PerfectMatch (Een Sci-Fai / Bouquetreeksverhaal)

PerfectMatch (Een Sci-Fai / Bouquetreeksverhaal)

SFRRomantiekmettekst

Thomas ontmoet emotie-onderzoeker Elena en het is voor hem liefde op het eerste gezicht. Hij weet niet dat zij werkt aan PerfectMatch, een systeem waarmee relaties kunnen worden geoptimaliseerd. Thomas, een man die al vele onstuimige relaties achter de rug heeft, is voor haar een ideaal studieobject.

Naarmate Elena dieper in Thomas’ verleden duikt, stuit ze op een schokkende waarheid over PerfectMatch en wordt ze geconfronteerd met haar eigen onverwachte gevoelens. Ze komt voor een onmogelijke keuze te staan: trouw blijven aan haar opdracht of gehoor geven aan haar geweten. Terwijl de grenzen tussen professionele afstand en persoonlijke betrokkenheid vervagen, rijst de vraag of er in een wereld van algoritmes en geoptimaliseerde emoties nog wel ruimte bestaat voor echte, onvolmaakte liefde.

Een science-fictionverhaal geschreven met AI in de stijl van de Bouquetreeks.

PROLOOG

Proloog (Aangepast)

“Het spijt me”, zei Thomas, zijn stem vlak en beheerst terwijl hij naar het holografische beeld op zijn communicator keek. De tranen in haar ogen raakten hem niet zoals ze dat drie weken geleden zouden hebben gedaan. “Dat dacht ik toen… dat voelde ik toen. Maar nu niet meer. Het spijt me. Voor jou. En ook voor mij.”

De nachtelijke skyline van Amsterdam leek wel een haperend circuit, met lichten die knipperden doordat de stroomtoevoer haperde. Thomas staarde uit het raam van zijn appartement, een glas whisky losjes in zijn vingers. De amberkleurige vloeistof ving het licht van de stad en brak het in duizend stukjes. “Duizend gebroken beloftes”, dacht Thomas.

Zijn blik dwaalde naar de kleine verzameling voorwerpen op zijn bureau – tastbare herinneringen aan vergane liefdes. Een schelp van Terschelling, een concertkaartje, een zachtroze lippenstift (een kleur die hij nooit kon vergeten). Hij raakte ze niet aan, maar kon ze ook niet wegdoen. Ze vormden de archeologie van zijn hart, zorgvuldig gerangschikt als museumstukken van mislukte verbindingen.

Thomas zuchtte diep, een geluid dat zowel verlangen als berusting bevatte. Zijn hart, zo vaak verbrand en toch steeds opnieuw bereid om in vlammen op te gaan, was een raadsel dat hij zelf niet kon ontcijferen. Waarom kon hij niet vasthouden aan wat hij zo wanhopig zocht?

Het licht van zijn geheugenimplantaat knipperde zachtjes aan zijn slaap, een subtiele herinnering aan de technologie die hem door zijn leven droeg. Alle herinneringen, alle gevoelens, elke hartslag van verliefdheid en elk moment van verwijdering – allemaal opgeslagen, perfect gepreserveerd. Te perfect misschien.

Hij zette het glas neer en drukte op het implantaat. Een holografisch scherm opende zich voor zijn ogen, toonde miniatuurbeelden van gezichten. Sophia, met haar vurige temperament. Nadia, stil en diepzinnig. Elise, wier lach nog steeds weergalmde in zijn geheugen. Allemaal begonnen met een vuurwerk van emoties, een storm van chemie en beloftes. Allemaal geëindigd met diezelfde leegte die nu zijn appartement vulde.

Buiten knipperden de lichten van een voorbijvliegend transportschip, wierpen vluchtige schaduwen door het appartement. Voor een moment leek het alsof de herinneringen op zijn bureau tot leven kwamen, dansten in het halfduister, spotten met zijn belofte.

Thomas sloot het scherm, maar de gezichten bleven, getatoeëerd op de binnenkant van zijn oogleden. Het geheugenimplantaat piepte zachtjes, registreerde zijn stijgende hartslag, zijn emotionele toestand. Ergens in de stad zond het zijn gegevens naar een onzichtbaar netwerk. Hij dacht er niet meer over na; het was gewoon onderdeel van het leven geworden.

Morgen was de technologie-expositie. Nieuwe innovaties, nieuwe mogelijkheden. Misschien, heel misschien, ook een nieuwe kans. Hij wist niet dat het lot hem al observeerde, berekeningen maakte, zich voorbereidde om zijn hart nogmaals in brand te steken.

HOOFDSTUK 1: VONKEN

H2 (Aangepast)

De ExpoTech Beurs vormde een labyrint van licht en geluid, een kakofonie van beloftes in de vorm van schermen, hologrammen en interactieve displays. Thomas bewoog er doorheen als een schip door mistige wateren, half geïnteresseerd, half verdwaald in zijn eigen gedachten.

Zijn geheugenimplantaat registreerde alles – de nieuwste neurale interfaces van NeoCortex Industries, de emotie-stabilisatoren van MoodMasters, de virtual reality ervaringen van DreamScape. Allemaal ontworpen om het leven te verbeteren, te verrijken, zinvoller te maken. Thomas glimlachte cynisch. Technologie had zijn leven niet verbeterd; het had enkel zijn mislukkingen nauwkeuriger gedocumenteerd.

“Fascinerend, vind je niet?” Een stem doorboorde zijn gedachten.

Thomas draaide zich om en zijn wereld vertraagde. Ze stond daar in het zachte blauw licht van een nabijgelegen display, haar gezicht half verlicht, half in schaduw, als een metafoor die hij nog niet begreep. Haar ogen, donker en alert, ontmoetten de zijne zonder aarzeling.

“Wat precies?” vroeg hij, zijn stem plotseling ruwer dan bedoeld.

“De manier waarop we technologie gebruiken om menselijke ervaringen te simuleren, terwijl we steeds verder verwijderd raken van echte ervaring.” Ze gebaarde naar de MoodMasters stand. “Ze verkopen emotionele stabiliteit, maar eigenlijk bieden ze emotionele verdoving.”

Thomas voelde een onverwachte vonk van interesse. Niet het gebruikelijke vuurwerk van chemische aantrekkingskracht, maar iets diepers, iets dat resoneerde met zijn eigen gedachten.

“Thomas”, zei hij, zijn hand uitstekend.

“Elena”, antwoordde ze, haar handdruk stevig en zelfverzekerd. “Ik werk in emotie-onderzoek.”

“Wat een toeval. Ik ben een wandelend emotie-experiment.” De woorden ontsnapten voordat hij ze kon tegenhouden.

Elena’s mondhoeken krulden omhoog. “Dan hebben we een gemeenschappelijk onderzoeksgebied.”

Ze liepen samen verder door de expositie, hun gesprek vloeiend van technologische innovaties naar persoonlijke filosofieën. Thomas merkte dat hij meer praatte dan gebruikelijk, woorden stroomden uit hem als water dat een dam doorbreekt. Iets aan Elena’s aandacht, haar scherpe vragen en bedachtzame antwoorden, nodigde uit tot openheid.

Bij de sectie voor geheugenonderzoek bleven ze staan voor een demonstratie van Amora Technologies, een bedrijf dat claimde de toekomst van menselijke connecties te herdefiniëren.

“Ons doel is om mensen werkelijk te laten begrijpen hoe anderen liefhebben en ervaren”, legde de presentator uit. “Stel je voor dat je niet alleen kunt zeggen wat je voelt, maar dat je geliefde het werkelijk kan ervaren, precies zoals jij het ervaart.”

Thomas voelde een onverwachte golf van verlangen. Hoeveel relaties waren struikelden er wel niet over een begripskloof? Hoe vaak had hij geprobeerd uit te leggen wat er in hem omging, alleen om te zien hoe zijn woorden als stenen in een diepe put vielen?

“Wat denk je daarvan?” vroeg hij aan Elena, die de presentatie met gefronste wenkbrauwen observeerde.

“Ik denk…” Ze pauzeerde, haar ogen onleesbaar. “Ik denk dat het gevaarlijk kan zijn om de grenzen tussen individuele ervaringen te vervagen. Soms zijn muren er voor een reden.”

Iets in haar toon raakte een gevoelige snaar. “Maar als je iemand werkelijk zou willen kennen? Als je bereid zou zijn om alles te delen, alle barrières weg te halen?”

Elena keek hem aan met een intensiteit die zijn adem stokte. “Zou je dat werkelijk willen? Al je gedachten, herinneringen, gevoelens… blootgelegd voor iemand anders?”

Het geheugenimplantaat aan zijn slaap voelde plotseling warm, bijna pulserend. “Voor de juiste persoon”, zei hij zachtjes. “Voor iemand die het zou begrijpen.”

De expositieruimte om hen heen leek te vervagen, het rumoer van de menigte verdween naar de achtergrond. Er was alleen Elena, haar ogen die hem bestudeerden alsof ze toegang zocht tot iets diep in zijn ziel.

“We kennen elkaar nauwelijks”, zei ze.

“Dat zou kunnen veranderen”, zei hij, met een impulsiviteit die hij zichzelf zelden toestond. Maar er was iets aan deze vrouw, iets dat hem dingen liet zeggen die hij normaal diep verborgen hield.

“Hoe stel je je dat voor?” Haar stem was zacht maar vol uitdaging.

Thomas wees naar zijn geheugenimplantaat. “Ik heb toegang tot al mijn herinneringen, alle emoties, opgeslagen en catalogiseerd. Ik zou je kunnen laten zien wie ik werkelijk ben – niet alleen wie ik voorgeef te zijn of wie ik denk te zijn.”

Elena’s ogen verwijdden zich bijna onmerkbaar. “Dat is… ongewoon. De meeste mensen beschermen hun geheugengegevens zorgvuldiger dan hun bankrekeningen.”

“De meeste mensen hebben niet zeven relaties zien mislukken omdat ze niet konden uitleggen wat er in hen omging.” Thomas slikte, verrast door zijn eigen openhartigheid. “Misschien is dit de enige manier om de cyclus te doorbreken.”

Een subtiele verandering gleed over Elena’s gezicht – iets tussen fascinatie en bezorgdheid. Het geheugenimplantaat registreerde haar micro-expressies automatisch, sloeg ze op voor latere analyse. Thomas merkte het nauwelijks op; hij was gewend geraakt aan de constante documentatie van zijn leven.

“En waarom zou je dat met mij willen delen?” vroeg ze uiteindelijk.

Thomas aarzelde. Het antwoord was zowel simpel als onmogelijk complex. “Omdat je vragen stelt die niemand anders stelt? Omdat je emotie-onderzoeker bent? Omdat…” Hij zocht naar de juiste woorden. “Omdat er iets is in de manier waarop je luistert.”

Een aankondiging galmde door de expositieruimte, kondigde het einde van de dagsessie aan. Om hen heen begonnen mensen zich te verplaatsen naar de uitgangen.

Elena haalde een kleine, elegante visitekaart tevoorschijn. “Als je het meent, als je werkelijk bereid bent om iemand binnen te laten… neem dan contact met me op.”

Thomas nam de kaart aan, het gladde oppervlak voelde koel tegen zijn vingertoppen. Erop stond simpelweg “Elena Vasiliev” en een communicatie-ID.

“Zie je”, zei ze, en glipte weg in de bewegende menigte voordat hij kon antwoorden.

Alleen achtergebleven, staarde Thomas naar de kaart in zijn hand. Zijn geheugenimplantaat lichtte zachtjes op, registreerde de stijging in zijn hartslag, de subtiele veranderingen in zijn neurotransmitters. Ergens in een onzichtbare database werd een aantekening gemaakt: het begin van een nieuwe cyclus.

Hij wist het nog niet, maar het algoritme dat zijn levensweg uitstippelde had het al bepaald: deze keer zou anders zijn.

HOOFDSTUK 2: BACKDOOR

H3 (Aangepast)

De witruimte van Amora Technologies vormde een schril contrast met Mira’s tumultueuze gedachten. Ze zat voor het holografische display, Thomas’ visitekaart tussen haar vingers, draaide hem bedachtzaam rond als een talisman.

“En?” De stem van Klaassen sneed door haar contemplatie. “Heb je contact gelegd?”

Mira knikte, legde de kaart neer. “Hij heeft precies het profiel dat je zocht. Geheugenimplantaat van de nieuwste generatie, emotioneel volatiel, en—” ze aarzelde kort, “—bereid om toegang te verlenen. Hij bood het zelf aan.”

Klaassens dunne lippen vormden een zeldzame glimlach. “Perfect. Zijn dataprofiel suggereerde al een 92% kans op medewerking, maar het is altijd prettiger wanneer het vrijwillig gaat.”

De klinische toon stuurde een rilling door Mira’s ruggengraat. Ze werkte nu drie jaar bij Amora, was eraan gewend emotionele data te verzamelen voor wat officieel “interpersoonlijke communicatie-innovatie” heette. Maar deze opdracht voelde anders, indringender.

“Wat maakt hem zo speciaal?” vroeg ze, hoewel ze het antwoord al vermoedde.

Klaassen activeerde een holografisch display dat Thomas’ emotionele geschiedenis toonde – een berglandschap van pieken en dalen, met opvallend regelmatige cycli van intense verhogingen gevolgd door abrupte dalingen.

“Kijk naar deze patronen.” Klaassens vinger gleed langs een bijzonder scherpe piek. “Zijn verliefdheidsintensiteit is buitengewoon. Bijna 40% boven gemiddeld. Maar het meest fascinerende is de regelmaat waarmee het patroon zich herhaalt.”

Mira bestudeerde de grafiek, zag de waarheid achter de data. Zeven keer had Thomas’ hart gevlogen, zeven keer was het neergestort. Elke cyclus vergelijkbaar in intensiteit en duur.

“We hebben zijn herinneringen nodig”, vervolgde Klaassen. “Niet alleen de emotionele data, maar de volledige sensorische ervaring. Wat ziet hij, voelt hij, denkt hij tijdens deze pieken? En belangrijker nog – wat verandert er precies tijdens de afname?”

“Jij bent de beste geheugenanaliste die we hebben, Mira. Elena, bedoel ik.” Klaassen glimlachte dunnetjes bij het gebruik van haar undercover naam. “Je taak is eenvoudig: ga dieper in zijn herinneringen dan wie ook ooit is geweest. Documenteer alles. Vooral de overgangsperiodes – wanneer intense verliefdheid plaats maakt voor… iets anders.”

Mira knikte mechanisch, maar een ongemakkelijk gevoel nestelde zich in haar maag. “En het doel hiervan is…?”

“Project PerfectMatch.” Klaassen toonde een nieuw scherm met stroomdiagrammen en algoritmes. “De toekomst van romantische relaties. We hebben Thomas’ data nodig om het te perfectioneren.”

De meeste informatie op het scherm was voor Mira onbegrijpelijk, maar één zin sprong eruit: “Geoptimaliseerde romantische ervaring met gecontroleerde duur.”

“Gecontroleerde duur?” herhaalde ze.

Klaassen wuifde haar vraag weg. “Details volgen later. Focus je nu op het verkrijgen van toegang tot zijn geheugenbank. En Mira—” zijn stem kreeg een stalen ondertoon, “—vergeet niet dat dit werk van cruciaal belang is. Persoonlijke betrokkenheid is contraproductief.”

“Natuurlijk”, antwoordde ze vlak. “Ik ben een professional.”

Na Klaassens vertrek bleef Mira achter met de hologrammen van Thomas’ emotionele landschap. Ze zoomde in op één van de pieken, bestudeerde de complexe neurale activiteit die ‘verliefdheid’ vertegenwoordigde. Zo klinisch in deze vorm – gereduceerd tot getallen en grafieken.

Ze raakte het scherm aan waar een bijzonder diepe val was geregistreerd. Wat was er gebeurd op dat exacte moment? Welke gedachte, welk woord, welke blik had de chemie verstoord?

Haar communicator piepte – een bericht van Thomas. Haar hart sloeg een slag over, een reactie die ze zichzelf onmiddellijk verweet. Ze was Elena nu, een rol, een middel tot een doel. De wetenschap trok geen persoonlijke grenzen, herinnerde ze zichzelf.

“Ik zou je graag weer willen zien”, las het bericht. “Er is een café bij het Museumplein. Morgen, 14:00?”

Mira – nee, Elena – antwoordde bevestigend en sloot toen het systeem af. Terwijl de hologrammen vervaagden, bleef het beeld van Thomas’ emotionele landschap achter op haar netvlies, als een kaart naar een bestemming die ze nog niet begreep.

HOOFDSTUK 3: TOEGANG TOT HET HART

H4 (Aangepast)

Het café aan het Museumplein baadde in het zachte herfstlicht. Thomas zat bij het raam, nerveus spelend met zijn implantaatcontroller – een kleine apparaat waarmee hij toegang kon verlenen tot specifieke geheugenbestanden. Het voelde zwaarder dan normaal in zijn zak, beladen met de betekenis van wat hij van plan was.

Hij keek op toen Elena binnenkwam. Ze droeg een eenvoudige blauwe jurk die haar ogen accentueerde, haar haar losjes opgestoken. Thomas voelde de bekende versnelling van zijn hartslag, de subtiele verandering in ademhaling die zijn implantaat ongetwijfeld registreerde. Hij vroeg zich af of ze de fysieke tekenen van zijn aantrekking kon lezen, of haar werk in emotie-onderzoek haar een zesde zintuig had gegeven voor zulke zaken.

“Je bent gekomen”, zei hij, opstaand om haar te begroeten.

“Je klonk vastberaden.” Ze glimlachte, maar haar ogen bestudeerden hem nauwkeurig. “Ben je nog steeds zo zeker van wat je aanbood?”

Thomas gebaarde naar de stoel tegenover hem. “Eerlijk gezegd, nee. Ik heb de hele nacht getwijfeld. Maar ik blijf bij mijn besluit.”

De serveerrobot bracht hun bestelling – voor Thomas een koffie, voor Elena een kruideninfusie die de lucht vulde met een subtiel aroma van rozemarijn en citrus.

“Voordat we verdergaan”, zei Thomas, “wil ik weten waarom je geïnteresseerd bent. Wat hoop je te vinden in de herinneringen van een vreemdeling?”

Elena nam een bedachtzame slok van haar thee. “Ik geloof dat begrip begint bij volledige transparantie. In mijn werk zie ik dagelijks hoe mensen worstelen om uit te drukken wat ze werkelijk voelen, wat ze werkelijk willen. De technologie die we hebben – zoals jouw implantaat – zou bruggen kunnen bouwen waar woorden tekortschieten.”

Ze leunde iets naar voren, haar stem zachter. “Maar eerlijk gezegd ben ik ook gewoon… nieuwsgierig naar jou, Thomas. Je spreekt over mislukte relaties met een openheid die zeldzaam is. De meeste mensen verbergen hun romantische mislukkingen als beschamende geheimen.”

Thomas lachte kort, een geluid zonder veel humor. “Moeilijk te verbergen wat zo’n duidelijk patroon vormt. Zeven keer dezelfde fout maken is geen toeval meer, het is een persoonlijkheidskenmerk.”

“Of een raadsel dat opgelost moet worden”, reageerde Elena.

Hij haalde het kleine apparaat tevoorschijn en plaatste het op tafel tussen hen in. Het glansde in het zonlicht dat door de ramen viel.

“Dit is een geheugentoegangssleutel. Als je deze activeert, krijg je toegang tot mijn implantaat. Niet alle herinneringen – dat zou onmogelijk zijn – maar specifiek gecategoriseerde emotionele ervaringen. Met name…” hij aarzelde even, “met name de romantische cycli.”

Elena’s ogen verwijdden zich licht bij het zien van het apparaat. “Dit is… ongebruikelijk geavanceerd voor een particuliere gebruiker.”

Thomas glimlachte flauw. “Voordelen van werken bij NeuroSync Development. We testen onze eigen prototypes.”

“En je bent bereid om mij toegang te geven? Iemand die je nauwelijks kent?”

Hij keek haar recht aan. “Misschien is dat juist waarom. Je hebt geen vooroordelen, geen geschiedenis met mij. Je zult zien wat er werkelijk is, niet wat je verwacht te zien.”

Elena reikte langzaam naar het apparaat, haar vingers zweefden er aarzelend boven. “Dit is een buitengewoon intiem aanbod, Thomas.”

“Ik weet het.” Hij slikte zichtbaar. “Maar ik ben moe van halve waarheden en mislukte pogingen om mezelf uit te leggen. Als dit kan helpen om het patroon te doorbreken…”

Ze nam het apparaat voorzichtig op, bestudeerde het alsof het een fragiel kunstwerk was. “Hoe werkt het precies?”

“Je plaatst het op je eigen neuro-interface – je hebt er een, neem ik aan, gezien je werk?”

Ze knikte, raakte subtiel haar rechterslaap aan waar haar eigen, veel discretere implantaat zat.

“Het zal een verbinding tot stand brengen. Je zult niet alles zien – alleen wat ik vrijgeef. Voornamelijk emotionele staten, sensorische indrukken, kernherinneringen die betrekking hebben op…” hij aarzelde, “…op het begin en einde van emotionele verbindingen.”

“Je bedoelt wanneer je verliefd wordt. En wanneer het eindigt.”

Thomas knikte. “De software zal je door chronologische sequenties leiden. Je kunt pauzeren, terugspoelen, maar niet wijzigen. Je bent een waarnemer, geen deelnemer.”

Een schaduw van iets – twijfel? bezorgdheid? – gleed over Elena’s gezicht. “En je vertrouwt mij hiermee?”

“Vertrouwen is misschien niet het juiste woord”, antwoordde Thomas zachtjes. “Laten we zeggen dat ik bereid ben het risico te nemen.”

Elena sloot haar vingers om het apparaat. “Wanneer…?”

“Dat bepaal jij. Het werkt overal, zolang beide implantaten actief zijn. Je zou het thuis kunnen doen, waar je comfortabel bent. De eerste keer kan… overweldigend zijn.”

Ze knikte langzaam. “Vanavond dan.”

De rest van hun ontmoeting vervloog in gesprekken over minder ingrijpende onderwerpen – werk, Amsterdam, favoriete muziek. Maar onder de oppervlakkige woorden hing de zwaarte van wat komen zou. Thomas voelde zich vreemd licht, alsof hij iets had afgegeven dat hij te lang had gedragen.

Bij het afscheid raakte Elena kort zijn hand aan. “Dank je, voor dit vertrouwen. Hoe misplaatst het ook mag zijn.”

Hij keek haar na terwijl ze wegliep over het plein, het kleine apparaat veilig in haar tas. Zijn implantaat registreerde een complexe mengeling van angst, opwinding, en iets dat verdacht veel leek op hoop.

Hij kon niet weten dat Elena – Mira – vergelijkbare emoties ervoer, met één cruciaal verschil: schuld vormde de ondertoon van haar gevoelens, een zware bas onder de melodie van haar gedachten terwijl ze terugkeerde naar het Amora-gebouw waar Klaassen wachtte.

HOOFDSTUK 4: GEHEUGENDUIK

1H4 (Aangepast)

Het laboratorium van Amora lag in de diepste kelder van het gebouw, afgeschermd van elektromagnetische storing en nieuwsgierige ogen. Mira zat in de speciale neuroverbindingsstoel, omringd door monitors die haar hersengolven en vitale functies zouden registreren.

“De verbinding is gereed”, meldde de technicus, een jonge vrouw met een gezicht zo expressieloos dat Mira zich afvroeg of ze een emotieregulator gebruikte. “We zullen alles zien wat jij ziet, voelen wat jij voelt. De opname begint zodra je de verbinding activeert.”

Klaassen stond bij de hoofdmonitor, zijn magere gestalte strak van anticipatie. “Onthoud je instructies, Mira. Focus op de pieken van emotionele intensiteit en de overgangsperiodes tussen verliefdheid en… wat daarna komt. We hebben vooral die neurale paden nodig.”

Mira knikte, maar haar aandacht was al elders. In haar hand hield ze Thomas’ toegangssleutel, het kleine apparaat dat toegang bood tot zijn meest intieme ervaringen. Een persoonlijk Pandora’s doosje.

“Begin maar”, zei ze zacht.

Ze plaatste het apparaat tegen haar implantaat. Een subtiele tinteling kroop over haar hoofdhuid, gevolgd door een gevoel van expansie, alsof haar bewustzijn plotseling meer ruimte had om te ademen. Een zacht blauw licht verscheen in haar perifere visie, vormde langzaam woorden:

Verbinding tot stand gebracht. Welkom in het geheugenarchief van Thomas Vermeer. Selecteer een categorie.

Voor haar geestesoog verschenen verschillende mappen, elk gelabeld met emoties en tijdsperiodes. Eén map pulseerde zachter dan de anderen: “Romantische Verbindingen – Chronologisch”.

Mira zuchtte diep en selecteerde de map met een gedachtecommando. De wereld om haar heen vervaagde terwijl Thomas’ herinneringen haar bewustzijn binnendrongen.

Amsterdam, zeven jaar eerder

De geur van versgebakken brood en koffie omhulde haar. Mira – nee, Thomas – zat in een klein café, zenuwen tintelend van anticipatie. Tegenover hem/haar zat een vrouw met kastanjebruin haar en amberkleurige ogen. Sophia. De naam kwam met een golf van emoties – fascinatie, aantrekkingskracht, een vleugje onzekerheid.

“Ik kan niet geloven dat we elkaar pas drie weken kennen”, zei Sophia, haar stem melodieus in Thomas’ oren. “Het lijkt wel jaren.”

Thomas’ hart versnelde, een reactie die Mira als een echo in haar eigen borst voelde. Het was verbijsterend – niet alleen de herinnering zien, maar hem ervaren, elke emotie voelen alsof het haar eigen was.

“Soms herken je een ziel”, hoorde ze Thomas zeggen, zijn stem vreemd in haar bewustzijn. “Alsof je eindelijk iets terugvindt wat je niet wist dat je miste.”

Het gesprek vloeide voort, maar Mira’s aandacht werd getrokken naar de emotionele onderstroom. Elke glimlach van Sophia stuurde een golf van warme chemie door Thomas’ lichaam. Elke subtiele aanraking – vingers die elkaar streelden over de tafel, knieën die elkaar raakten eronder – zond elektrische schokken door zijn zenuwstelsel.

De intensiteit was bedwelmend. Mira had emotionele data bestudeerd, grafieken en patronen van verliefdheid geanalyseerd, maar dit direct ervaren was iets heel anders. Het was overweldigend, bijna pijnlijk in zijn schoonheid.

De scene versmolt in een montage van momenten – eerste zoen, wandelingen door het Vondelpark, intieme nachten vol gefluisterde beloftes. Door alles heen liep een constante stroom van chemie, emotie zo puur dat het bijna als een drug voelde.

Dan verschoof de herinnering naar een nacht drie maanden later. Thomas en Sophia zaten op dezelfde bank waar ze zo vaak hadden gekust, maar nu hing er een zwaarte tussen hen, een afstand die niet fysiek was maar onmiskenbaar aanwezig.

“Je bent anders de laatste tijd”, zei Sophia, haar stem zacht maar gespannen. “Afstandelijk. Het voelt alsof je met één voet buiten de deur staat.”

Mira voelde Thomas’ innerlijke reactie – verwarring, frustratie, en dieper nog, een onverklaarbare angst die aan hem knaagde.

“Dat is niet waar”, protesteerde hij, maar de woorden klonken hol, zelfs voor hemzelf.

“Wat is er veranderd, Thomas?” Sophia’s ogen zochten de zijne, vochtig van onuitgesproken tranen. “Twee weken geleden vertelde je me nog dat je nog nooit iemand had ontmoet zoals ik. Nu kan je me nauwelijks aankijken.”

Het vreemde was dat Thomas nog steeds aantrekkingskracht voelde, nog steeds genegenheid. Maar de intense chemie, het overrompelende gevoel van juistheid was vervaagd, vervangen door iets anders – een groeiende paniek, een verstikkend gevoel van vastzitten.

“Ik weet het niet”, fluisterde hij, en Mira realiseerde zich met een schok dat hij werkelijk geen idee had wat er gebeurde. De verandering was zo subtiel begonnen, zo geleidelijk geëvolueerd dat hij het niet had zien aankomen. Tot nu, nu het te laat was.

De herinnering loste op in pijn en verwarring, vervaagde en ging over in de volgende cyclus. Nadia. Een kunstenares met zachte handen en doordringende ogen. Dezelfde intense verliefdheid. Dezelfde bedwelmende chemie die Thomas volledig overweldigde, zijn wereld kleur gaf en betekenis. Dezelfde geleidelijke vervaging van intensiteit, dezelfde groeiende paniek wanneer de chemie begon af te nemen.

Mira zag het patroon zich ontvouwen door vijf meer relaties – elke keer hetzelfde verhaal met verschillende gezichten. De details varieerden, maar de emotionele handtekening bleef griezelig consistent.

Ze richtte haar aandacht specifiek op de overgangsperiodes – die kritieke momenten waarop de relatie begon te veranderen. Wat gebeurde er dan precies in Thomas’ brein? De emotionele gegevens waren fascinerend. Waar eerst dopamine en oxytocine hadden geregeerd, zag ze nu de opkomst van cortisol, een stress-respons die toenam naarmate de zogenaamde “huwelijkshormonen” afnamen. Maar het was meer dan alleen chemie.

Ze dook dieper in zijn gedachten tijdens die cruciale periodes:

Het voelt niet meer hetzelfde. Is er iets mis met mij? Met haar? Was het ooit echt, of heb ik mezelf voor de gek gehouden?

Als dit liefde is, waarom voelt het dan zo verstikkend? De verliefdheid voelde als vrijheid, maar dit… dit voelt als een val.

Ze verdient beter dan dit. Ze verdient iemand die constant blijft voelen wat ik alleen in het begin kan voelen.

Het patroon was pijnlijk duidelijk. Wanneer de chemische rush van de initiële verliefdheid afnam, wist Thomas niet hoe hij moest overgaan naar een diepere, rustigere vorm van liefde. Hij interpreteerde de natuurlijke evolutie van romantische gevoelens als een falen, een verlies. En in plaats van door die overgang heen te werken, raakte hij in paniek en trok zich terug.

Mira trok zich terug uit de herinnering, haar hart bonzend in haar borstkas. De technici om haar heen waren druk bezig met het verwerken van de gegevens, maar ze waren slechts vage schaduwen aan de rand van haar bewustzijn.

“Verbazingwekkend”, fluisterde Klaassen, zijn ogen gefixeerd op de monitoren. “De neurale patronen tijdens de overgangsperiodes zijn precies wat we nodig hebben voor het algoritme.”

Mira knipperde, probeerde zich te heroriënteren in de realiteit. Het voelde alsof ze dagen in Thomas’ hoofd had doorgebracht, hoewel slechts een uur was verstreken.

“Wat… wat gaan jullie hiermee doen?” vroeg ze, haar stem schor.

Klaassen wuifde haar vraag weg. “Later. Je moet terug. Er is meer wat we nodig hebben. Specifiek de momenten van hoogste intensiteit in elke cyclus. Die pieken zijn cruciaal voor PerfectMatch.”

Mira aarzelde, plotseling onwillig om terug te keren naar de intieme labyrinten van Thomas’ emoties. Er was iets verontrustend aan de klinische manier waarop Klaassen sprak over deze diep persoonlijke ervaringen.

“Nu, Mira”, drong Klaassen aan. “Tijd is essentieel.”

Met een zucht dompelde ze zich opnieuw onder in de stroom van Thomas’ herinneringen.

HOOFDSTUK 5: ACHTER DE FAÇADE

H51 (Aangepast)

Drie dagen lang leefde Mira in twee realiteiten. Overdag was ze Elena, wandelend door Amsterdam met Thomas, luisterend naar zijn verhalen, voorzichtig navigerend door de groeiende intimiteit tussen hen. ’s Nachts was ze een spook in zijn herinneringen, een stille getuige van zijn vreugdes en pijnen, zijn verliefdheden en verliezen.

De dualiteit begon haar te veranderen. Ze merkte dat ze naar hem keek met een begrip dat normaal gesproken jaren zou vergen om op te bouwen. Ze wist hoe zijn gezicht eruit zag net voordat hij lachte, herkende de subtiele spanning in zijn schouders wanneer hij nerveus was, begreep de betekenis achter zijn stiltes.

Ze wist dingen die ze niet zou mogen weten. Hoe hij eruit zag in het ochtendlicht na een nacht van intimiteit. De woorden die hij fluisterde tegen vrouwen die hij liefhad. De tranen die hij had vergoten in eenzaamheid wanneer weer een relatie eindigde.

Het was een ongeëvenaarde inbreuk op zijn privacy, vermomd als transparantie.

Die avond, in het Amora-laboratorium, zat Klaassen naast haar terwijl ze zich voorbereidde op nog een sessie.

“We hebben bijna alles wat we nodig hebben”, zei hij, zijn stem vlak van klinische tevredenheid. “Het patroon is perfect consistent. Precies zoals onze algoritmes voorspelden.”

“Wat is PerfectMatch eigenlijk?” vroeg Mira. “U hebt me nog steeds niet verteld waar al deze data voor gebruikt wordt.”

Klaassen keek op van zijn tablet, bestudeerde haar met koele evaluatie. “Je bent emotioneel betrokken geraakt.”

Het was geen vraag, maar Mira voelde de noodzaak zich te verdedigen. “Dat is onvermijdelijk wanneer je iemands diepste gevoelens ervaart. Het maakt me niet minder effectief.”

“Integendeel”, zei Klaassen verassend. “Je emotionele investering maakt je observaties waardevoller. Maar het is belangrijk dat je de grotere context begrijpt.”

Hij activeerde een holografisch display dat het PerfectMatch-logo toonde – twee harten die precies in elkaar pasten, gevolgd door een reeks grafieken en diagrammen.

“De moderne samenleving worstelt met romantische relaties”, begon hij, zijn toon die van een professor tijdens een lezing. “Scheidingspercentages van meer dan vijftig procent. Toenemende eenzaamheid. Mensen verlangen naar verbinding maar falen constant in het onderhouden ervan.”

Mira knikte aarzelend.

“Wat wij hebben ontdekt”, vervolgde Klaassen, “is dat het probleem niet ligt in het vinden van compatibele partners. Het probleem is de natuurlijke levenscyclus van romantische liefde zelf.”

Hij wees naar een grafiek die de chemische samenstelling van de hersenen tijdens verschillende relatiefasen toonde.

“Mensen zoals Thomas zijn niet abnormaal. Ze zijn gewoon eerlijker over wat iedereen ervaart. De intense verliefdheidsperiode – wat de Grieken ‘eros’ noemden – is biologisch geprogrammeerd om te vervagen. Evolutionair diende het om partners lang genoeg bij elkaar te houden voor voortplanting en vroege kinderzorg. Maar in onze moderne samenleving interpreteren we dit natuurlijke verloop als falen.”

“Wat heeft dit te maken met PerfectMatch?” vroeg Mira, een onheilspellend vermoeden groeiend in haar maag.

“PerfectMatch”, zei Klaassen met nauwelijks verholen trots, “zal relaties optimaliseren voor maximaal geluk door ze te beëindigen op het perfecte moment – net voordat de chemische verliefdheid afneemt.”

Mira staarde hem aan, zeker dat ze hem verkeerd had verstaan. “Je wilt relaties… plannen om te eindigen?”

“Niet plannen”, corrigeerde Klaassen. “Optimaliseren. Ons algoritme, gevoed met data zoals die van Thomas, kan exact voorspellen wanneer de verliefdheid zal afnemen. Met PerfectMatch zullen gebruikers genieten van intense, betekenisvolle relaties die eindigen terwijl beide partners nog verliefd zijn. Geen pijn, geen langzame aftakeling, geen bitter einde. Alleen een reeks perfecte romantische ervaringen.”

Mira’s mond viel open van verbijstering. “Dat is… dat is niet hoe liefde werkt. Relaties zijn niet bedoeld om te eindigen op hun hoogtepunt. Ze zijn bedoeld om te evolueren, te groeien—”

“Naar wat?” onderbrak Klaassen. “Naar compromis? Verveling? Stilzwijgende tolerantie? Onze onderzoeken tonen aan dat de meerderheid van langdurige relaties gekenmerkt wordt door afnemende satisfactie. Mensen blijven samen uit gemakzucht, angst voor eenzaamheid, of sociale druk – niet uit liefde.”

“Maar Thomas—” begon Mira.

“Is het perfecte studieobject”, voltooide Klaassen. “Hij heeft wat de meeste mensen missen: het vermogen om de cyclus te herkennen en de moed om opnieuw te beginnen wanneer de intensiteit afneemt. Wat bij hem ontbreekt is de zekerheid dat dit normaal is, dat het de optimale weg is. PerfectMatch zal miljoenen mensen die zekerheid bieden.”

Mira schudde haar hoofd, zonder woorden door de enormiteit van wat Klaassen voorstelde. Een wereld waarin relaties werden gereduceerd tot perfect getimede emotionele ervaringen, geëxtraheerd en weggegooid voordat ze konden rijpen tot iets diepers, complexers.

“Je manipuleert mensen”, zei ze uiteindelijk.

“We bevrijden ze”, corrigeerde Klaassen. “Van de illusie dat liefde constant zou moeten zijn, dat relaties voor het leven zijn. Die verwachtingen maken mensen ongelukkig. We bieden hen in plaats daarvan een reeks perfecte liefdesgeschiedenissen.”

Hij keek op zijn horloge. “We hebben alleen nog één cruciale dataset nodig: Thomas’ huidige verliefdheidspatroon. Met jou.”

Mira verstijfde. “Wat bedoel je?”

“Je hebt het toch gemerkt? Hij vertoont alle tekenen van beginnende verliefdheid op ‘Elena’. Zijn implantaat registreert de klassieke neurotransmitterpatronen. We hebben die data nodig om het model te completeren – een real-time observatie van de verliefdheidsopbouw.”

Een golf van misselijkheid overspoelde Mira. “Je wilt dat ik hem manipuleer tot hij verliefd op me wordt, zodat jullie kunnen zien hoe het patroon zich ontwikkelt?”

“Hij is al verliefd”, zei Klaassen onverschillig. “We willen gewoon de data. Bovendien, gezien je eigen emotionele reacties tijdens de geheugenduiken, vermoed ik dat dit niet zo’n onaangename opdracht zal zijn.”

Mira’s wangen brandden met schaamte en woede. Had ze zo transparant haar groeiende gevoelens voor Thomas getoond? Was zelfs dat deel van Klaassens berekening geweest?

“Je hoeft het niet te ontkennen”, vervolgde Klaassen zacht. “Het is perfect normaal. Je hebt zijn meest intieme gedachten en gevoelens ervaren. Emotionele verbinding is onvermijdelijk. Dat maakt je juist geschikter voor deze taak.”

Hij stond op, zijn lange gestalte werpend een schaduw over haar. “Nog een week, Mira. Verzamel de data van de opstartfase van deze nieuwe cyclus, en je opdracht is voltooid. ”

Hij liet haar alleen in het laboratorium, omringd door machines die emoties reduceerden tot getallen, en liefde tot een formule die geoptimaliseerd kon worden.

Mira staarde naar Thomas’ toegangssleutel in haar hand, plotseling walgend van wat deze vertegenwoordigde. Ze had zijn vertrouwen verraden op een dieper niveau dan hij ooit zou kunnen begrijpen. En het ergste was – Klaassen had gelijk. Ze was emotioneel betrokken geraakt. Hoe kon ze ook anders, na dagen in de meest kwetsbare uithoeken van zijn bewustzijn?

Ze stond op, vastbesloten om frisse lucht te vinden, weg van de klinische atmosfeer van het lab. De waarheid die ze niet wilde erkennen, achtervolgde haar als een schaduw: misschien had Klaassen ook gelijk over het andere. Misschien was de liefde die mensen zochten inderdaad een illusie, gedoemd om te vervagen onder het gewicht van tijd en gewoonte. Misschien was het beter om van verliefdheid op verliefd over te springen. Om zo eeuwig verliefd te kunnen zijn.

Maar als dat waar was, waarom voelde het idee van PerfectMatch dan zo fundamenteel verkeerd?

HOOFDSTUK 6: VERSTRENGELD

H6 (Aangepast)

De dagen vervaagden in een waas van dubbelleven voor Mira. Overdag wandelde ze met Thomas langs de grachten, luisterde naar zijn verhalen, deelde steeds meer van zichzelf – althans, van de versie van zichzelf die ze ‘Elena’ had genoemd. ’s Nachts dook ze in zijn herinneringen, verzamelde data voor Amora, terwijl haar eigen morele kompas steeds verder ontregeld raakte.

Het was een zonnige namiddag toen Thomas haar meenam naar een klein, verborgen hofje in de Jordaan – een geheime oase van rust te midden van de stadsdrukte. Ze zaten op een verweerde bank onder een oude lindeboom, de lucht zwaar van bloesemgeur.

“Ik kom hier vaak nadenken”, zei Thomas, zijn stem zacht. “Als alles te veel wordt, als mijn gedachten te luid zijn… hier vind ik rust.”

Mira keek naar hem, zag de manier waarop het gefilterde zonlicht door de bladeren speelde op zijn gezicht. Ze kende dat gezicht nu op manieren die bijna onmogelijk waren – had het gezien in vreugde, in passie, in verdriet, door de ogen van anderen en door zijn eigen perceptie.

“Wat denk je van mij, Elena?” vroeg hij plotseling, zijn ogen zoekend de hare. “Na alles wat je hebt gezien in mijn herinneringen… wie denk je dat ik ben?”

De vraag hing tussen hen als een kristallen bol – fragiel en vervuld van mogelijkheden. Mira voelde de splitsing in haar bewustzijn scherper dan ooit. Elena zou een zorgvuldig geconstrueerd antwoord geven, ontworpen om zijn vertrouwen te verdiepen. Maar Mira…

“Ik denk dat je iemand bent die intens kan liefhebben”, zei ze langzaam, kiezend voor waarheid, althans gedeeltelijk. “Iemand die verliefdheid ervaart met een zeldzame puurheid. Maar ik denk ook dat je bang bent dat die intensiteit alles is wat je hebt te bieden. Dat wanneer het vervaagt, er niets overblijft dat de moeite waard is.”

Thomas keek verrast, zijn adem zichtbaar inhoudend. “Dat is… akelig accuraat.”

“Je weet niet hoe het voelt als de vlinders verdwijnen, omdat je nooit lang genoeg blijft om het te ontdekken”, vervolgde ze zacht. “Je interpreteert de natuurlijke evolutie van gevoelens als een verlies, in plaats van een transformatie.”

Thomas’ ogen werden vochtig. “En wat als er niets is om naar te transformeren? Wat als ik gewoon… zo ben gemaakt?”

Mira reikte naar zijn hand, nam deze in de hare. “Niemand is zo gemaakt, Thomas. Liefde is niet alleen chemie. Ze verandert. Ze groeit. Soms wordt ze rustiger, dieper.”

De ironie van haar woorden sneed door haar als een mes. Hier was ze, hem adviserend over duurzame liefde, terwijl ze werkte voor een bedrijf dat precies het tegenovergestelde wilde bereiken.

“Ik wil je iets laten zien”, zei Thomas plotseling. “Niet via het implantaat deze keer. In persoon.”

Hij nam haar mee naar zijn appartement – een ruimte die ze al kende uit zijn herinneringen, maar nu met haar eigen ogen zag. Het was vreemd vertrouwd, als een plek waar ze vaak was geweest in dromen.

Thomas leidde haar naar zijn werkkamer, waar een kleine verzameling objecten zorgvuldig gerangschikt stond op een donkerhouten bureau. De herinneringen die hij niet kon wegdoen.

“Van elke relatie bewaar ik één ding”, legde hij uit, zacht elk object aanrakend. “Een schelp van een strandwandeling met Sophia. Een concert ticket van een avond met Nadia. Een klein schilderij van Elise.”

Mira bekeek de objecten, elk nu beladen met betekenis die ze begreep door haar tijd in zijn herinneringen.

“De meeste mensen zouden dit zien als… obsessief, misschien zelfs ongezond”, zei Thomas, zijn stem kwetsbaar. “Maar ik kan ze niet wegdoen. Ze voelen als delen van mezelf.”

“Omdat ze dat zijn”, antwoordde Mira. “Elke persoon die we liefhebben verandert ons, laat sporen achter.”

Thomas keek haar aan, een nieuwe intensiteit in zijn blik. “En jij, Elena? Welke sporen laat jij achter?”

De vraag hing tussen hen, geladen met onuitgesproken betekenis. Mira voelde het gewicht van haar leugen zwaarder dan ooit, maar ook de waarheid van wat ze voor hem begon te voelen.

“Dat weet ik niet”, fluisterde ze. “Maar ik weet dat jij sporen achterlaat bij mij.”

Hij boog zich naar haar toe, zijn gezicht dichtbij. “Ik val weer in hetzelfde patroon, nietwaar? Dezelfde intense verbinding. Dezelfde chemie.”

“Ja”, antwoordde ze eerlijk.

“Maar dit keer voelt anders”, zei hij, zijn stem nauwelijks hoorbaar. “Omdat jij me kent. Echt kent.”

De ironie was ondraaglijk. Hij dacht dat zij de enige was die hem werkelijk kende, terwijl zij degene was die hem het diepst bedroog.

Toen hij haar kuste, wist Mira dat ze een grens had overschreden die ze niet kon terugkeren. Zijn lippen op de hare voelden tegelijkertijd vertrouwd en volkomen nieuw. Ze had zijn kussen ervaren door de herinneringen aan anderen, maar dit was anders – dit was echt, was nu, was haar eigen ervaring.

En ergens in het Amora-gebouw registreerde een computer de veranderingen in Thomas’ implantaat, documenteerde elk hormoon, elke neurotransmitter die vrijkwam tijdens dit moment van verbinding. Zijn meest intieme ervaring werd gereduceerd tot data voor een algoritme ontworpen om zulke momenten te berekenen, te optimaliseren, en uiteindelijk te begrenzen.

Later die avond, alleen in haar eigen appartement, staarde Mira naar de toegangssleutel die Thomas haar had gegeven. Het kleine apparaat vertegenwoordigde alles wat verkeerd was aan haar situatie. Ze gebruikte zijn vertrouwen, zijn kwetsbaarheid, zijn verlangen naar echte verbinding, allemaal voor een project dat bedoeld was om precies dat soort verbinding te ondermijnen.

Haar communicator piepte met een bericht van Klaassen: “Uitstekende voortgang vandaag. De emotionele markers zijn precies wat we nodig hebben. Doorgaan volgens plan.”

Met trillende vingers schakelde ze het apparaat uit en liet zich op haar bed vallen, tranen brandend achter haar gesloten oogleden. Ze was gevangen tussen twee onmogelijke werelden – de leugen die ze leefde als Elena en de waarheid van wat ze voelde als Mira.

En de tijd tikte door naar het moment waarop ze zou moeten kiezen.

HOOFDSTUK 7: ONTHULLING

H7 (Aangepast)

Een week later zat Mira tegenover Klaassen in zijn minimalistische kantoor hoog in het Amora-gebouw. Het uitzicht over Amsterdam contrasteerde scherp met de klinische witruimte van het interieur.

“De dataverzameling is compleet”, verklaarde Klaassen, zijn lange vingers glijdend over een holografisch display dat Thomas’ emotionele patronen toonde. “Dankzij jouw werk hebben we nu het meest volledige model van romantische evolutie ooit gecreëerd.”

Hij zwaaide met zijn hand, en het display veranderde naar een complexe reeks algoritmes die Mira nauwelijks kon begrijpen. “PerfectMatch is bijna gereed voor lancering. De vroege testresultaten overtreffen zelfs onze meest optimistische projecties.”

“Wat gebeurt er met Thomas?” vroeg Mira, haar stem zorgvuldig neutraal gehouden.

“Ah.” Klaassen leunde achterover in zijn stoel. “Hij heeft zijn doel gediend. Je opdracht is voltooid, Mira. Je kunt de relatie beëindigen op de manier die je het meest gepast vindt.”

“Beëindigen”, herhaalde ze vlak.

“Natuurlijk. Tenzij je van plan bent je identiteit als Elena vol te houden?” Klaassens mondhoeken krulden in een zeldzame suggestie van humor. “Dat zou een interessant experiment op zich zijn, maar niet noodzakelijk voor ons doel.”

Mira staarde uit het raam naar de stad beneden, denkend aan Thomas die nu op haar wachtte in een café aan de Amstel, onwetend van wat komen zou.

“En als ik dat wel zou willen?” vroeg ze langzaam. “Als ik de relatie wil voortzetten?”

Klaassens wenkbrauwen schoten omhoog. “Als wat? Als ‘Elena’? Een fictief persoon? Of ben je van plan hem de waarheid te vertellen – dat je een spion bent die zijn geheugens heeft gebruikt voor een corporate algoritme?”

Zijn woorden sneden door haar als een mes, legden de pijnlijke waarheid bloot die ze had geprobeerd te vermijden.

“De data tonen aan dat jullie relatie de initiatieperiode al is gepasseerd”, vervolgde Klaassen zakelijk. “Volgens onze modellen zou de intensiteit over ongeveer zes weken beginnen af te nemen. Wil je echt wachten tot dat punt? Tot de chemie vervaagt en je geconfronteerd wordt met wat overblijft van een relatie tussen twee mensen die is gebouwd op leugens?”

Mira slikte moeizaam. “Wat je beschrijft als ‘wat overblijft’ – dat is waar echte liefde begint. Na de initiële rush. Dat is wat je probeert te elimineren met PerfectMatch.”

“We elimineren niets”, corrigeerde Klaassen. “We optimaliseren wat de meeste mensen eigenlijk willen: de puurheid van nieuwe liefde, zonder de onvermijdelijke teleurstelling van haar verval.”

Hij leunde voorover, zijn stem zachter. “Je emotionele betrokkenheid was voorzien, Mira. Het maakt deel uit van het proces. Maar vergeet niet wie je bent en wat je taak is geweest. De waarheid is dat je iemand hebt gebruikt op de meest intieme manier mogelijk. Denk je werkelijk dat er een manier terug is uit zoiets?”

Zijn woorden bereikten haar als een fysieke klap. Ze was inderdaad te ver gegaan. De leugen was te groot, te fundamenteel.

“De lancering van PerfectMatch is over twee weken”, vervolgde Klaassen, zijn toon weer zakelijk. “Je aanwezigheid wordt verwacht. Het is immers grotendeels dankzij jouw werk dat we dit punt hebben bereikt.”

Mira knikte mechanisch, een besluit vormend in haar bewustzijn.

“In de tussentijd”, zei Klaassen, “raad ik je aan een schone breuk te maken met Thomas. Voor zijn bestwil, en voor de jouwe.”

Ze stond op, haar besluit nu vastberaden. “Dat zal ik doen.”

Terwijl ze het Amora-gebouw verliet, voelde Mira een vreemde kalmte over zich dalen. De weg vooruit was plotseling kristalhelder, hoe pijnlijk ook.

Ze ontmoette Thomas aan de Amstel, zijn gezicht opklaring bij het zien van haar. Ze herkende nu de tekenen van zijn verliefdheid – de subtiele roodheid in zijn wangen, de manier waarop zijn pupillen verwijdden, de lichte verandering in zijn stem.

“Ik heb je gemist”, zei hij eenvoudig, haar hand nemend over de tafel.

“Thomas”, begon ze, haar stem vasthoudend. “Er is iets dat je moet weten. Over mij. Over waarom ik werkelijk toegang zocht tot je herinneringen.”

Zijn glimlach vervaagde langzaam terwijl ze sprak, de waarheid eindelijk onthuld. Hoe ‘Elena’ nooit had bestaan. Hoe Mira was ingehuurd om zijn emotionele patronen te bestuderen. Hoe zijn meest intieme ervaringen waren gebruikt om een algoritme te voeden ontworpen om relaties te optimaliseren voor maximale chemie en minimale duur.

Ze vertelde hem alles, elke pijnlijke waarheid, terwijl ze het masker van Elena voorgoed afwierp.

Thomas luisterde in verbijsterde stilte, zijn gezicht een studie in opkomend begrip en ontzetting. Toen ze klaar was, bleef hij lang stil, zijn ogen gericht op hun nog steeds verbonden handen op de tafel.

“Al die tijd”, zei hij uiteindelijk, zijn stem nauwelijks hoorbaar boven het geroezemoes van het café, “was je in mijn hoofd. Zag je alles. Voelde je alles.”

“Ja”, fluisterde ze.

“En nu… nu weet ik niet eens wie je bent.” Hij trok zijn hand terug. “Elena bestaat niet.”

“Mira”, zei ze zacht. “Mijn naam is Mira.”

Thomas schudde zijn hoofd, een bitter lachje ontsnappend. “En denk je dat een naam de leugen ongedaan maakt? Je hebt me gebruikt op een manier die… die verder gaat dan woorden.”

“Ik weet het”, antwoordde ze, tranen brandend achter haar ogen. “Er is geen vergiffenis mogelijk voor wat ik heb gedaan. Maar je moest de waarheid weten. Over mij, en over wat Amora van plan is.”

Zijn ogen vernauwden zich. “PerfectMatch. Een programma om relaties te timen zodat ze eindigen voordat ze… wat? Echt worden?”

“Voor de chemie afneemt”, bevestigde ze. “Ze geloven dat ze mensen een dienst bewijzen door de pijn en teleurstelling van langere relaties te elimineren.”

Thomas staarde uit het raam naar de voorbijstromende Amstel. “En het ergste is… ik snap het. Ik leef al zo. Heb altijd zo geleefd.” Hij keek terug naar haar. “Dus wat nu? Je hebt je data. Je hebt je openbaring. Is dit het einde van het experiment?”

Mira haalde diep adem. “Nee. Dit is waar ik een keuze maak. Ik ga terug naar Amora, maar niet om mee te werken aan de lancering. Ik ga de waarheid publiceren over wat ze doen – hoe ze emoties manipuleren en relaties reduceren tot algoritmes.”

Thomas keek haar ongelovig aan. “Waarom? Waarom zou je je carrière riskeren?”

“Omdat ik niet kan meegaan in een wereld waar liefde wordt gereduceerd tot een perfect getimede ervaring. Omdat…” ze aarzelde, wetend dat ze geen recht had op de woorden die volgden, “omdat ik door jou te leren kennen, heb geleerd wat liefde zou kunnen zijn, als we dapper genoeg zijn om voorbij de chemie te kijken.”

Thomas schudde zijn hoofd, stond abrupt op. “Ik kan dit nu niet… Ik moet nadenken.”

Hij liep weg zonder om te kijken, zijn silhouet vervaagd door de tranen in haar ogen.

Mira bleef achter, wetend dat ze hem mogelijk voorgoed had verloren, maar ook dat ze eindelijk haar eigen waarheid had gevonden. Nu moest ze alleen nog de moed vinden om ernaar te handelen.

HOOFDSTUK 8: CONFLICTEN

H8 (Aangepast)

In de dagen na haar bekentenis aan Thomas bevond Mira zich in een vreemde tussenstaat. Formeel werkte ze nog steeds bij Amora, bereidde schijnbaar de PerfectMatch lancering voor. In werkelijkheid verzamelde ze bewijs – kopieën van interne memo’s, technische specificaties van het algoritme, ethische kwesties die waren genegeerd.

Klaassen wierp haar occasioneel onderzoekende blikken toe, maar leek haar emotionele afstand te interpreteren als het natuurlijke eindresultaat van een voltooide opdracht. Thomas had niet gereageerd op haar pogingen tot contact, wat ze als verdiend beschouwde.

Tijdens een middagvergadering presenteerde Klaassen de definitieve marketingstrategie voor PerfectMatch aan het senior team.

“Ons kernbericht is eenvoudig”, verklaarde hij, wijzend naar de slogan op het scherm: ‘Liefde, Geperfectioneerd’.

“We bieden mensen de essentie van wat ze werkelijk verlangen in romantische relaties – de intense chemische connectie, de vervoering van nieuwe liefde, zonder de onvermijdelijke neergang. Onze simulaties voorspellen dat gebruikers gemiddeld drie tot vier ‘perfecte’ relaties per jaar kunnen ervaren.”

De marketingdirecteur knikte enthousiast. “Onze focus groepen reageren buitengewoon positief. Vooral personen met eerdere relatieteleurstellingen zien PerfectMatch als een bevrijding van de cyclus van verwachting en mislukking.”

“En de ethische bezwaren?” vroeg Mira, haar stem kalmer dan ze zich voelde.

Klaassen keek haar aan met milde irritatie. “Die zijn uitvoerig besproken in eerdere sessies. We bieden een service waar mensen om vragen. Niemand wordt gedwongen PerfectMatch te gebruiken.”

“Maar we manipuleren emotionele ervaringen”, drong Mira aan. “We conditioneren mensen om te geloven dat kortdurende chemische highs de enige waardevolle vorm van liefde zijn.”

“We manipuleren niets”, wierp Klaassen tegen. “We optimaliseren wat de natuur al heeft geprogrammeerd.”

“Liefde is meer dan chemie”, Mira’s stem werd sterker. “Door mensen aan te moedigen relaties te beëindigen zodra de initiële verliefdheid afneemt, ontzeg je hen de mogelijkheid tot diepere verbinding, tot het soort liefde dat door moeilijkheden heen groeit.”

Klaassens ogen vernauwden zich. “Je persoonlijke betrokkenheid bij het onderzoekssubject vertroebelt je professionele oordeel, Mira. Misschien is het beter als je je concentreert op de technische aspecten van de lancering en het filosofische debat aan anderen overlaat.”

De vergadering ging verder, maar Mira’s gedachten waren elders. Ze wist dat direct verzet niets zou opleveren. Klaassen en het bestuur waren te zeer betrokken bij PerfectMatch, te overtuigd van hun visie.

Die avond werkte ze laat door in het laboratorium, kopieerde discreet de laatste cruciale datasets naar een beveiligde externe opslag. Tegen middernacht was ze klaar, haar rugzak gepakt met alle bewijsmateriaal dat ze nodig had.

Ze stond op het punt te vertrekken toen de deur van het lab open gleed en Klaassen binnenkwam, een tablet in zijn hand.

“Ik dacht al dat ik je hier zou vinden”, zei hij, zijn stem ijzig kalm. “Je bent altijd zo… toegewijd.”

Mira voelde een koude rilling langs haar ruggengraat kruipen. “Ik wilde nog wat analyses afronden voor morgen”, loog ze, haar hand casual over haar rugzak glijdend.

Klaassen legde zijn tablet neer, zijn dunne vingers tikkend op het metalen oppervlak van de laboratoriumtafel. “Een interessant feit over moderne implantaten zoals die van Thomas… ze registreren niet alleen emoties, maar ook gesprekken. Selectief, natuurlijk, gebaseerd op emotionele intensiteit.”

Mira’s keel voelde plotseling droog. “Wat bedoel je?”

“Je ontmoeting met Thomas aan de Amstel, drie dagen geleden”, zei Klaassen, zijn ogen koud als glas. “Zijn emotionele respons was zo intens dat het implantaat automatisch begon op te nemen. Standaard procedure, voor latere emotionele analyse.”

Hij draaide de tablet naar haar toe. Op het scherm stond een transcriptie van haar bekentenis aan Thomas, elk verraden woord in klinische helderheid weergegeven.

“‘Ik ga de waarheid publiceren over wat ze doen – hoe ze emoties manipuleren en relaties reduceren tot algoritmes,'” las Klaassen voor, haar eigen woorden terugkaatsend als ijssplinters. “Verraderlijk, Mira. En uiterst teleurstellend.”

Ze stond op, alle voorgeven van normaliteit loslatend. “Wat je doet is verkeerd, Klaassen. PerfectMatch zal mensen beroven van de mogelijkheid om echt lief te hebben, om te groeien door moeilijkheden heen.”

“Wat een romantisch sentiment”, zei hij met een spottende glimlach. “Heb je dat geleerd van je tijd in Thomas’ hoofd? Of misschien van je eigen groeiende affectie voor hem? Zo ironisch dat je, terwijl je zijn romantische illusies bestudeerde, er zelf een slachtoffer van werd.”

“Het is geen illusie”, beet ze terug. “Wat jij niet begrijpt is dat echte liefde bestaat ná die initiële chemische rush. Het is een keuze, een verbintenis, iets dat wordt opgebouwd door gedeelde ervaringen en wederzijds begrip.”

Klaassen schudde zijn hoofd, bijna medelijdend. “Zo naïef. Zo… sentimenteel. Liefde is chemie, Mira. Alles wat daarna komt is gewoon gewoonte, gemakzucht, of angst voor eenzaamheid. De data liegen niet.”

“Er zijn geen data als iets niet kwantificeerbaar is”, antwoordde ze. “Sommige dingen moeten worden ervaren om te worden begrepen.”

“Een onwetenschappelijk standpunt.” Klaassens stem verkoelde verder. “Hoe dan ook, je begrijpt natuurlijk dat je positie bij Amora hierbij eindigt. De juridische afdeling zal contact met je opnemen over de gevolgen van je contractbreuk en poging tot diefstal van bedrijfseigendommen.”

Hij stak zijn hand uit. “De rugzak, alsjeblieft.”

Mira bleef staan waar ze was, haar hand beschermend op de tas. “Je kunt PerfectMatch niet lanceren, Klaassen. Het is een perversie van menselijke verbinding. Je reduceert liefde tot een consumptieartikel.”

“En jij idealiseeert een concept dat altijd tot teleurstelling heeft geleid”, kaatste hij terug. “Kijk naar de scheidingsstatistieken. Kijk naar de eenzaamheidsepidemie. De traditionele opvatting van liefde faalt mensen, dag na dag. Wij bieden een alternatief.”

“Je biedt een leugen.”

Klaassen zuchtte, een knop op zijn communicator indrukkend. “Beveiliging naar Laboratorium 7, onmiddellijk.”

Mira wist dat ze slechts momenten had. Met een snelle beweging griste ze haar rugzak van tafel en rende naar de deur. Klaassen maakte geen aanstalten haar tegen te houden, zijn zelfverzekerde glimlach vertelde haar waarom. De deuren waren vergrendeld.

“Je begrijpt het niet, nietwaar?” zei hij rustig. “PerfectMatch is niet zomaar een product. Het is de toekomst. De raad van bestuur, de investeerders, allemaal geloven ze in deze visie. Jij bent slechts één idealistische onderzoeker met wat gestolen data.”

Mira’s gedachten raasden. Er was geen ontsnappen door de hoofddeur. Maar het noodtrappenhuis – dat moest volgens veiligheidsvoorschriften altijd toegankelijk zijn.

“Je hebt gelijk, Klaassen”, zei ze, haar schouders zakkend in gespeelde nederlaag. “Ik ben naïef geweest. Sentimenteel.”

Ze zette een stap naar hem toe, alsof ze de rugzak zou overhandigen. Toen, met een plotse beweging, greep ze zijn tablet van tafel en wierp het met volle kracht naar de ruit die het lab scheidde van de gang. Het beveiligde glas barstte niet, maar het brandalarm ging wel af – precies waar ze op had gehoopt.

Het automatische noodprotocol ontgrendelde alle deuren. Mira sprintte naar het trappenhuis terwijl de sprinklers tot leven kwamen, het laboratorium vullend met een kunstmatige regen die Klaassens vloeken overstemde.

Haar hart bonzend, rende ze de trap af, wetend dat beveiliging onderweg was. Maar ze had een voorsprong, en wat belangrijker was – ze had de data. Bewijsmateriaal van Amora’s manipulatieve praktijken, de ethische grenzen die waren overschreden, de waarheid achter het gladde marketingverhaal van PerfectMatch.

Buiten in de nachtelijke straten van Amsterdam verdween ze in de menigte, een vrouw met een missie en een rugzak vol waarheid. De koele lucht vulde haar longen terwijl ze rende, niet wetend waar ze heen ging, behalve dat ze weg moest van Amora.

Er was slechts één plaats waar ze naartoe kon. Eén persoon die misschien zou luisteren. Als hij haar überhaupt zou willen zien.

HOOFDSTUK 9: LAATSTE KANS

H9 (Aangepast)Thomas’ appartement lag in duisternis gehuld toen Mira aankwam, nat van de regen en buiten adem van haar vlucht. Ze aarzelde voor de deur, beseffend hoe absurd het was hier te komen. Na alles wat ze had gedaan, waarom zou hij haar helpen?

Toch drukte ze op de zoemer, haar hart bonzend in haar keel.

Lang gebeurde er niets. Ze stond op het punt weg te lopen toen de intercom tot leven kwam.

“Wie is daar?” Thomas’ stem, hees van slaap of emotie, ze kon het niet zeggen.

“Het is Mi— Elena. Ik bedoel, Mira”, struikelde ze over haar woorden. “Ik heb je hulp nodig. Alsjeblieft.”

Een lange stilte volgde.

“Ga weg”, zei hij uiteindelijk.

“Thomas, luister. Amora gaat PerfectMatch lanceren. Ik heb bewijs van wat ze werkelijk van plan zijn. Ik probeerde het tegen te houden, maar Klaassen heeft me betrapt. Ik heb nergens anders om naartoe te gaan.”

Weer stilte. Dan, met een zucht die hoorbaar was zelfs door de intercom: “Derde verdieping.”

De deur zoemde open.

Thomas wachtte in de deuropening van zijn appartement, gekleed in een verschoten t-shirt en joggingbroek, zijn haar in wanorde. Zijn ogen waren rood, zijn gezicht getekend door vermoeidheid.

“Je ziet er vreselijk uit”, zei Mira voordat ze zichzelf kon tegenhouden.

Een schaduw van een glimlach trok aan zijn mondhoek. “Jij ziet eruit alsof je net een bank hebt overvallen.”

Hij stapte opzij om haar binnen te laten. Het appartement was een chaos – lege voedselverpakkingen, verfrommelde kleren, flessen wijn. Zo anders dan de geordende ruimte die ze kende van haar geheugenduiken.

“Sorry voor de… toestand”, mompelde hij, rondscharrelend om ruimte te maken op de bank. “Ik ben niet in een opruimbui geweest sinds…”

Sinds zij hem de waarheid had verteld. De onuitgesproken woorden hingen tussen hen in.

“Thomas, ik—”

Hij hief zijn hand op. “Geen excuses. Niet nu. Je zei dat je in gevaar was.”

Mira haalde diep adem en vertelde hem alles – haar confrontatie met Klaassen, haar poging de bewijzen te stelen, haar ontsnapping. Ze haalde documenten uit haar rugzak, spreidde ze uit op de salontafel.

“Dit is wat ze werkelijk willen doen met PerfectMatch”, legde ze uit, wijzend naar een interne memo. “Ze willen niet alleen relaties optimaliseren voor maximale chemie – ze willen een volledig geïntegreerd systeem creëren dat de romantische cyclus van de hele samenleving beheert.”

Thomas nam een document op, zijn wenkbrauwen fronsend terwijl hij las. “PerfectMatch Fase Twee – Sociale Integratie… wat betekent dit?”

“Ze willen relaties niet alleen beëindigen op hun chemische piek”, zei Mira somber. “Ze willen ze ook initiëren op basis van algoritmes. Volledige controle over de romantische cyclus. Wie met wie, hoe lang, wanneer het eindigt, wanneer de volgende begint.”

“Maar waarom?” vroeg Thomas, verbijsterd.

“Efficiëntie. Predictabiliteit. Controle.” Mira schudde haar hoofd. “Klaassen gelooft werkelijk dat hij mensen een dienst bewijst door de ‘inefficiëntie’ van natuurlijke romantische ontwikkeling te elimineren.”

Thomas staarde naar de documenten, de implicaties langzaam doordringend. “Ze willen de menselijke liefde herdefiniëren.”

“Ze willen het vervangen door een simulacrum”, corrigeerde Mira. “Een geperfectioneerde imitatie die nooit tot teleurstelling leidt omdat het eindigt voordat het kan evolueren.”

Thomas stond op, liep naar het raam dat uitkeek over de stad. “En jij denkt dat je dit kunt stoppen?”

“Ik moet het proberen”, zei ze eenvoudig. “Als dit bekend wordt, als mensen zien wat Amora werkelijk voor ogen heeft…”

“Dan wat?” Hij draaide zich om, zijn ogen hard. “Denk je dat mensen het zullen afwijzen? Misschien heb je gelijk over wat Amora doet, maar je hebt ongelijk over wat mensen willen.” Zijn stem brak licht. “Sommigen van ons zijn gemaakt zoals we zijn. We kunnen niet anders.”

Mira stond op, liep naar hem toe maar stopte op armlengte afstand, onzeker of ze welkom was in zijn persoonlijke ruimte.

“Dat geloof ik niet”, zei ze zacht. “Ik heb je herinneringen gezien, Thomas. Ik weet hoe diep je kunt voelen. Het is niet dat je niet kunt liefhebben voorbij de chemie – het is dat je bang bent voor wat komt als die initiële intensiteit vervaagt.”

“Is dat niet hetzelfde?” vroeg hij bitter.

“Nee.” Ze waagde een stap dichterbij. “Angst is niet hetzelfde als onvermogen. Je bent niet kapot. Je bent niet verkeerd bedraad. Je bent gewoon… bang.”

Hij keek weg, maar niet voordat ze de vochtigheid in zijn ogen had gezien. “En jij? Ben jij niet bang, na alles wat je hebt gezien? Alle mislukte relaties, alle gebroken harten?”

“Doodsbang”, gaf ze toe. “Maar ik ben banger voor een wereld waarin niemand het meer probeert. Waarin liefde wordt gereduceerd tot een serie perfect getimede ervaringen zonder diepte of groei.”

Thomas was lang stil, zijn blik gericht op de lichten van de stad. Toen, zonder zich om te draaien: “Wat wil je dat ik doe?”

“Help me deze informatie publiceren”, zei Mira. “Met je contacten bij NeuroSync, je geloofwaardigheid in de tech-gemeenschap. Help me mensen te waarschuwen voor wat er komt.”

Hij draaide zich om, zijn gezicht nu vastberaden. “Waarom zou ik je vertrouwen? Na alles wat je hebt gedaan?”

De vraag sneed door haar heen, maar ze wist dat ze het verdiende. “Dat zou je niet moeten. Ik heb je verraden op een manier die onvergeeflijk is. Maar dit gaat niet om mij of jou. Het gaat om wat Amora van plan is te doen met de meest fundamentele menselijke ervaring.”

Thomas liep naar de tafel met documenten, bladerde erdoorheen, zijn gezicht onleesbaar. “Ik help je”, zei hij uiteindelijk. “Niet voor jou. Voor alle anderen die geen keuze zullen hebben als Amora hiermee wegkomt.”

Opluchting stroomde door Mira. “Dank je.”

“Maar daarna”, vervolgde hij, zijn ogen de hare ontmoetend, “daarna zijn we klaar. “Het spijt me”, zei Thomas, zijn stem vlak en beheerst. Hij had hier al zeven keer voor geoefend, hij had de routine te pakken. De tranen in haar ogen raakten hem niet zoals ze dat drie weken geleden zouden hebben gedaan. “Dat dacht ik toen… dat voelde ik toen. Maar nu niet meer. Het spijt me. Voor jou. En ook voor mij.”

Mira knikte. Ze had niets anders verwacht, verdiende niets beters.

Ze werkten de hele nacht door, organiseerden de data, bereidden een volledig dossier voor dat de waarheid achter PerfectMatch zou onthullen. Thomas gebruikte zijn contacten om een vergadering te regelen met de ethische commissie van de Technologie Autoriteit – een onafhankelijk overheidsorgaan met de macht om de lancering van PerfectMatch te blokkeren.

Bij zonsopgang stonden ze klaar om te vertrekken, het dossier veilig opgeslagen op versleutelde drives.

“Dit kan gevaarlijk worden”, waarschuwde Thomas. “Amora heeft middelen, invloed. Ze zullen niet stilzitten terwijl we hun vlaggenschipproject vernietigen.”

“Ik weet het”, zei Mira, haar rugzak vastgespeeld. “Maar ik moet dit doen. Om het goed te maken. Voor alles.”

Hij knikte, maar zei niets meer. Samen verlieten ze het appartement, twee vermoeide strijders op weg naar een onzekere confrontatie, verbonden door een vreemde mengeling van vertrouwen en verraad, de schaduw van wat had kunnen zijn hangend tussen hen als een spook.

HOOFDSTUK 10: GEOPTIMALISEERDE DYSTOPIE

H10 (Aangepast)

Vijf jaar later

De avondlucht boven Amsterdam gloeide met het kenmerkende blauw-roze licht van PerfectMatch billboards, hun holografische beloften wervend boven de historische grachten: “Liefde Zonder Limieten” – “Altijd Perfect, Nooit Saai” – “Uw Volgende Match Wacht”.

Mira stond op de Magere Brug, observerend hoe mensen onder haar voorbij liepen, velen met de karakteristieke gloed van PerfectMatch-implantaten aan hun slaap – geavanceerder dan de oude geheugenimplantaten, ontworpen om emoties niet alleen te registreren maar subtiel te beïnvloeden.

Hun poging om PerfectMatch te stoppen was dramatisch mislukt. De ethische commissie, al zwaar gelobbyd door Amora’s invloedrijke aandeelhouders, had hun bewijsmateriaal afgewezen als “onvoldoende substantieel” en “mogelijk verkregen via onethische middelen”. Binnen een maand was PerfectMatch gelanceerd, eerst als exclusieve premium dienst, later als mainstream sociale revolutie.

Nu, vijf jaar later, was het moeilijk een koppel te vinden dat niet was gematcht door het algoritme, hun relatie zorgvuldig gepland om te eindigen op het moment van maximale chemische satisfactie.

Mira checkte haar horloge. Thomas had ingestemd met een ontmoeting – hun eerste in drie jaar. Na hun mislukte poging om Amora te stoppen waren hun wegen uit noodzaak gescheiden. Zij was ondergedoken, bang voor juridische vergelding. Hij was teruggekeerd naar NeuroSync, voorzichtig afstand nemend van het schandaal.

Ze zag hem aankomen over de brug, zijn silhouet onmiddellijk herkenbaar ondanks de jaren. Hij zag er goed uit, merkte ze op – gezond, scherp gekleed, zijn haar korter dan ze zich herinnerde. Maar er was iets anders aan hem, iets dat ze niet meteen kon plaatsen.

“Mira”, groette hij haar, zijn stem neutraal maar niet onvriendelijk.

“Thomas”, antwoordde ze, verrast door hoe haar hart nog steeds versnelde bij het zien van hem. “Bedankt dat je wilde afspreken.”

“Je bericht klonk urgent.” Hij leunde naast haar tegen de reling, uitkijkend over het water. “Wat is er aan de hand?”

“Ik wilde zien hoe het met je ging”, zei ze eerlijk. “En ik wilde praten over wat er gebeurt met de samenleving. Met PerfectMatch Fase Drie op het punt van implementatie.”

Thomas’ gezicht verstrakte licht. “Je volgt het nog steeds.”

“Natuurlijk volg ik het nog steeds. Het is precies geworden wat we vreesden.” Ze gebaarde naar de voorbijgangers onder hen. “Kijk naar ze. Relaties die beginnen en eindigen volgens een algoritme. Niemand ervaart meer de natuurlijke evolutie van liefde. Niemand werkt meer door moeilijkheden heen.”

Thomas zuchtte. “Mensen zijn gelukkiger, Mira. De statistieken zijn duidelijk. Depressie is gedaald. Relatiegerelateerde misdaad is drastisch verminderd.”

Mira keek hem verrast aan. “Je verdedigt het? Na alles wat we weten?”

“Ik ben pragmatisch geworden”, zei hij schouderophalend. “Misschien hadden we het mis. Misschien is dit wat mensen werkelijk willen – bevredigende verbindingen zonder de pijn en teleurstelling die volgt.”

Er was iets vreemds aan zijn toon, iets te gladgestreken. Mira keek aandachtiger naar hem en zag toen wat ze eerder had gemist – het subtiele blauwe licht aan zijn slaap, onder zijn haar verborgen.

“Je gebruikt het”, fluisterde ze geschokt. “Je bent in het PerfectMatch-systeem.”

Thomas ontweek haar blik. “Het werkt voor mij, Mira. Voor het eerst in mijn leven hoef ik me geen zorgen te maken over wanneer mijn gevoelens zullen veranderen. Het algoritme weet het, plant ervoor, maakt het normaal.”

“En is dat wat je wilt?” vroeg ze, haar stem zacht maar intens. “Gepland worden? Je emoties geoptimaliseerd als een machine?”

“Het is beter dan het alternatief”, zei hij, een zweem van de oude pijn doorschemerend. “Beter dan constant falen in iets wat fundamenteel onmogelijk voor me is.”

Mira voelde tranen opwellen. “Het is niet onmogelijk, Thomas. Het is gewoon moeilijk. Zoals alles wat de moeite waard is.”

“En wie ben jij om te oordelen?” Hij klonk plotseling bitter. “Heb jij het laatste half decennium besteed aan het opbouwen van betekenisvolle, duurzame relaties?”

Ze schudde haar hoofd. “Nee. Ik ben alleen geweest.”

“Waarom?” daagde hij uit.

“Je weet waarom”, fluisterde ze.

Hij hield haar blik vast, en voor een moment zag ze een flits van de oude Thomas – de man wiens ziel ze had gekend, wiens gedachten ze had gedeeld.

“Het spijt me”, zei ze zacht. “Voor alles. Voor het verraad, voor het falen… voor het feit dat ik niet eerder heb geprobeerd het goed te maken.”

Thomas streek met zijn hand door zijn haar, een nerveuze gewoonte die ze herkende uit zijn herinneringen. “Het doet er niet meer toe. We konden Amora niet stoppen. Misschien was dit altijd onvermijdelijk.”

“Dat geloof ik niet”, zei Mira vastberaden. “En ik denk dat jij dat ook niet gelooft. Niet echt.”

Hij keek weg, zijn kaken gespannen. Toen, met opzettelijke nonchalance: “Ik moet gaan. Ik heb een match over een uur.”

Het woord “match” viel tussen hen als een steen. Thomas begon weg te lopen, dan stopte hij, draaide zich half om.

“Weet je wat het ergste is?” vroeg hij, zijn stem zacht maar duidelijk. “Soms, in mijn dromen, ben je daar. Niet Elena. Niet de leugen. Jij – Mira. De echte jij, die ik nooit echt heb gekend. En in die dromen voelt het niet als chemie of algoritmes of optimalisatie. Het voelt als… iets anders. Iets wat ik niet kan definiëren.”

Met die woorden liep hij weg, verdween in de menigte, een man op weg naar zijn volgende algoritmisch perfecte match.

Mira bleef alleen achter op de brug, tranen stil stromend over haar wangen. Ze wist wat Thomas niet kon benoemen, wat het systeem had geprobeerd te elimineren: de mogelijkheid van echte, imperfecte, moeilijke, schitterende liefde.

In haar zak voelde ze haar telefoon trillen. Een bericht van een anonieme bron, een contact dat ze had overgehouden uit haar tijd bij Amora: “Fase Drie lancering uitgesteld. Onverwachte bugs in het algoritme. Mensen ervaren onprogrammeerbare emoties.”

Mira keek op naar de nachtelijke hemel, naar de sterren die nog zichtbaar waren boven het kunstmatige licht van de PerfectMatch billboards. Voor het eerst in vijf jaar voelde ze een vonk van hoop. Misschien was de menselijke ziel toch niet zo makkelijk te programmeren. Misschien zou echte liefde, met al haar imperfecties en moeilijkheden, toch overleven.

Misschien was er nog een kans.

EPILOOG

H11 (Aangepast)

Zes maanden later zat Mira in een klein café aan de rand van Amsterdam, ver van de drukke centrale wijken waar PerfectMatch dominant was. Dit was een van de zogenaamde “Authentieke Zones” – buurten waar mensen bewust kozen te leven zonder de algoritmes, zonder de geoptimaliseerde emoties.

Ze bladerde door het laatste onderzoeksrapport van de ondergrondse beweging. PerfectMatch Fase Drie was officieel gestopt na een reeks “onverklaarbare systeemfouten”. In werkelijkheid wisten de insiders beter: het menselijke hart liet zich niet volledig programmeren. Er waren anomalieën, emoties die zich ontwikkelden buiten de voorspelde patronen, verbindingen die standhielden ondanks algoritmische instructies om te eindigen.

De deur van het café ging open, en Mira keek op. Thomas stond in de deuropening, zonder het blauwe licht aan zijn slaap. Hij had zijn PerfectMatch-implantaat laten verwijderen, een van de groeiende aantallen “Authenticators” die terugkeerden naar niet-geoptimaliseerde relaties.

Hun ogen ontmoetten elkaar. Geen woorden waren nodig – ze hadden elektronisch gecommuniceerd in de maanden sinds hun ontmoeting op de brug. Langzaam hadden ze een nieuwe vorm van vertrouwen opgebouwd, gefundeerd niet op de perfectie van synthetische chemie maar op de complexe, imperfecte, authentieke realiteit van wie ze waren.

Thomas liep naar haar tafel, ging zitten. Zijn hand zocht de hare, vingers verweven in een eenvoudig gebaar dat meer betekenis droeg dan enig algoritme ooit zou kunnen berekenen.

“Het zal niet makkelijk zijn”, zei hij zacht.

“Dat weet ik”, antwoordde ze. “Maar het zal echt zijn.”

Buiten, boven de daken van Amsterdam, doofde een PerfectMatch billboard, gevolgd door nog een, en nog een – kleine tekenen van een veranderende wereld, een terugkeer naar de complexiteit die hen menselijk maakte.

Het zou niet perfect zijn. Het zou pijn doen, verwarren, frustreren. Het zou hen dwingen te groeien, te veranderen, compromissen te sluiten. Het zou ze dwingen werkelijk lief te hebben – niet met de bedwelmende chemie van nieuwe verliefdheid, maar met de diepere, rustigere kracht van bewuste keuze, dag na dag.

En dat, wisten ze nu allebei, was de enige vorm van liefde die werkelijk eeuwig kon zijn.

EINDE

Beelden: zelf gebakken met ChatGPT

Logo voor de Science Fiction en Romantiek-reeks: zelf gebakken met ChatGPT

Deel:

Geef een reactie