In de tram
In de tram zat ik tegenover een jongetje van een jaar of 2, 3 in een kinderwagen. Hij had een mobiele telefoon, waar hij driftig mee in de weer was (games, films). Een mooi tijdsbeeld, leek me, dus ik makte een foto. Zegt de man schuin tegenover me boos: “Don’t take a picture of my son.” Ik zei: ik gooi hem weg, maak je geen zorgen. Hij wilde mijn telefoon om te kijken of de foto werkelijk was verwijderd.
Sommige mensen hebben geen manieren.
Sommige mensen hebben geen verbeeldingskracht.