (Kleine gedachten, groot onderwerp – 2)

‘Collateral damage’: zo typeerde een jonge vrouw de ravage in en rondom de Amsterdamse Oudemanhuispoort na recente studentenprotesten. Deze ‘nevenschade’ bedroeg toen nog 1,5 miljoen euro. De teller staat inmiddels hoger, en blijft maar oplopen.
Het roept de vraag op: wanneer is die nevenschade te hoog? Oftewel: wanneer heiligt het doel de middelen niet? In elk geval niet als het een waardeloos doel is, lijkt me. Want waarom zou je er dan naar streven? Dan is elke uit de straat gewrikte tegel die je naar een agent gooit verspilde moeite, en zijn die 1,5 miljoen al helemaal weggegooid geld. Of, tweede mogelijkheid, als een op zich belangwekkend doel wel wordt bereikt, maar het de middelen niet waard is. Of, mogelijkheid drie, als je dat doel op een andere, betere manier had kunnen bereiken.
In dit specifieke geval zijn deze drie overwegingen lastig te maken, maar laten we toch een poging wagen.
Om te beginnen die de vraag of het doel de moeite waard is je ervoor in te spannen. Die vraag laat zich niet goed beantwoorden. Er is namelijk niet één doel, er zijn verschillende, niet altijd even duidelijk afgebakende doeleinden. Aanvankelijk (sinds oktober vorig jaar) was de eis dat de UvA zich zou uitspreken tegen de bezetting van Gaza door Israël. Inmiddels is het ultieme doel van de studentenprotesten geloof ik dat Israël zich uit de Gazastrook terugtrekt. Of misschien willen sommige studenten wel de vernietiging van de staat Israël.
Iets meer overeenstemming is er over de eerste twee stappen op weg naar dat ultieme doel. De Universiteit van Amsterdam moet openheid verschaffen over samenwerkingsverbanden met Israëlische wetenschappers en het liefste helemaal verbreken.
Die openheid heeft de UvA begin mei inderdaad zonder morren verschaft. De financiering van al die projecten samen is nog geen 2,5 miljoen euro, geld dat de universiteit van de EU krijgt voor deelname. Dat is minder dan 1 procent van de totale begroting van de UvA (970 miljoen euro). Volgens de UvA zijn er bovendien twee voorwaarden waaraan samenwerkingen dienen te voldoen: ‘onder geen enkel beding bijdragen aan oorlogsvoering’ en ‘niet meewerken aan uitwisseling op het gebied van militair gericht onderwijs.’ Naar eigen zeggen voldoen de huidige samenwerkingen daaraan, ook die met Israëlische universiteiten. Nu dus nog het volgende subdoel: breken met Israëlische wetenschappers.
Wat mij betreft was subdoel 1 lovenswaardig. Maar of hier protesten voor nodig voor waren aan een universiteit die transparantie zo hoog in het vaandel heeft staan, betwijfel ik. Laat staan gewelddadige protesten. Subdoel 2 lijkt me waardeloos, echt waardeloos. Het wil er bij mij tenminste niet in dat Israël ook maar één Palestijn minder zou doden omdat de UvA zit te piepen. Al helemaal niet omdat die gewraakte samenwerkingsverbanden zo weinig voor stellen.
Maar goed, daarover kun je van mening verschillen. En wie vindt dat de UvA wetenschappelijke samenwerking met Israëlische wetenschappers een halt toe moet roepen, heeft genoeg mogelijkheden om zich te uiten, beroep aan te tekenen, desnoods naar de rechter te stappen. En pas als al die geweldloze middelen zijn uitgeput de vuisten te laten spreken en naar de verfbus en de stoptegel te grijpen. Het universiteitsterrein is geen boksring.
Dat er al geweld werd gebruikt terwijl die geweldloze middelen nog lang niet waren uitgeput, geeft te denken. Uit de woorden van de jonge vrouw die het had over ‘collateral damage’ om de vernielingen aan de bezittingen van de UvA te vergoelijken (‘a bit of floor and a bit of paint’), maak ik op dat zij gelooft dat je niet ‘gehoord’ wordt als je je beperkt tot geweldloos protest. Geweld als uiting van machteloosheid, dus, door mensen die geen enkele moeite doen om met anderen in debat te treden. Die mensen horen niet aan de universiteit thuis.
Beeld: Zelf gebakken met Dall-E 3